21 december 1995 - 15 - ers zitten er nu niet in en wij hebben ook nog onvoldoende reden om daar die specifieke aandacht aan te geven, omdat daar regelingen voor zijn. De heer Witte heeft gezegd: de ervaringen laten resulteren in bijstellin gen. Voor het overige, voorzitter, heb ik instemming met de verordening gehoord. Mevrouw TOMASSEN (GL/PS)Voorzitter, er was even enige onduidelijkheid. Ik heb twee vragen gesteld. De eerste was de evaluatie van deze verordening met alle mitsen en maren, in oktober, heb ik gevraagd, dus niet bij de voorjaarsnota. Ik heb gevraagd bij de voorjaarsnota te betrekken de beleidsnotitie, omdat we dan meer zekerheden hebben van de mogelijkheid die we hebben voor kwijtschelding van belasting en dat soort zaken. Bij de voorjaarsnota kunnen we daar eventueel gelden voor beschikbaar stellen. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, heel kort. Ik ben in ieder geval blij zoals de wethouder de vragen beantwoord heeft, want nu hebben we in ieder geval wel iets op papier en dat kan toch belangrijk zijn. Ik heb nog één vraag: als wij bij de evaluatie tot conclusies komen die vanaf 1 januari voor bepaalde personen negatief hebben uitgewerkt, bent u dan bereid ook met terugwerkende kracht dat te herstellen? Wethouder VAN LOGTENSTEINOver de laatste vraag: het lijkt mij wat voorbarig om in te gaan stemmen met zaken die ik niet kan overzien. Ik denk dat we dat op dat moment moeten beoordelen. Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, mag ik even interrumperen? U zegt als college: om in te stemmen met zaken die u niet kunt overzien. Maar u vraagt wel aan deze raad om datgene wat deze raad niet kan overzien, mensen die er eventueel wel of niet voor in aanmerking komen, wel toe te staan. De vraag is heel simpel. Als bij de evaluatie blijkt dat op basis van de gegevens zoals ze er liggen, mensen die in de periode daarvoor niet in aanmerking kwamen, wel in aanmerking hadden moeten komen -dan is dat op dat moment beleid- kunnen ze dan vanaf 1 januari a.s., dus met terugwerken de kracht vanaf 1 januari alsnog daarvoor in aanmerking komen? Een simpele vraag, u vraagt ons iets, wij vragen u iets. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, bij interruptie, dat zou ik willen ondersteu nen. Wethouder VAN LOGTENSTEINKijk, het is natuurlijk aan de raad om daar uiteindelijk een besluit in te nemen. Op het moment dat wij na toetsing van een aantal situaties die dan in de categorie vallen die u noemde, aan u voorleggen en daar een besluit over vragen, is er de mogelijkheid. Wij kunnen daar als college een voorzet voor doen, we kunnen u een keuze geven. Een keuze uit de voorstellen om daar al of niet met terugwerkende kracht compensatie aan te geven. Ik denk niet dat het op het moment juist is om daar nu al die absolute duidelijkheid in te geven. We kunnen dat hoogstens zeggen, indien die situaties aantonen dat er een mate van onredelijkheid zou zijn en niet de juiste benadering vanuit onze filosofie ten aanzien van de nAwb, waarin we hebben gezegd dat rechtvaardigheid een hele grote rol speelt. Als wij vinden dat dat zo is, en het is in de lijn van dat woord, dan ben ik bereid om daar met u over te praten en daar besluitvorming voor te stellen. De laatste vraag van mevrouw Tomassen. U hebt gezegd: we gaan de evaluatie wat concreter in oktober doen en u wilde bij de voorjaarsnota de beleidsno titie betrekken. Na de toetsing aan de armoedenota vind ik dat een goed moment VOORZITTERMag ik constateren dat de raad met het voorstel kan instemmen? Dan is aldus besloten. Het voorstel (RV 95-137) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Wijziging Gemeentelijke Uitwerkingsovereenkomst (GUWO) Het voorstel (RV 95-138) wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1995 | | pagina 388