15 september 1994 - 13 - oplossing van de verkeerssituatie die gaat ontstaan bij het realiseren van het onderhavige plan, is er sprake van een naar onze mening onevenredige verdichting van de bebouwing die in het binnenkort in procedure komende bestemmingsplan nergens een dichtheid zal mogen kennen van 7 5% -ik kan me nauwelijks voorstellen dat de raad dat wel zou willen- en is er sprake van een belemmering bij uitvoering van het onderhavige plan voor het bereiken van een optimale inrichting van het gebied Van Weedestraat. Nu zijn wij en andere fracties benaderd met brieven en waarschuwingen betreffende het te nemen besluit. Die gaan ervan uit dat de raad op 17 maart een finaal besluit had genomen. Men kon beter weten als de juiste objectieve deskundigen daarvoor waren ingehuurd. Ook de dreiging van schadevergoeding, op een haast chanterende wijze, wil ik betrekken bij de standpuntbepaling van mijn fractie. De schade die men zegt te gaan claimen is terug te brengen tot ondernemersrisico. Zonder over de juridische of economische eigendom te beschikken -deze informatie is gecheckt op 12 september 1994- kan men best proberen op andermans grond een bouwvergunning te krijgen. Als men plannen heeft gemaakt die niet passen binnen de vigerende bestemming, loopt men risico, ondernemersrisico. Als men die bestemming niet gewijzigd krijgt, is het einde verhaal. Einde verhaal van schade. Mijn fractie is niet bereid tot het verlenen van vrijstelling als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening. Heer WITTE GGSVoorzitter, in 1990, toen Gemeentebelangen Groen Soest de raad inkwam en voor die tijd in verkiezingstijd, hebben wij ons hard gemaakt om voor elkaar te krijgen dat de Lindenhofplannen, zoals die er lagen, niet door zouden gaan. We hebben altijd gemeend dat De Lindenhof op de Van Weedestraat een van de betere plekken is die een planologisch uitgangspunt zou kunnen vormen om daar de leefbaarheid en het leefklimaat een stuk te verbeteren. Daarom vonden we de combinatie tussen de project ontwikkelaar en het gezinsvervangend tehuis ook een hoogst ongelukkige. Ik kan mij herinneren dat tijdens een van de eerste raadsvergaderingen waar wij bij zaten in 1990, het plan van tafel ging en vervolgens een aantal van de hier zittende fracties -een meerderheid in de raad- het nodig vond om voor het gezinsvervangend tehuis een motie aan te nemen om toch het gezinsvervangend tehuis mogelijk te maken. Ik heb toen al gezegd dat dat een slechte zaak was, omdat de koppeling tussen het gezinsvervangend tehuis en de projectontwikkelaar nooit door het gezinsvervangend tehuis zou kunnen worden ontkoppeld, maar dat de politiek daartoe zou moeten besluiten. Voorzitter, het is een hele lange tijd geweest, het heeft er steeds om gehangen welke kant het op zou gaan. En nu valt dan het verwijt, ook van de kant van de projectontwikkelaar, dat een raad zich gehouden zou moeten weten aan een besluit van de vorige periode. Dan is het natuurlijk wel zo dat wij in die laatste raadsvergadering van de vorige raad de andere partijen attent hebben gemaakt op het feit dat er een beleidsprogramma was, waarin was afgesproken dat er geen besluiten genomen zouden worden over omstreden voorstellen voordat de nieuwe raad zou zijn geïnstalleerd. U kunt begrijpen dat, met de zorg die wij hebben om hoe Soest elk jaar weer verlelijkt en er allerlei plannen worden uitgevoerd die absoluut niet bijdragen aan het mooi-zijn van Soest, wij heel blij zijn dat we toen met de WD samen een motie hebben ingediend die toen is aangenomen, die ervoor heeft gezorgd dat het besluit nu genomen kan worden. Natuurlijk moeten we de stemming nog even afwachten, maar ik ben blij voor Soest dat dit plan van tafel is en ik hoop dat de koppeling tussen het gezinsvervangend tehuis met de projectontwikkelaar op zo kort mogelijke termijn kan worden weggenomen en dat uw college zo verstandig zal zijn om het gezinsvervangend tehuis verder te begeleiden en ervoor te zorgen dat wat daar zou moeten gebeuren, past in het bestemmingsplan en dat er ook echt sprake is van anticipatie. De heer Krijger zegt het net, dat er wel geanticipeerd kan worden, maar mijn fractie vraagt zich af waarop. Er is geen enkel bestemmingsplan dat in procedure is op dit moment. Er wordt geanticipeerd op een verzameling van allerlei ad hoe besluiten, ik wil het maar even hebben over de Albert Heijn die daar zou moeten komen, over allerlei varianten van rondwegen, niet iets waarvan je kan zeggen dat het een uitgebalanceerd bestemmingsplan is, terwijl de problemen die daar spelen daar wel om vragen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 284