19 januari 1995 - 4 -
19
stuursorgaan niet onder alle omstandigheden de bevoegdheid kan worden
ontzegd om terug te komen op een toezegging. Of er in het verleden wel
zulke harde toezeggingen zijn gedaan, trekken wij nog steeds in twijfel en
ook de ter inzage gelegde stukken hieromtrent geven daarin onvoldoende
inzicht. Naar onze mening, voorzitter, heeft de commissie onvoldoende hard
gemaakt dat het verweer van appellant terecht is. Bovendien heeft naar onze
mening de kracht van het advies sterk aan waarde ingeboet nu er sprake is De
van een verdeeld advies. de
Kortom, voorzitter, onze fractie kan het standpunt van de meerderheid van be
de commissie dan ook niet volgen en zal tegen het advies stemmen. be
Tot slot, voorzitter, zijn er nog twee aspecten waarop wij graag willen ee
wijzen. Allereerst is dat een uitspraak van de Afdeling Rechtspraak van de ge
Raad van State uit 1988, die over het verlenen van bouwvergunningen onder na
meer het volgende zegt: dat het verlenen van een bouwvergunning na ve
ontvangst van geen bezwaar geen automatisme is. Burgemeester en wethouders ge
moeten zelf de afweging maken of de vrijstelling gerechtvaardigd is te sc
achten en moeten daarvan in het besluit blijk geven. In voorkomende aa
gevallen moet ook een zelfstandig oordeel over de urgentie worden gegeven. ee
Het is verder vaste jurisprudentie dat aan de vereiste urgentie hoge eisen vc
worden gesteld wanneer er een forse inbreuk wordt gemaakt op het planoio- 1£
gisch regime." Uit de stukken hebben wij niet kunnen opmaken of deze ec
uitspraak van de Raad van State uit 1988 in de besluitvorming is betrokken, ma
maar hij lijkt ons in deze van niet ondergeschikt belang. 3C
Het laatste aspect, voorzitter, betreft de beeldbepalendheid van het pand ka
Lindenhof. Onlangs heeft het college bepaald dat het pand Immerzeel een Ma
historische beeldbepalende waarde heeft. Wij kunnen het college daarin tc
volgen. Hopelijk volgt het college ons als wij stellen dat dit onverkort hc
eveneens geldt voor het pand Lindenhof. ec
t<
VOORZITTER: Wie van de raad? De heer Witte. Spreekt u nu als raadslid of v;
als commissielid? dc
v<
Heer WITTE (GGS): Voorzitter, ik heb er behoefte aan om als lid van de si
commissie w<
VOORZITTER: Nee, straks komt de commissie aan het woord. Eerst de raadsle- vi
den en dan laat ik de commissie antwoorden. Dan krijgt u ook het woord. b.
m
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, gedwongen door het advies van de hi
commissie voor de beroepschriften op het bezwaar van Vahstal tegen het bi
raadsbesluit van 15 september tot weigering van het verlenen van een a:
vrijstelling zoals bedoeld in artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke di
ordening, heeft de fractie van Gemeentebelangen Groen Soest zich andermaal v
gebogen over de kwestie «de Lindenhof». In deze zich voortslepende zaak d
heeft mijn fractie er behoefte aan navolgend stil te staan bij het bouw- G
plan, de besluitvorming daaromtrent in 1994 en de door Vahstal en de a
commissie voor de beroepschriften aangevoerde argumenten met betrekking tot n
het voorliggende bezwaar. a
Het bouwplan «de Lindenhof». Gemeentebelangen Groen Soest heeft in de f
afgelopen jaren vele malen aangevoerd waarom dit bouwplan geen doorgang mag b
vinden. Het voert te ver al deze bezwaren hier weer uitgebreid ter tafel te d
brengen. Wel wil ik u kort onze belangrijkste bezwaren in herinnering n
roepen9
- Gemeentebelangen Groen Soest wil de huidige villa «de Lindenhof» als z
beeldbepalend monument voor de gemeente Soest behouden, een eventuele m
wijziging in de bestemming is daarbij bespreekbaar, maar de villa vormt D
het uitgangspunt. d
Het bouwplan is dermate massaal dat van enige inpassing in de omgeving a
geen enkele sprake is. b
- Er is sprake van een ernstige aantasting van het woongenot van de g
omwonenden en de leefbaarheid van de omgeving. E
- De Van Weedestraat kampt met problemen in de verkeersafwikkeling en de k
parkeervoorzieningen. Het bouwplan verslechtert deze situatie nog r
verder. 9
- Mede gelet op de distributie-planologische ontwikkelingen in Soest en c
met name bij de Van Weedestraat, is een uitbreiding van het winkelvloer-
oppervlak een ontwikkeling die de gemeente met zorg moet vervullen ten i
li