18 oktober 1995
- 20 -
VOORZITTERAkkoord. Ga uw gang.
Heer EVENHUIS: Geachte leden van de raad. Conform uw spreekrecht, zullen
wij ons thans beperken tot het Randstadterrein. Tijdens en na de laatste
commissievergadering is gebleken dat op essentiële onderdelen als de
pleinwand en 't Driftje de politieke meerderheid zich vastklampt aan het
herenakkoord en niet meer wil bewegen. Helaas.
Ten aanzien van het Randstadterrein dreigt de raad vanavond ongemerkt de
volgende affaire te creëren. Immers, het zonder verdere beperkingen
uitspreken van de intentie daar te zijner tijd tot woningbouw te komen, is
een open uitnodiging aan ontwikkelaars en speculanten om u te zijner tijd
en desnoods rechtens te overtuigen dat financieel-economisch slechts
hoogbouw haalbaar zou kunnen zijn. En overigens zijn «intenties» en
«voornemens» en dergelijke reeds bij het Amer-plan in 1993 ook al loos
gebleken.
Al in 1994 hebben wij diverse malen gevraagd de bestemming te wijzigen in
woningbouw, te weten laagbouw met schuine kap onder vastlegging van goot-
en kaphoogte van bijvoorbeeld zes, respectievelijk negen meter. Thans lijkt
er enige beweging in te komen.
Nog steeds is niet aangetoond waarom bij het Randstadterrein niet kan wat
bij het Menningterrein wel kan, namelijk een en ander vastleggen in dit
bestemmingsplan. De noodzakelijke onderbouwing van de haalbaarheid behoeft
op zich geen probleem te worden en overigens is de provincie daar zelf ook
nog partij in. Maar zelfs al zou het college gelijk hebben, dat opname in
dit bestemmingsplan niet meer kan, dan nog en zelfs dan juist zou de raad
vandaag kunnen uitspreken dat hij op korte termijn een dergelijke bestem
mingsplanwijziging nastreeft. Dit om te voorkomen dat anders alsnog een
ander bedrijf zich ter plaatse zou willen vestigen, hetgeen thans evenmin
gewenst is.
Het buurtcomité heeft reeds begin tachtiger jaren, na de gifaffaire, beide
soorten initiatieven -hoogbouw en een internationaal transportbedrijf-
moeten weerstaan en zou, hopelijk met u, willen voorkomen ook daar weer
jaren over te moeten strijden. De «winterslaap» sedertdien beviel ons
overigens best
Mocht het eerste verzoek -nu in het bestemmingsplan opnemen- niet ingewil
ligd worden, dan treft u in de bijlage, om uw besluitvorming te bevorderen,
een concept-motie aan, waarvan wij verwachten dat die de intentie van
college en raad goed weergeeft en door de raad zal worden aangenomen.
Voordat ik overga tot de motie, nog even dit: wij zijn van mening dat de
zandhopen bij het winkelcentrum nu echt voor 1 december moeten verdwijnen.
De motie: overwegende met betrekking tot het zogenaamde Randstadterrein dat
1) ongewenste ontwikkelingen moeten worden voorkomen, 2) dat daartoe moeten
worden gerekend verdere uitbreiding van bestaande bedrijfsactiviteiten of
vestiging van andere bedrijfsactiviteiten, 3) dat na grondsanering de grond
een bestemming moet krijgen voor woningbouw, passende bij de aard en
karakter van de aangrenzende bebouwing, 4) dat ter voorkoming van ongewens
te speculatie reeds thans moet worden uitgesproken dat uitsluitend laagbouw
(twee verdiepingen met schuine kap) zal worden toegestaan, nodigt het
college van B&W uit: a) alle noodzakelijke stappen te zetten om zo spoedig
mogelijk tot de voorgestelde bestemmingsplanwijziging te komen, b) vroeg
tijdig overleg met buurtcomité en aanwonenden aan te gaan, c) de provincie
te verzoeken maximale medewerking daaraan te verlenen, d) de raad periodiek
over de voortgang te informeren, en gaat over tot de orde van de dag.
VOORZITTERDank u wel. De tekst wordt ondertussen rondgedeeld. Het woord
is aan de gemeenteraad.
Heer KROL (CDA)Voorzitter, even vooraf een vraag. Er wordt door een
inspreker een suggestie -want zo moet ik het maar lezen en begrijpen- voor
een motie gedaan. Op zich heb ik dat nog niet eerder meegemaakt, maar ik
zit hier nog niet zo lang, dus ik weet het niet precies. Ik zou het toch
wel prettig vinden als de wethouder vooraf zijn standpunt aangeeft, zodat
wij in de normale twee termijnen dat mee kunnen nemen alvorens we tot
beraadslaging overgaan.
VOORZITTERIs iedereen het daarmee eens? Dan is het woord aan wethouder