16 november 1995 - 20 - aanschrijving is dan pakweg een 4.000,=. Als we er zo twintig per jaar hebben, dan is dat een heel bedrag. Naar mijn idee zou zoiets moeten kunnen worden voorkomen. Ik heb dus in de commissie vragen gesteld en die herhaal ik, ik spits ze iets toe, over het opsporingsbeleid. Luchtfoto's gebruikten we tot nu toe, dat hebt u in de stukken vermeld, om achteraf bij bewijsvoe ring te gebruiken. Mijn vraag aan u: zou u erover willen nadenken om deze luchtfoto's ook te gebruiken op een gerichte manier? Dan bedoel ik: niet heel Soest nagaan, maar vooral de kwetsbare gebieden. Ik denk dan aan de buitengebieden, zo'n gebied als de Amersfoortsestraat is daar uitstekend geschikt voor. Ik denk ook, als burgers en bedrijven weten dat dat gebeurt, dat u dan een heel groot aantal minder aanschrijvingen hoeft te doen. Het moet beslist geen «big brother is watching you» worden, daar houd ik helemaal niet van, maar ik denk dat er een duidelijke mogelijkheid is om hier in het beleid toch enigszins verandering te brengen. Heer VISSER (GL/PS)Voorzitter, als de heer Krijger zegt dat de provincie aan het rommelen is tussen de Stichtse Rotonde en de Berekuil, dan zal dat verkeerstechnisch best zo zijn, maar ik denk niet dat het iets te maken heeft met mensen die daar in de buurt wonen om dan maar illegaal je gang te gaan. Ik denk ook niet dat het verstandig is als de heer Krijger sugge reert: ga nou maar weer naar de provincie toe. Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, mag ik even interrumperen? Als de heer Visser wil citeren of wil memoreren, laat hij dan goed de woorden gehoord hebben. Ik heb gesproken over «verkeer» en «parkeren», de knelpun ten. Over de rest heb ik niet gesproken. Heer VISSER (GL/PS)Nou, ik wil het woord parkeren er nog wel aan toevoe gen, aan mijn verhaal. Dat wil niet zeggen dat iedereen die in de buurt woont van dat verkeer en parkeren, dan maar illegaal zijn gang moet gaan, met het idee van: nou ja, de provincie weet toch niet precies wat ze wil in de toekomst, dus laten wij maar alvast onze illegale bouwsels neerzetten. Een ander argument dat hij noemt iswij moeten zelf als gemeente bepalen wat we daar doen. Ik kijk even naar de overkant of ik het goed parafraseer. Ja? Maar we hebben toch met elkaar dat bestemmingsplan Amersfoortsestraat- weg vastgesteld en toen hebben we toch met elkaar bepaald wat we wel en niet wilden? Heer KRIJGER (WD)Voorzitter, in de tijd van de heer Visser als wethouder heeft hij deze raad voor een stukje leiding kunnen geven in het afwijken van het bestemmingsplan door wel toestemming te geven met artikel 19, juist voor deze zaak. Dus de flexibiliteit moeten wij en moet hij ook proberen intact te houden. Heer VISSER (GL/PS)Nooit buiten de raad om. En het is precies zoals mijn buurman net zei, dat sinds 1990 een stringent beleid tegen illegale bouwsels wordt gevoerd. Ik ben ook blij dat dit college daar zo goed aan vasthoudt, want ik hield wel eens mijn hart vast dat het mis ging ten aanzien van bostuinen en wat er allemaal in bostuinen gebeurde in Soest. Maar op dit gebied is in ieder geval uw mening duidelijk. Heer KRIJGER (WD) Mijnheer de voorzitter, mag ik interrumperen? Het spijt me, ik doe het bijna nooit, maar soms moet je het wel eens een keer doen. Er zijn vergaderingen dat alleen andere heren het doen. Wil de heer Visser aangeven wanneer de illegale bouw geconstateerd is? Als ik het onthouden heb, zijn het foto's van 1991. In welke la zijn ze terecht gekomen? Heer VISSER (GL/PS)Heeft hij het nu over de bostuin aan de Vredehof, voorzitter? Ik weet niet precies wat de heer Krijger bedoelt. Maar goed, ik wil maar even zeggen dat wij akkoord gaan met uw voorstel en dat wij volledig staan achter uw beslissing om dit niet te tolereren. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, het is natuurlijk eeuwig zonde dat de heer Zieleman indertijd niet in de gelegenheid is gesteld om het Soester Natuurbad te kopen. Maar dat wil niet zeggen dat je dan achteraf maar kunt doen alsof er geen bestemmingsplan is en allemaal mooie dingen langs de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1995 | | pagina 369