26 mei 1994
16 -
ren, zou het ook. minder bespottelijk klinken.
VOORZITTERWie wenst in tweede termijn het woord?
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, het is een moeilijke discussie omdat
er simpelweg niet ingegaan wordt op wat wij vragen. Ik heb heel duidelijk
aangegeven dat ook de desbetreffende ouders de zaak tot nog toe hebben
ervaren als een zaak van redelijke luxe dat ze een dusdanige vergoeding
kregen. Waar ik het over heb, is dat er een kort moment voordat een nieuw
cursusjaar begint, een dergelijke regeling getroffen wordt waar ze zelf
niet goed meer mee om kunnen gaan, waar ze zelf geen maatregelen meer op
kunnen nemen. Dat is het probleem. Het probleem is dus ook niet dat wij
tegen deze regeling zijn, maar dat wij een amendement op deze regeling
vragen, een uitstel van één jaar, zodat ouders een redelijke mogelijkheid
tot overleg hebben. Daar is niemand op ingegaan. Er is ingegaan op zaken
van: ach, er zijn hier toch zoveel scholen, dan moeten er toch voor dit
soort ook wel genoeg zijn en wat andere typische opmerkingen van mensen die
kennelijk niet zoveel begrijpen van onderwijsvrijheid. Ik vind dat erg
jammer. Ik vind dat er ook voor zorgen dat het niveau van zo'n discussie
niet werkelijk opvallend hoog wordt. Ik kan daar ook slecht op ingaan als
iemand vindt dat er genoeg scholen zijn, dat ieder kind daar maar gewoon
zijn plek moet kunnen vinden, dat dus hier de gemeenteraadsleden kunnen
bepalen waar bepaalde kinderen heen moeten kunnen, dat is een hele aparte
manier van denken over onderwijsvrijheid. Nogmaals, ik vind ook
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, dit gaat mij toch werkelijk te
ver. Ik wil u herinneren aan wat ik net zeg. U maakt de discussie zelf
kapot, u haalt elke nuance eruit, u schuift ons dingen in de schoenen die
we absoluut niet in de mond hebben genomen, in de mond zouden willen nemen.
De vrijheid naar welke school je je kinderen stuurt is een groot goed, dat
willen we waarborgen. We denken dat dit gewoon een prima regeling is en dat
die voldoet aan wat maatschappelijk aanvaardbaar is. U probeert ons dingen
aan te wrijven die ik absoluut niet pik.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)U hebt het ook niet gezegd. Ik wil letterlijk
zeggen dat van de kant van Progressief Soest en PvdA dit duidelijk gezegd
is, dat er gewoon genoeg keuze in Soest is en dat deze ouders niet zo
moeilijk moeten doen.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, de heer Meilof, die zostraks
zei dat u niet helemaal luisterde en dus de vragen anders beantwoordde dan
hij ze bedoeld had, moet nog maar eens even nalezen aan de hand van de
notulen wat er gezegd is. Dit is ongenuanceerd dat mag ik niet
zeggen, dat doe ik dus ook niet. Onderwijsvrijheid is een groot goed, dat
is wat de heer Meilof bedoelt te zeggen. Dat vinden wij ook. Maar als er
dan in die onderwijsvrijheid mensen zijn die extremen kiezen, betekent dat
niet dat de gemeenschap in zijn algemeenheid moet opkomen en betalen voor
datgene wat de extremen kiezen.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Ja, ik wil hier graag op ingaan. Dat betekent
dus dat bepaalde groeperingen in onze samenleving geplaatst worden in de
hoek van de extremen. Dat is best wel een forse uitspraak en die wil ik dus
even bewust herhalen, dat de PvdA vindt dat bepaalde christelijke
groeperingen en andere groeperingen extremen in onze samenleving zijn.
Ik ben het eens met de desbetreffende personen die zeggen dat de onder
wijsvrijheid in Nederland gewaarborgd is, ook al zou u geen cent hiervoor
uittrekken. Daar gaat het mij niet om, dat is ook de hele strekking van de
motie niet. De strekking van het amendement is maar één zaak: er is een
verrassingszaak, er is een zaak die door ouders op dit moment niet meer te
beïnvloeden is; hun kinderen gaan naar deze scholen; hun onderhandelings
positie is een zwakke positie geworden als het gaat om het vervoer en zij
zijn daarmee in een buitengewoon kwetsbare rol terecht gekomen, die hen
financieel in een ongelukkige positie brengt. Wij vragen alleen maar aan de
raad om daar rekening mee te houden door deze regeling één jaar uit te
stellen en deze ouders de mogelijkheid te geven de zaak op een andere
manier goed te regelen.