7 april 1994
- 13 -
we twee jaar geleden -u memoreerde het al- geridderd, wat door ons als een
hele grote eer is beschouwd. We hebben samen -tragisch genoeg- beiden onze
echtgenotes tijdens de raadsperiode moeten verliezen. En dan besef je pas -ik
had het daar met Joop nog over- hoe belangrijk het is als het thuisfront
achter je staat, daar refereerde Frans ook al aan. Zonder hen zouden wij het
niet zo lang hebben kunnen volhouden. We waren ook samen bestuurslid van de
Stichting Dorpshuis in Soesterberg. Ook hebben we samen vele jaren deel
uitgemaakt van het College voor de verlening van bijstand. In dat college
werden we wekelijks geconfronteerd met de arme kant van de samenleving. En
toch was dat -ik durf het te zeggen, het is zo- één van de fijnste
commissies, misschien wel de fijnste.
Als Soesterbergers neem je in deze raad wel eens een bijzondere positie in, u
memoreerde dat straks ook al, mijnheer de voorzitter. Gekscherend werden de
raadsleden uit Soesterberg wel eens betiteld als «de Soesterbergse fractie».
We vertegenwoordigden drie, soms wel vier politieke partijen. Maar als
Soesterberg echt in het geding kwam, waren we één blok en hebben we mede
daardoor toch wel het een en ander voor Soesterberg kunnen bereiken. Daarom
is het jammer dat het aantal Soesterbergse raadsleden nu gehalveerd is. Maar
in dit geval geeft toch de kwaliteit de doorslag. Wil Stekelenburg en Willem
Blaauw zullen de kar wel verder trekken.
Er is in die afgelopen 32 jaar heel veel gebeurd in onze gemeente. Het raads
werk van nu is niet te vergelijken met dat van 32 jaar geleden. Ik schat dat
alleen de hoeveelheid papier minimaal vertienvoudigd is, dankzij de uitvin
ding van de fotokopieerapparatuur, waarschijnlijk.
Tot slot, mijnheer de voorzitter, dames en heren, nog een enkel woord tot de
blijvers en de nieuwkomers. Joop en ik hebben al die jaren veel vriendschap
ondervonden. Daar zijn we u allen dankbaar voor. Zelf mocht ik vijf maal de
college-onderhandelingen namens onze fractie voeren. Nu heb ik het tweemaal
vanaf de publieke tribune mogen volgen. En zonder de overige deelnemers aan
de huidige besprekingen tekort te doen, wil ik toch twee deelnemers met name
noemen. Mevrouw Blommers krijgt van mij een welgemeend compliment voor de
wijze waarop zij de onderhandelingen heeft geleid. De gemeentesecretaris
verdient eveneens een groot compliment. Hij is een kanjer! Toen ik voorzitter
was van de vertrouwenscommissie die belast was met de selectie van
burgemeesterskandidaten, zei de Commissaris van de Koningin mij desgevraagd:
"Ach, mijnheer Verheus, jullie hebben een gemeentesecretaris die op een A-
viertje precies kan omschrijven wat jullie mij willen laten weten."
Dames en heren, breng deze nieuwe raadsperiode de politiek dicht bij de
mensen. Niet bij de andere mensen, maar bij de mensen. De gewone vrouw of man
in de straat of in de wijk moet weten dat zij of hij bij u terecht kan en een
willig oor vindt. Niet de oren laten hangen, wel luisteren en duidelijk
kenbaar maken dat iets dat niet kan ook écht niet kan. Als bestuurder moet je
ook nee durven zeggen, maar dan wel met argumenten die hout snijden.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, hier wil ik het bij laten. Mede
namens Joop onze hartelijke dank voor de collegialiteit, vriendschap en steun
die we al die jaren mochten ondervinden. Het ga u allen goed!
VOORZITTER: Hartelijk dank, mijnheer Verheus.
Zoals ik zoéven al zei, dames en heren sluit ik nu de buitengewone raads
vergadering met deze hamerslag.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest van
26 mei 1994
de secri
de vporzitter.