18 oktober 1995 (begroting)
- 20 -
college over het referendum. Daar zou ik het volgende over willen zeggen.
Dit college is samengesteld en aangewezen door de gemeenteraad op basis van
een programmatische afspraak voor de raadsperiode 1994-1998. Er staat onder
A2 «referendum» "Het houden van een raadgevend referendum zal bij wijze
van uitzondering in overweging worden genomen indien naar het oordeel van
de raad het gaat om een voor de burgers zeer ingrijpende zaak, die niet
voorzien was vóór de gemeenteraadsverkiezingen van 1994. De uitkomst van
het referendum zal zeer zwaar wegen bij de door de raad te nemen beslissing
indien het opkomstpercentage bij het referendum ten minste 2/3 bedraagt van
het opkomstpercentage bij de gemeenteraadsverkiezingen." Wij houden ons aan
dit verhaal en wij bekijken of in de loop van deze raadsperiode een
dergelijke situatie zich voordoet waarop dit van toepassing zou kunnen
zijn.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, maar net zoals in de Tweede Kamer zie je dat
er nogal eens -niet alleen bij het begin van een periode, maar ook geduren
de een periode- zich ontwikkelingen voordoen, waarop je als politieke
partijen in Soest je zou kunnen beraden of het niet slimmer is, ondanks dat
je dat afgesproken hebt in het beleidsprogramma, dat je toch wat ruimden-
kender wordt. Soest is geen eiland en ik blijf erbij dat de burgers in
Soest
VOORZITTERKunt u een voorbeeld noemen, bijvoorbeeld de structuurvisie?
Heer WITTE (GGS)De structuurvisie, bestemmingsplan Soest-zuid, waar
zoveel bezwaar tegen is. Ik denk dat je op zo'n moment inderdaad een item
hebt waarvan je kunt zeggen: het zou een goede zaak zijn om eens te checken
of dat nu alleen die drieduizend mensen zijn die dat roepen of dat er in de
totale bevolking een meerderheid is die dat soort plannen niet lustIk
denk dat dat gewoon een hele goede zaak zou zijn om het vertrouwen van de
burgers in de politiek te verbeteren. Ik vind het echt heel erg jammer en
ook een beetje triest dat hier in Soest wat dat betreft heel erg behoudend
wordt gereageerd op het referendum.
Mevrouw TOMASSEN (GL/PS)Voorzitter, mag ik u nog even wat vragen? U zegt:
als de raad ermee akkoord gaat dat referendum te houden. Wie vraagt het
aan? En als er nou een minderheid in de raad om een referendum vraagt, is
het dan gewoon 50% plus één die ja of nee moet zeggen?
VOORZITTERZoals ik de tekst lees, zoals het hier staat -en ik denk dat we
ons daaraan moeten houden- is het de raad. Dat betekent dus de helft plus
één van deze gemeenteraad.
Mevrouw SWINKELS (D66)Voorzitter, ik denk dat het woord «referendum» iets
teveel beladen is. Wij hebben bij de algemene beschouwingen -daar stond ik
niet alleen in- gesproken over mogelijkheden om in Soest democratischer met
de bevolking om te gaan en om onze methodes van inspraak eens onder de loep
te nemen. Het CDA heeft een hand uitgestoken om erover te praten. Ik heb
voorgelezen bij de algemene beschouwingen dat eigenlijk alle partijen
ongelukkig zijn met de wijze waarop op het ogenblik de bevolking betrokken
wordt bij de besluitvorming van het gemeentebestuur. Ik denk dat wat de
heer Witte zegt ook in de lijn zit. Het gaat niet altijd om het woord, het
gaat om de inhoud, de intentie en om de manier die erachter zit. Of het nou
referendum heet of iets anders, dat is eigenlijk minder belangrijk dan dat
je in ieder geval aan het werk gaat als raad en liefst raadbreed met de
intentie die erachter zit. Als zodanig begrijp ik ook wat de heer Witte wil
zeggen. En of we dan uitkomen op datgene wat in het beleidsprogramma
vastligt of wellicht op iets anders, dat moeten we dan maar afwachten.
VOORZITTERDaar ben ik het mee eens. Wij wachten dat af hoe en in welke
vorm dat dan gebeurt
Ik kom bij D66, daar ben ik een antwoord verschuldigd op de opmerking over
de nee-nee-sticker. U zegt: als bewoners die sticker hebben, dan krijgen ze
met name de gemeentelijke informatieverstrekking niet. U vraagt of we daar
wat aan kunnen doen. Wij doen daar het volgende aan. Het is niet geoorloofd
op grond van de privacy-bescherming om hier in het gemeentehuis een lijst
