nr10
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente
Soest op maandag, 16 oktober 1995, aanvang 19.30 uur.
Voorzitterde heer J. de Widt, burgemeester;
Secretaris de heer W.P. de Kam.
Aanwezig de leden: B.D. Anderson, mevr. A. Blommers - Biezeno, C.
Boerkoel, A.W. van den Breemer, S.H. Brunekreef, mevr. B.M. Gerritse -
van Ee, T. Glastra, mevr. A. Hugen - Strijker, P.V. ten Hove, mevr. E.
Huberts, F.L. Jansen, R. Joustra, A.F.M. Krijger, R.W. Krol, R.A. van
Logtenstein, J.P.J. Lokker, G.A.W.G.A. Plomp, mevr. W.A.A. Stekelen
burg - Ruitenburg, mevr. J.M. Swinkels, mevr. A.D. Tomassen - Holsheimer,
J. Visser, H.L. Witte, J.B. van Wuijckhuijse en J.A. Zwaanenburg.
Afwezig met kennisgeving de leden: W.A. Blaauw, mevr. L. Hartering - van
den Broek en W.R. Meilof.
VOORZITTERIk open deze raadsvergadering, die in het teken staat van de
begrotingsbehandeling. Ik heet u allen van harte welkom. Berichten van
verhindering heb ik ontvangen van de heer Blaauw, de heer Meilof en mevrouw
Hartering. De heer Meilof heeft speciaal gevraagd om de vragen en de
opmerkingen die hij gemaakt heeft, wel te beantwoorden. Hij zal, voor zover
nodig, daar woensdag op terugkomen of op doorgaan.
Beëdiging lid van de raad.
VOORZITTERVoordat wij aan onze eigenlijk werk beginnen, eerst de beëdi
ging van een lid van de raad. Dat betreft dus in dit geval het door uw raad
toegelaten nieuwe lid van deze raad, de heer W.H. Roest. Ik verzoek u allen
te gaan staan.
De heer Roest heeft verklaard de belofte te willen afleggen. Dan is het zo
dat wij sedert enige tijd een nieuwe Gemeentewet hebben. In de oude
gemeentewet was sprake van een zuiveringseed en een ambtseed, dan moest u
twee keer apart een eed afleggen. In de nieuwe Gemeentewet, waaronder wij
allen werken, is dat samengevoegd tot één eed. In de oude situatie stond:
«het voorstaan en bevorderen van de belangen van de gemeente»Daar is nu
niet meer sprake van, maar «het naar eer en geweten vervullen van de
plichten als lid van het gemeentebestuur». Maar dat merkt u als ik nu
overga tot het voorlezen.
"Ik verklaar dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden,
rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel
ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te
laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte
heb aangenomen of zal aannemen.
Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten
zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van het gemeentebestuur
naar eer en geweten zal vervullen."
Wilt u nazeggen: "Dat verklaar en beloof ik!"
Heer ROEST (D66)Dat verklaar en beloof ik!
VOORZITTER: Dank u wel. Dan feliciteer ik u namens het gehele gemeentebe
stuur en het ambtelijk apparaat met uw beëdiging als lid van deze raad. Ik
wens u heel veel succes toe. Ik hoop dat uw start verder positiever zal
zijn dan wellicht de handicap die u nu hebt, maar daar twijfel ik niet aan.
Heel veel succes toegewenst.