18 mei 1995 - 11 - genoemd comité naar onze mening het gelijk aan haar zijde- dat niet moet worden meegewerkt aan een artikel 19 procedure nu het bestemmingsplan zover is gevorderd dat het nog deze maand ter inzage kan worden gelegd. Het nu instemmen met de artikel 19 procedure zou naar onze mening elke verdere bezwarenprocedure nog meer tot een farce maken. Vanwaar toch die haast, voorzitter? Wiens hete adem voelt u toch in uw nek dat u zelf bereid bent om een zo brede maatschappelijke weerstand tegen deze plannen te trotseren door met dit plan voorop te gaan lopen in plaats van het in te passen in het toekomstige bestemmingsplan? Het nieuwe ontwerp-bestemmingsplan is dan ook voor ons het toetsingskader en niet het vigerende bestemmingsplan dat binnenkort sowieso niet meer bestaat. Dat gegeven, voorzitter, maakt voor ons elke medewerking aan een artikel 19 procedure volstrekt overbodig. VOORZITTER; Mag ik u nog een keer verzoeken u aan de regels van het huis te houden en niet te applaudisseren? Heer JANSEN (D66): Voorzitter, even naar de insprekers toe. De kernwoorden zijn «die paar maanden» en «spoedeisend is het niet echt» en «de schaal van de bouw die beoogd wordt». Daar hebben wij het in de commissie r.o. ook over gehad, ook over het heronderhandelen. Op deze punten staat D56 achter datgene wat de insprekers daarover gezegd hebben. Voorzitter, we hebben in de vorige raadsvergadering al aangekondigd niet met een artikel 19 procedure akkoord te kunnen gaan. Dat had toen betrek king op de zogenaamde pleinwand. Waar het ons om ging en gaat is in elk geval proberen te voorkomen dat er nog meer geld naar het bedrijf Uyland gaat zonder dat alle knelpunten in het centrumplan als onderdeel van het bestemmingsplan Soest-zuid zijn opgelost. Als we nu gewoon op de door het college voorgestelde weg verdergaan, dan is de kans groot dat wij als gemeente Soest om dit gebied een nieuwe impuls te geven straks zo'n drie tot vier miljoen gulden kwijt zijn, terwijl zoveel buurtbewoners dat niet willen en terwijl onze eigen volkshuisvestingsdoelstelling (de doorstroming te bevorderen en met name ouderen zo te kunnen laten wonen dat zij dat langer kunnen volhouden, vlak bij de voorzieningen, in betaalbare woningen) onhaalbaar wordt. D66 heeft er een en andermaal op aangedrongen het overleg te hervatten om alsnog dat doel te bereiken en wij erkennen dat het dan nog meer kan gaan kosten, voorzitter. Maar liever nog iets meer uitgeven voor iets dat breed gedragen wordt, dan ons neerleggen bij het dictaat van één firma. Voorzitter, voor het betalen van dit plan zijn de zeven miljoen structuur- visiegelden aangesproken die bestemd waren voor volkshuisvestingsdoelein den, de zogenaamde revitaliseringsgelden. Het restant zit nu in de reserve voor infrastructurele voorzieningen. En nogmaals, wij vinden dat er nog iets meer uit die pot gehaald mag worden, mits de doelstellingen gehaald worden die wij voor dit plan voor ogen hadden. Als we de weg opgaan van de artikel 19 procedures, dan verliezen we de grip op het geheel. De diverse onderdelen kunnen dan in de tijd gezien een eigen leven gaan leiden en uitbetaling van compensatiegelden kan dan plaatsvinden voordat er elders in het plan een oplossing is. Dat is de kern van de rede, voorzitter, waarom D66 tegen dit voorstel blijft. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, enkele opmerkingen namens het GPV/SGP/RPF, of als het GPV/SGP/RPF, moet ik zeggen. Ten eerste een kleine vergadertechnische opmerking. Ik meende dat wij een afspraak hadden gemaakt rond het spreekrecht dat het bij insprekers ging om insprekers die nieuwe gegevens zouden inbrengen. Ik heb het niet gemerkt. Misschien dat het toch van tevoren weer beter bekeken moet worden. Als het gaat om persoonlijke voorkeuren in de bouwplannen zoals ze er nu liggen, om de bebouwing in Soest zoals het nu gaat, dan ben ik het eens met iedere inspreker, dan zeg ik: laten we daar een rustig, vriendelijk, klein laagbouwwijkje laten komen. Graag. In Soest heb ik geen enkele behoefte aan welke vorm van hoogbouw dan ook, geen enkele behoefte aan welke geconcen treerde woningbouw dan ook. Ik vind het iedere keer weer jammer als we een beslissing in die richting nemen. Een derde opmerking is dat ik deze tegenzin tegen dit soort bouwplannen ook gehad heb in de oorsprong toen wij spraken over de bouwplannen rond het oude gemeentehuis en het oude politiebureau. Daar was ik helemaal niet gelukkig mee, ik heb me geïrriteerd aan de gedachtengang dat daar hoge

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1995 | | pagina 104