10 oktober 1994
- 16 -
ontwikkelingen die tot een zogeheten «voortschrijdend inzicht» kunnen
leiden, tevens kunnen leiden tot een herbezinning op aspecten van het
ruimtelijk beleid. Het lijkt me toch goed om te zeggen dat deze herbezin
ningen altijd ook onderdeel van discussie in de commissie en in de raad
zullen zijn.
BAM en de andere fracties maken opmerkingen over en zetten vraagtekens bij
een aantal bouwprojecten, «projecten met stadsallureszoals BAM het
noemt. Een aantal projecten die zij met name noemen waren overigens al in
gang gezet toen dit college aantrad. Het lijkt mij goed om hier te
vermelden dat dit college in juni jl. het volgende heeft besloten: er moet
de nodige terughoudendheid betracht worden ten aanzien van het ontwikkelen
van nieuwe appartementen- en meergezinsprojecten. Dit heeft inmiddels
geleid tot aanpassing van de maximale bouwhoogte in het ontwerp-plan voor
de Boerenstreek tot twaalf meter, dat was oorspronkelijk zestien meter. Een
ander ding dat wij inmiddels hebben gedaan is dat wij aan projectontwikke
laars vragen om in voorkomende gevallen niet uitsluitend met de opzet voor
een appartementengebouw te komen, maar ook naar alternatieven te kijken.
Dit heeft er inmiddels toe geleid dat er voor het terrein van de firma
Duijst aan de Beukenlaan in plaats van een appartementengebouw een plan
ontwikkeld is met veertien geschakelde patio-woningen.
Over het verkeer is ook in de vijf-minutensessie al het een en ander door
de verschillende partijen gezegd. De maatschappelijke discussie om de
noordelijke hoofdwegenstructuur is volop gaande. Zojuist is de inspraak
periode gesloten en worden de reacties verwerkt. In de maand november zal
het college een voorlopig standpunt bepalen en in december zal de raad zich
over deze materie kunnen uitspreken. Het zou onjuist zijn en verwarring
scheppen om dan op dit moment allerlei schoten voor de boeg te geven en
enige schijn te wekken dat reeds standpunten zijn ingenomen. Enige reacties
op mogelijke andere alternatieven of te wijzigen procedures zijn ons
inziens op dit moment dan ook niet op hun plaats.
De BAM refereert aan de onveilige situatie voor fietsers en voetgangers bij
de spoorwegovergang. Daarover zou ik het volgende willen zeggen. Bij de
besluitvorming dit voorjaar over de definitieve aanpassing van de overweg
bij station Soest-zuid heeft de meerderheid van de raad besloten tot het
plaatsen van fietsenstallingen aan het einde van de Bosstraat. Eveneens is
toen besloten om de oversteeksituatie aan de Nieuweweg te laten zoals deze
nu is. De procedures rondom het verkrijgen van een bouwvergunning voor de
fietsenstallingen lopen op dit moment en de realisatie van deze fietsen
stallingen zal vermoedelijk in het voorjaar van 1995 plaatsvinden.
Het GPV/SGP/RPF heeft ten aanzien van de verkeersveiligheid opgemerkt dat
het aantal ongevallen vorig jaar iets is toegenomen ten opzichte van de
jaren daarvoor. Het is naar onze mening echter nog te vroeg om te spreken
van een trendbreuk. Fluctuaties zijn meer voorgekomen. Hetzelfde geldt voor
de aantallen verkeersslachtoffers. Voor beide aspecten geldt dat in ieder
geval vanaf 1986 van een dalende trend sprake is. Zoals uit de notitie
«Besteding verkeersveiligheidsgelden 1994» blijkt, gebeuren veel ongevallen
op de hoofdwegen van de gemeente. De ontwikkelingen die wij voornemens te
doen op de noordelijke en de zuidelijke hoofdwegenstructuur, zouden op zich
kunnen bijdragen aan een vermindering van het aantal verkeersslachtoffers,
zonder dat daar specifiek geld voor gereserveerd wordt, dat kan meegenomen
worden in die projecten. Ik wou daarbij opmerken dat 50% van de gevallen
die u vindt in de notitie verkeersveiligheid, dus 50% van de objecten,
direct of indirect te maken hebben met deze wegen, gekoppeld onder de
verzamelnaam N221.
In de reactie van Progressief Soest wordt een opmerking gemaakt over de
privatisering verkeerstaken. Ik zou daarover willen opmerken dat dat slaat
op de taakomvang van de politie en niet direct op taken van de gemeente.
Ten aanzien van het onderwerp welzijn, met name de ouderen. De WD heeft
opmerkingen gemaakt dat de senioren gewend zijn aan het dragen van
verantwoordelijkheid. Nou, dat onderschrijven wij voluit. De opmerking dat
daarmee de ouderen al in staat zullen zijn uitvoerende taken te vervullen,
wordt in de praktijk al bewaarheid, omdat bijvoorbeeld de maaltijdvoorzie
ningen volledig in eigen beheer door de SWOS worden uitgevoerd. Ook maakt
de WD een opmerking over de mogelijkheid om met de SWOS tot budgetfinan
ciering te komen. In een eerste gesprek zijn daartoe inmiddels aanzetten
gegeven.