17 november 1994 - 5 - iemand die van buiten Soest naar binnen wil komen. Dat wat betreft de gelijkheid. Wij blijven van oordeel dat een verdere verstedelijking in het gebied tegen moet worden gegaan, met name ook om de uitstraling naar de percelen langs de Wieksloterweg verder te behoeden voor verdere bouw. De vraag van de heer Jansen om de nota die hij noemde nader te bezien, die wil ik graag meenemen om te kijken welk antwoord ik hem daarop zal kunnen geven. VOORZITTER; Wenst iemand in tweede termijn het woord? Niemand. Dan wil ik voor de duidelijkheid tot stemming overgaan. Ik zou daarbij vooraf aan uw raad toestemming willen vragen voor het volgende. Als het voorstel van het college verworpen wordt, dan is er strikt formeel genomen geen besluit genomen. Het voorstel is dan verworpen, wat betekent dat het college tot heroverweging moet komen en in een volgende raadsvergadering bijvoorbeeld al of niet met een positief voorstel komt om een voorbereidingsbesluit wel te nemen. Ik kan ook zeggen: als u ons voorstel verwerpt, dat dan het tegenovergestelde, het verlenen van een voorbereidingsbesluit, wel door uw raad wordt aanvaard. Ik vraag dat van tevoren even. Dat wilt u niet? Goed, dan breng ik het voorstel in stemming, wordt het verworpen, dan is het verworpen en zien we daarna wel weer. Heer VISSER (GL/PS); Voorzitter, u zegt nu wel ineens: dat wilt u niet, maar het lijkt me toch heel omslachtig om die conclusie niet te trekken. Ik vind, als het verworpen wordt, dan is een voorbereidingsbesluit dus wel binnenkort te verwachten. VOORZITTER: Dat is een zaak van het college, daar doe ik nu geen uitspraak over. Ik vraag nu aan uw raad, als het verworpen wordt, of het tegenover gestelde geconcludeerd mag worden. Daar zegt u -constateer ik aan uw reacties- nee tegen. Dat is duidelijk. Dan blijft dus over het voorstel van het college. Ik breng dat nu in stemming. De stemmingen vangen aan bij mevrouw Tomassen. Ik breng dus in stemming het voorstel van het college, zoals bij dit agendapunt gedaan. Wilt u zich uitspreken met voor of tegen? Ik begin bij mevrouw Tomassen. mevrouw Tomassen, tegen; mevrouw Hugen, voor; de heer Van den Breemer, voor; de heer Joustra, voor; de heer Brunekreef, tegen; mevrouw Stekelenburg, voor; mevrouw Blommers, voor; de heer Ten Hove, voor; mevrouw Gerritse, voor; de heer Krijger, tegen; de heer Zwaanenburg, voor; de heer Glastra, voor, de heer Boerkoel, voor; de heer Jansen, tegen; de heer Blaauw, tegen; de heer Plomp, tegen; de heer Krol, voor; mevrouw Huberts, tegen; de heer Van Logtenstein, voor; mevrouw Swinkels, voor; mevrouw Hartering, voor; de heer Visser, tegen; de heer Anderson, tegen; de heer Witte, voor; de heer Van Wuijckhuijse, voor; de heer Meilof, voor. VOORZITTER: Dan is het voorstel van het college aangenomen met 17 stemmen voor en 9 stemmen tegen. Het voorstel (RV 94-143) wordt na hoofdelijke stemming aangenomen. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor diverse gebieden. Het voorstel (RV 94-141) wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Voorstel tot vaststelling van de Verordening winkelsluiting Soest. Heer MEILOF GPV/SGP/RPFVoorzitter, om dezelfde redenen van vorige keer: tegen. Heer JOUSTRA (BAM): Voorzitter, we kunnen wel instemmen met het voorstel, maar ik heb in de commissievergadering ook gevraagd en ik heb het niet terug kunnen lezen, dus nog maar een keer dan: stel dat er in Soest twee avondwinkels zijn of kunnen komen, betekent dat dan -ook al steekt

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 426