16 oktober 1995
- 24 -
afweging die de raad moet maken, hebben wij dat ervoor over, die hoeveel
heid geld die dat kost, om vast te houden aan de uitgangspunten die in de
structuurvisie staan en de genoemde bouwaantallen? Wij staan achter die
bouwpauze op dit moment en zullen dat ook uitvoeren.
Een aantal van de fracties heeft kritische geluiden geuit, zowel richting
college als via ons aan het ambtelijk apparaat, maar ook positieve gelui
den. Voor de waardering zeg ik u mede namens het ambtelijk apparaat en het
college hartelijk dank. De kritische geluiden die u hebt geuit zullen wij
meenemen en bij het verdere werk ter harte nemen. Om met de WD te spre
ken -en ik ben het daarmee eens- het gaat goed in Soest, we hebben een
goede raad, een goed college en een goed ambtelijk apparaat, maar het kan
beter wat ons werk betreft. Weest u ervan overtuigd dat wij daar dagelijks
aan zullen werken om dat nog beter te doen.
Dan kom ik bij de fractie van D66 en de WD ook, die opmerkingen hebben
gemaakt over het beschikbare opleidingsbudget voor ons ambtelijk apparaat.
U zegt: wellicht moeten onze medewerkers, ook na de laatste organisatie
aanpassing, een extra opleiding volgen, meer cursussen, noemt u maar op.
Wij zijn op dit moment van oordeel dat het beschikbare opleidingsbudget
toereikend is. Maar als u signalen hebt van wie dan ook of waar dan ook wij
te kort schieten en dat zou te herleiden zijn tot een gebrek aan opleiding
of het volgen van cursussen of trainingen, dan horen we dat graag. Is het
budget niet voldoende, dan zullen wij niet schromen om bij u meer geld
daarvoor te vragen. Wij achten het van wezenlijk belang dat onze medewer
kers in staat zijn en worden geacht hun werk goed te doen.
Ik kom bij de heer Krijger die vraagt om een gemeentelijk communicatieplan.
Dat lijkt goed en nuttig, maar omdat in de vorige raadsperiode net een
voorlichtingsplan, een communicatieplan is aanvaard, dat nog nauwelijks
draait, voelen wij er weinig voor om weer met dikke rapporten en nota's te
komen. Waar wij wel bereid toe zijn en dat zullen we ook de komende tijd
doen, is nogmaals de hele communicatie, de voorlichting, de inspraak,
enzovoorts, tegen het licht te houden, de sterke en zwakke punten daarvan
te signaleren en met name aan verbetering van de zwakke punten te werken.
De WD vraagt of wij het idee van de gemeente Utrecht, om brieven die
onduidelijk zijn terug te laten sturen door bewoners, willen overnemen. Ik
kan zeggen dat wij dat zullen doen.
Dan kom ik bij het personeel, met name de CDA-fractie heeft daarover
gesproken en waarschuwt -ik denk terecht, wij onderkennen dat ook- dat de
rek uit de organisatie is. Aan de ene kant constateer je een enorme
werkdruk, al was het alleen maar doordat het rijk steeds meer taken naar de
gemeente schuift. U hebt als raad een besluit genomen over de kerntakendis
cussie, die was niet uitsluitend gericht alleen maar op financiële zaken,
maar ook duidelijk op andere zaken. Ik weet dat gemeenten die niet finan
cieel gekort worden, ook een kerntakendiscussie houden, gewoon omdat het
goed is om om de zoveel tijd een keer te zeggen: waar liggen onze kernta
ken? Dat hebt u als raad gedaan. De medewerkers hebben daar een financiële
bijdrage van een miljoen aan geleverd. Dat is niet gering. Dat betekent dat
er best de komende tijd spanningen kunnen ontstaan tussen de werkdruk
enerzijds en de beschikbare ambtelijke capaciteit anderzijds. Het is een
primaire taak van het college en van het managementteam -die zijn de
eerstverantwoordelijken- om dat in de gaten te houden. Wij zullen u op de
hoogte houden als er zaken zijn die wij wat dat betreft niet meer onder
controle kunnen houden. Wij zullen u dan op de hoogte stellen en kijken hoe
we daaruit komen. Voorlopig zijn wij van oordeel dat het moet kunnen, maar
nogmaals, de ontwikkelingen gaan zo snel dat ook wij niet weten wat het
rijk ons allemaal nog de komende tijd denkt toe te bedelen.
Dan kom ik vanzelf bij de ondernemingsraad. Er is vorige week in het G.0.
overeenstemming bereikt over het ontwerp-reglement voor de ondernemings
raad, dat komt nu in uw raad aan de orde ter vaststelling. Daarin is
opgenomen dat het college van burgemeester en wethouders als ondernemer
wordt beschouwd en de gemeentesecretaris als bestuurder. Als je die lijn
consequent hanteert, dan zult u begrijpen dat wij er geen voorstander van
zijn dat de ondernemingsraad regelmatig met de politiek in gesprek gaat.
Waar wij geen bezwaar tegen hebben is dat er incidenteel een gesprek
plaatsvindt tussen de commissie a.b.z. en de ondernemingsraad. Maar uw
politieke uitspraken, uw wensen en ideeën, dienen dacht ik via het college
van B&W te lopen, in die zin dat wij de ondernemer zijn in de zin van de