12 april 1994
raad.
Ik ga naar de tweede commissie, Financiën, Economische Zaken en Cultuur c.a,
Daar ziet u onder nummer 4. staan de heer Lokker, daarbij is 1 stem op de
heer Van den Breeraer uitgebracht en 1 ongeldige stem. Bij nummer 7. staat de
heer Van Wuijckhuijse, daar zijn 2 stemmen op mevrouw Hartering uitgebracht.
Ik constateer dat daarmee bij deze commissie de nummers 1. tot en met 10.
zijn benoemd.
Ik ga naar de derde commissie, te weten -hier staat nog de oude naam, maar u
hebt er inmiddels een nieuwe naam aan gegeven- de Commissie Milieu, Openbare
werken, Volkshuisvesting, enzovoorts. Daar staat onder nummer 7. vermeld de
heer Witte, daar zijn 10 stemmen uitgebracht op mevrouw Hartering. Ik
constateer dat de nummers 1. tot en met 10. door een meerderheid van deze
raad zijn benoemd.
Commissie nummer 4, de Commissie voor Ruimtelijke Ordening, Verkeer en
Welzijnszaken. Onder nummer 7. staat de heer Witte, daar zijn 3 stemmen
uitgebracht op mevrouw Hartering. Ik constateer dat de meerderheid van deze
raad de nummers 1. tot en met 10. heeft benoemd in deze commissie.
Dan kom ik aan nummer 5, de Commissie voor de Beroepschriften. Daar staat
onder nummer 3de heer WitteEr is 1 stem uitgebracht op mevrouw Hartering,
Hiermee verklaar ik de nummers 1. tot en met 4. benoemd, evenals de plaats
vervangend leden van de Commissie voor de Beroepschriften.
Onder nummer 6, de Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken
zijn geen tegenstemmen uitgebracht. Dat betekent dat conform het voorstel
deze personen tot leden en plaatsvervangend leden benoemd zijn door uw raad.
Onder nummer 7, Gewest Eemland, daar ziet u bij nummer 5. staan de heer Van
Wuijckhuijse. Daar is 1 stem uitgebracht op mevrouw Hartering. Daaronder
staat de heer Witte als plaatsvervangend lid. Daar zijn 2 stemmen uitgebracht
op mevrouw Hartering. Onder nummer 6. ziet u staan mevrouw Swinkels als
plaatsvervangend lid. Er is 1 stem uitgebracht op mevrouw Hartering. Ik
constateer dat u als raad de nummers 1. tot en met 6. en de plaatsvervangend
leden hebt benoemd in het Gewest Eemland.
Dan de Regionale Muziekschool, nummer 8. Daar ziet u onder 2. staan de heer
Lokker, daar is 1 stem uitgebracht op de heer Meilof en 1 stem op de heer
Baks. Ik constateer dat de meerderheid van de raad de leden 1. en 2heeft
benoemd in het bestuur van de Regionale Muziekschool
Onder nummer 9, de Bestuursacademie, daar zijn geen tegenstemmen gekomen, dus
u hebt het voorstel overgenomen. Aldus is besloten door uw raad.
De AVU, daar zijn geen wijzigingen op het voorstel ingediend, dus u hebt de
twee personen die hier staan vermeld, benoemd bij deze.
Onder nummer 11, het Centraal Orgaan voor Gemeentelijk Voorgezet Onderwijs
zijn geen tegenstemmen gekomen. U hebt de twee personen die hier vermeld
staan benoemd met deze hamerslag.
Ten slotte, nummer 12, het Waterleidingbedrijf Midden-Nederland. Er zijn geen
tegenstemmen gekomen. U hebt de twee personen die hier vermeld staan benoemd
als aandeelhouder en plaatsvervangend aandeelhouder. Aldus is besloten door
uw raad.
Ten slotte dank ik de twee leden van het stembureau voor hun uitmuntende werk
dat zij verricht hebben bij de start van deze periode. U hebt een zware avond
gehad, hartelijk dank voor uw inzet. Hiermee is het stembureau ontbonden.
Voordat ik dit agendapunt afsluit, mag ik vragen of iedereen zijn benoeming
aanvaardt, zoals door de raad is besloten? Dan is ook dat vastgelegd.
Het voorstel (RV 94-58) wordt, na schriftelijke stemming, ongewijzigd
aangenomen
VOORZITTER: Er resteren geen punten meer op deze agenda. Ik zou zelf, evenals
de heer Blaauw, een enkel woord tot u spreken. Voordat ik daartoe overga,
heeft de heer Zwaanenburg het woord gevraagd, vanwege een -laat ik het maar
noemen- persoonlijk feit, dat hij u toch wil meedelen.
Heer ZWAANENBURG (CDA)Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, in de korte
schorsing heb ik mij even mogen verstaan met de gemeentesecretaris, u beter
bekend als Thomasvaer. Ik heb het genoegen om mede namens hem nog een paar
opmerkingen te mogen maken.
Zojuist heb ik met Thomasvaer gesproken en wij hebben beiden besloten zonder
spijt dat Johan Baks, als raadslid zojuist ontloken, onze dank verdient voor