26 mei 1994
- 4 -
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, met de toelichting die de heer Visser geeft
op zijn vragen en met de antwoorden van de wethouder in mijn achterhoofd,
zouden wij u willen adviseren om, voordat u advertenties gaat zetten, eerst
eens advies te vragen aan de commissie Beeldende Kunst. Dat lijkt ons
alleszins verstandig, om dat even vooraf te laten gaan aan de advertentie
plaatsing, want dan weten we waar het over hebben en wat we ermee willen
gaan doen. Dat wilde ik eigenlijk even naar voren brengen, als advies. Doe
dat eerst even en ga dan kijken wat voor soort advertentie je gaat plaatsen
en waar.
Heer KROL (CDA)Voorzitter, ik denk dat de wethouder de vragen duidelijk
heeft beantwoord. Sommige collega's van me, die het koe-duidelijk vonden,
daar moeten ze maar eens vaker de heer Van den Breemer over
Heer WITTE (GGS)Dat vinden collegepartijen altijd.
Heer KROL (CDA)Ik heb nog even aan mijn collega Van den Breemer gevraagd
wat het betekende, maar ik ben er nog niet uit. Misschien dat mevrouw
Swinkels mij dat straks nog eens kan uitleggen.
Mevrouw SWINKELS (D66)Nee, maar de agrarische stand in Soest gaat ook
teruguit, zoals u weet.
VOORZITTER: Wilt u, als u spreekt, via de voorzitter elkaar beantwoorden?
Heer KROL (CDA)Mijnheer de voorzitter, ik denk dat het wat ons betreft
duidelijk moet zijn dat het verhuren van een gemeentelijk eigendom een
financiële kwestie dient te zijn in eerste instantie. Als je dan ziet dat
cultuur en kunst ook nog tot de portefeuille van mevrouw Blommers behoren,
dan lijkt het mij heel logisch dat je in eerste instantie de commissie
financiën raadpleegt over alles wat daarmee te maken heeft.
Wat ons betreft is een ruimere bestemming dan alleen kunst, zoals nu wordt
gesuggereerd, natuurlijk bespreekbaar. Ik vind het eigenlijk onjuist om nu
al op voorhand te zeggen dat alleen kunst en dus de commissie Beeldende
Kunst hierbij betrokken zou moeten worden. Wat mij betreft zou ik het graag
willen verbreden tot cultuur in de bredere zin.
Voorzitter, via u nog één opmerking naar degene die deze vragen heeft
ingediend. Wat mij verbaast -en dat moet mij toch van het hart- is dat er
zeker in vraag 6 de suggestie wordt gewekt "alvorens aan huurders weer
allerlei toezeggingen worden gedaan" alsof dat vorige keren onjuist gebeurd
is. Ik vind dat de oud-wethouder van kunst zichzelf hiermee een brevet van
onvermogen geeft, want hij zat er de vorige keer zelf bij.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, een korte opmerking ook, ten aanzien
van de aanvulling van de heer Visser ten aanzien van vraag 6. Wat het
GPV/SGP/RPF betreft vinden we het toch minder realistisch om te zeggen, als
wij een gebouw hebben waar we van tevoren al heel duidelijk hebben gesteld
onder welke doelstellingen we die kunnen verhuren, dat we daarvoor een
commissie Beeldende Kunst om advies moeten vragen hoe we dat nou zouden
moeten doen. Ik heb gewoon zelf het vermoeden dat B&W niet echt achterlijk
zijn en dat ze een redelijk vermogen hebben om een formulering te kiezen
VOORZITTER: Ik hoop dat het iets verder gaat dan alleen een vermoeden.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Ik hoop dat ook. Het enige is dat de suggestie
van de heer Visser dat het nodig is om voor dit soort zaken zelfs een
commissie Beeldende Kunst te raadplegen, toch wel in die richting gaat. Ik
wil dat proberen te corrigeren. U hebt nog maar kort de kans gehad u waar
te maken, dus ik wil het voorzichtig formuleren.
Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, het tegenovergestelde van
achterlijk is voorlijk. Ik denk dat het college heel correct reageert met
betrekking tot datgene wat al een hele tijd in dat gebouw zou mogen, dat is
niet alleen beeldende kunst, maar heeft een ruimere betekenis. Wij nemen
aan dat het college erover gaat praten met een aantal mogelijke opvolgers