15 juni 1995
- 13 -
weer een aantal nieuwe wensen en dat alles leidt met elkaar tot een steeds
verder gaande bijna autonome groei van diezelfde gemeentelijke overheid,
tot een groei van de gemeentelijke uitgaven en tot burgers die bij elke
activiteit eerst in de richting van de overheid kijken met een verzoek om
vooral toch wat extra subsidie. Hoe vaak lezen we niet in begrotingsbehan
delingen dat extra geld nu eenmaal onvermijdelijk is omdat de kosten voor
personeel bij alle mogelijke instellingen nu eenmaal met de CAO stijgen en
omdat tenslotte de vaste lasten voor dit of dat pand ook toenemen. Alleen
al daarom vinden wij het verstandig om één keer in de zoveel tijd de
stofkam nog eens door de gemeentelijke taken en uitgaven te halen, soms met
het mes op de keel -ik verwijs u naar de discussie die we in de jaren
tachtig hebben gehad, toen we echt niet anders konden- en soms omdat er een
bezuinigingsvoorstel vanuit Den Haag naar beneden dwarrelt, waarvan we
vreselijk schrikken en waarvan we misschien achteraf constateren dat het
niet zo vreselijk veel zeer deed als we misschien wel hadden gedacht. Toch
blijft het noodzakelijk, alleen al om de voorgenoemde redenen, ons gemeen
telijk takenpakket nog eens kritisch door te lichten. Iedere politieke
partij in deze gemeenteraad zal op grond van zijn eigen uitgangspunten
keuzes maken bij deze discussie. Daarmee is deze kerntakendiscussie toch
meer geworden dan simpelweg een noodzakelijke bezuinigingsronde. Dat die
discussie niet altijd geweldig is gevoerd, dat die vaak te financieel was,
dat we misschien te vaak over feitjes hebben gediscussieerd en te weinig
over de grote lijnen, het is hier heel vaak en heel uitgebreid gezegd, het
is misschien niet verstandig om daar nu teveel bij stil te staan. En om
daar nog eens wat over te zeggen: één ding is duidelijk, veel van de
fracties die in de afgelopen weken dat we over dit voorstel spraken zeiden
dat de discussie niet deugde, die hebben inderdaad ook de eigen besluitvor
ming in deze raad niet verbeterd door een eigen inhoudelijke bijdrage te
leveren. Laten we daar nou duidelijk in zijn, als je vindt dat deze
discussie niet deugde, dan vind ik dat je met een eigen inhoudelijke
bijdrage moet komen. In die zin heb ik ook respect voor die fracties die
daar wel aan meegedaan hebben.
Bij ons als CDA-fractie staan onze uitgangspunten bij de hele besluitvor
mingsprocedure voorop. Je kunt als overheid niet meer alles doen, je maakt
burgers passief en we hebben er simpelweg het geld niet meer voor. Dat zou
kunnen leiden -en dat zie je op dit moment in het land veel- tot het idee
dat de vrije markt en iedereen het nu maar zelf moet oplossen. Maar een
overheid die zich al te ver terugtrekt levert vaak op dat zwakkere groepe
ringen daarin de klos zijn. Daarom zegt het CDA dat de overheid ook
verantwoordelijkheid met haar burgers moet delen en tegelijkertijd verant
woordelijkheid moet nemen voor de burgers die niet op eigen kracht in onze
maatschappij kunnen functioneren. Dat, voorzitter, zal een leidraad bij de
beoordeling van uw voorstel zijn.
Als ik naar het voorstel ga, dan wil ik beginnen stil te staan bij het
kopje «personeel». In het voorstel van het college is een stukje geschreven
over het gemeentelijk personeel. Het is een klein stukje, maar zij leveren
een forse bijdrage uiteindelijk aan de besparingen op de uitgaven door een
miljoen gulden in te leveren. Zonder gedwongen ontslagen, dat wel, maar we
weten heel goed dat deze besparingen alleen maar gerealiseerd worden door
een stevige reorganisatie van het gehele ambtelijk apparaat waar zeker niet
iedere betrokkene gelukkig mee is. Laten we duidelijk zijn, het is heel
gemakkelijk om te zeggen: ja, als raad staat het nu wel in het voorstel,
maar hebben we er toch eigenlijk niet met z'n allen over besloten. Deze
raad is natuurlijk heel duidelijk verantwoordelijk. Ik vind dan ook dat
deze ingreep in het ambtelijk apparaat heel goed gevolgd moeten worden. De
effecten daarvan op de ambtelijke organisatie, de effecten daarvan op de
mensen die het allemaal ondergaan, zou je heel goed als raad in de gaten
moeten houden. Ik bedoel daar eigenlijk mee dat de medezeggenschapscommis
sie en straks de O.R. toch eens één of twee keer per jaar met de functione
le raadscommissie die over personeel gaat -dat is a.b.z.- zouden moeten
spreken over hoe zij op dit moment de gang van zaken ervaren. Op die manier
blijven we als raad op zijn minst op de hoogte van de verdere gang van
zaken rondom deze reorganisatie.
Een stukje financiën. U weet allen hoe de CDA-fractie denkt over het idee
van een rondweg, dat is denk ik duidelijk. Maar de laatste tijd horen we
het eigenlijk op een wat oneigenlijke manier gekoppeld aan het voorstel
rondom de kerntaken. Natuurlijk, als je het stuk goed leest, zal er over