18 mei 1995
- 14 -
toch nog een keer opnieuw, een week later in de raad, te noemen.
Voorzitter, deze totale gemeenteraad, met uitzondering van de nog niet
zittende fractie, de totale gemeenteraad van Soest heeft in januari 1994
gezegd: dat akkoord is ons wat waard, daar durven we achter te gaan staan,
met alle mitsen en maren die erachter zitten, we gaan in ieder geval ja
zeggen tegen het herenakkoord.
Heer WITTE (GGS): Voorzitter, ik zal het toch elke keer weer moeten
meedelen: wij hebben indertijd in januari tijdens die raadsvergadering heel
duidelijk gezegd dat wat betreft het bedrag van 2,5 miljoen wij geen
problemen hadden, maar wat betreft de planologische invulling wij wel
degelijk een probleem zagen.
Heer KROL (CDA): U hebt vóór het herenakkoord gestemd en u hebt een
planologisch voorbehoud gemaakt. Dat is correct geformuleerd, als je de
notulen naleest. Maar dat betekent dus dat toch de gehele raad uiteindelijk
voor het herenakkoord gestemd heeft. Ja, met dat voorbehoud, dus u hebt
uiteindelijk voor het kader gestemd en gezegd: alleen als we dat gaan
toepassen, als we dat gaan uitwerken, dan wil ik nog niet zeggen dat ik het
daar allemaal mee eens ben. Maar dan hebt u nog wel voor het akkoord
gestemd.
Heer WITTE (GGS)Het gaat nog veel verder. Wij hebben van meet af aan
duidelijk gemaakt dat wij daar niet op hoogbouw zaten te wachten. Niet van:
we zullen nog wel even dit en we zullen nog wel even dat. We hebben heel
duidelijk gezegd: met een planologisch voorbehoud.
Heer KROL (CDA): Ja, oké, dus uiteindelijk hebben we dat dan toch juist
samengevat, ondanks dat voorbehoud.
Dat was in januari, vóór de verkiezingen. Ik heb het toen gezegd en ik zeg
het nu nog maar een keer, niemand kan zeggen dat we daar niet duidelijk in
waren. Dat mag ook echt niemand doen in die zin. Vóór democratische
verkiezingen hebben wij aangegeven wat wij als partij -meer partijen deden
dat- van die plannen vonden. Dat deden we op grond van een aantal argumen
ten. We wilden een bedrijf verplaatsen, we wilden -zoals de heer Meilof
terecht noemde- een lokatie voor volkshuisvesting mogelijk maken. En dat
doe je dan bij een centrum, dicht bij winkels gelegen en dat vraagt erom -
grond bij een centrum is ontzettend duur- dat je wat hoger gaat dan je
misschien allemaal wel zo mooi vindt. Dan hoor ik heleboel mensen zeggen:
betaalbaar. Een van de vorige sprekers in deze raad gaf al aan: we kunnen
daar alleen maar betaalbare woningen bouwen, want dat bevordert de door
stroming. Terwijl ook hij een levend voorbeeld is van het feit dat als je
wat minder goedkope appartementen bouwt, je toch een grote woning kunt
achterlaten. Daarmee bedoel ik maar, voorzitter, al die appartementen die
daar gerealiseerd worden, in wat voor prijsklasse dan ook, zullen in Soest
tot doorstroming leiden en dienen daarmee een volkshuisvestelijk nut. Het
is misschien een andere categorie ouderen, die in een duurder appartement
dichtbij een centrum gaat zitten, maar er is een markt, ze zullen vol
komen. Ik geef u op een briefje: u zult zien dat er erg veel Soester in
terechtkomen. Dat betekent, voorzitter, dat een volkshuisvestelijk doel
wordt gediend. Ik hoor natuurlijk wel mensen die zeggen: daar geloof ik
niet zo in. Dat moeten we dan afwachten.
Voorzitter, dat zijn een paar argumenten waarom we op deze plek dit soort
plannen op zich bespreekbaar vinden. Dan komt natuurlijk waar het vanavond
eigenlijk om gaat. Het gaat vanavond om artikel 19 versus bestemmingsplan.
De insprekers, ze laten het ons hier duidelijk weten, geven aan niet te
willen werken aan een artikel 19 procedure en vragen aan de raad: kunt u
nou niet eens even wachten, want in het bestemmingsplan zijn onze rechten,
onze mogelijkheden veel beter beschermd. Voorzitter, dat zou je kunnen
zeggen als het zomaar een artikel 19 procedure was. Ik denk dat als je zó
vaak en zó indringend met mensen hebt gesproken over de plannen die ter
tafel liggen en als je zó duidelijk de bezwaren op het bouwplan nog moet
gaan horen -we hebben ze al gehoord, dus ik ontken het niet, ik weet dat ze
er zijn- dan kun je niet zeggen dat we daar niet binnen deze artikel 19
procedure zorgvuldig mee zijn omgegaan. Het komt er ook nog op neer,
voorzitter, dat als je al een planologisch kader hebt liggen, je hebt een
planologisch kader in de vorm van een concept-bestemmingsplan in orde, dan