20 januari 1994
- 3 -
regering en parlement te doen te bewerkstelligen dat de formatie -
uitbreiding van de politie op korte termijn gestalte te geven;
verzoekt het college van burgemeester en wethouders
de motie ter kennis te brengen van regering en parlement;
de motie ter kennis te brengen van de raden van de gemeenten in
Nederland en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, met het
verzoek deze motie op enigerlei wijze te ondersteunen en dat ter
kennis te brengen van regering en parlement.
VOORZITTER: Dank u wel. Aangezien de raadsleden de tekst van de motie kennen
en het standpunt van het college, zoals verwoord in onze brief van
18 januari, lijkt het mij verstandig dat ik nu eerst het woord aan de andere
fracties geef, voor zover daar behoefte aan is.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Het GPV/SGP/RPF heeft bepaalde zorgen, die lijken
op die van mevrouw Tomassen, als het gaat om de zorg voor de veiligheid. Toch
zijn wij geneigd om deze motie niet te willen ondersteunen. Ik heb dat in de
commissie a.b.z. al gemeld. Wij denken zelf nog steeds dat het oplossen van
de problematiek op dit moment via politiesterkte helemaal niet de oplossing
hoeft te geven die we wensen. We hebben een periode achter de rug waarin we
een duidelijk grotere politiesterkte hadden, waarin we ervaring hebben
opgedaan met een politiekorps waar een ongeveer gelijk bedrag aan besteed
werd als de heer Boerkoel straks gaat voorstellen. We hebben toen mee ervaren
dat het niets uitmaakte, dat het effectief gezien niet resulteerde in cijfers
die gunstig waren. Erger nog, de cijfers zijn niet ongunstiger geworden sinds
deze agenten er niet meer zijn. Dat is heel vervelend om te moeten zeggen,
maar het is wel zo. De cijfers zijn hetzelfde gebleven op het moment dat het
politiekorps smaller is geworden. Dat betekent dat die aard van politiezorg,
zoals nu ook door mevrouw Tomassen gevraagd wordt, kennelijk niet datgene
oplevert wat wij zo graag zouden willen. Dat betekent dat wij anders moeten
kijken, dat wij breder moeten kijken, dat we kennelijk weer moeten gaan
kijken van: wat is het echte probleem? Mevrouw Tomassen noemt onder andere
als één van de problematieken het veiligheidsgevoel van de burger van Soest.
Dat is best belangrijk. Het enige is dat het veiligheidsgevoel van de burger
door meer dingen beïnvloed kan worden, dat heb ik al vaker gezegd. Het kan
ook het effect zijn van welke krant je leest of je je veilig voelt. Dat hoeft
dus niet alleen maar te zijn omdat je bedreigd bent, of omdat je buren
bedreigd zijn, maar het kan ook zijn dat iemand een krant leest over alles
wat er in Groningen of in Amsterdam gebeurt en daardoor het gevoel heeft dat
hij hier niet veilig is. Dus dat kent zijn betrekkelijkheden, dat veilig
heidsgevoel. Ik zou zo al, als het om besluiten gaat die financiële effecten
voor de overheid hebben -voor onze overheid of voor de rijksoverheid- niet
een besluit in die richting willen nemen als we niet zekerder zijn dat we
iets vragen dat ook nuttig is.
Ik heb al eerder ook voorgesteld, maar goed, dat verhaal mogen we nog vaak
genoeg gaan vertellen in de nabije toekomst, dat wij in een andere richting
denken. Wij denken in vormen van preventie, vormen van samenwerking tussen
burgers, politiek, gemeente, ambtenaren en politie die moeten leiden tot veel
betere oplossingen binnen de wijken, waardoor de veiligheid en het veilig
heidsgevoel van de burger toe zal nemen. Uw oplossing, die u aanreikt in deze
motie, is niet de oplossing van het GPV/SGP/RPF.
Mevrouw BLOMMERS (WD) Voorzitter, de WD rekent het tot haar taak om alles
te doen wat de veiligheid van de burger in Soest kan bevorderen. En hoewel de
heer Meilof deze motie niet wenst te steunen omdat hij andere alternatieven
kennelijk doelmatiger vindt, denken wij dat het goed is dat je het ene doet
en het andere niet laat. Wij vinden het heel verstandig om bij de rijks
overheid aan te dringen op het feit dat door de commissaris naar voren is
gebracht, dat er misschien toch wel iets te weinig personeel zal zijn om alle
taken die de politie op het ogenblik op zijn bordje heeft, goed uit te
voeren. Wij denken dat we zo'n klacht, zo'n noodkreet moeten ondersteunen,
vooral ook omdat het gevolgen heeft, ook voor onze eigen regio. Ik zal niet
zoals de heer Meilof zeggen dat de cijfers niet verschillen en het dus niet
erg veel uitmaakt of we meer of minder agenten krijgen. Ik denk dat de
reorganisatie van de politie zoveel consequenties heeft, ook voor het
inwerken, ook door de andere manier van werken die op het ogenblik moet