18 mei 1995 - 3 - Mevrouw TOMASSEN (GL/PS): Voorzitter, in financiën was er erg weinig tijd voor dit stuk. Dat was niet onze schuld en niet uw schuld, maar ons aller schuld. Ik heb goede notitie genomen van uw opmerkingen dat u regionaal overleg gaat voeren voor verruiming van de WVG-gelden. Dat lijkt mij heel nuttig, omdat het uiteindelijke overschot toch voor een groot deel bepaald is door de WVG-gelden. Verder willen wij ons het recht voorbehouden om bij de begrotingsvergade ring nog geld te reserveren uit dit overschot om eventuele voorstellen te kunnen financieren. Heer JANSEN (D66): Voorzitter, afgezien van de lof over het goede werk besteed aan deze jaarrekening, waar we het in de commissie financiën al over gehad hebben, nog enkele opmerkingen. Wij vinden het een goede zaak dat er op de opmerkingen en de kritiek van de kant van het accountantsbureau positief en prompt is gereageerd, zodat vóór de jaarrekening is vastgesteld, verbeteringen al gerealiseerd of in gang gezet zijn. Daarop lijkt echter één uitzondering te zijn en dat betreft de aanbestedingsprocedures van de gemeente Soest. Die zijn niet helder en geadviseerd wordt de procedures schriftelijk aan te scherpen. Om ongelukken te voorkomen, dringt D66 erop aan ook dat advies snel op te volgen. Het tweede punt is dat het overschot op de gelden in het kader van de Wet voorzieningen gehandicapten, zoals al eerder genoemd, duidelijk in de commissie welzijnszaken thuis hoort. Gelukkig hebben wij in de commissie financiën gehoord dat het college eraan werkt om aan de terechte bezwaren van de gehandicapten tegemoet te komen. Het is een duidelijk voorbeeld dat de jaarrekening een bredere behandeling verdient dan zij nu alleen in de commissie financiën heeft gekregen. Met name gaat het niet om puur financi ële zaken, het gaat er vooral ook om te toetsen of er voor het geld gedaan is, inhoudelijk gerealiseerd is, wat de raad bij de begroting als doelstel ling heeft meegegeven. Dat behoort in de functionele commissies met de verantwoordelijke voorzitters besproken te worden. Het blijft inderdaad zoeken naar een geschikte vorm voor de behandeling van de jaarrekening. Maar nu die zo mooi snel komt, bijsturen nu een reële kans krijgt -zoals dat, naar wij begrijpen, nu ook wat betreft het gehandicaptenbeleid gebeurt- vindt D66 het inhoudelijk toetsen van de doelstellingen, ook van zaken die er minder evident uitspringen -zoals waar wij dan aan denken bijvoorbeeld het vervoersmanagement— in de commissies die daarvoor zijn, feitelijk een must. Wij vragen u daar volgend jaar rekening mee te houden. Ten slotte, voorzitter, gaan wij akkoord met uw voorstel de jaarrekening vast te stellen. Vanzelfsprekend gaat het overschot naar de algemene reserve. Het daarvan afsplitsen van een weliswaar beperkt lijstje door het college gewenste uitgaven -de heer Boerkoel had het daar ook al over, maar wij willen niet zo'n tussenvoorstel doen- we vinden dat dat in dit raadsbe sluit niet thuis hoort. Dat had bij de voorjaarsnota gemoeten, of als het erg urgent is, moet zoiets ook via een speciaal kredietvoorstel kunnen en anders kan het bij de begroting aan de orde komen. Dus voor dat stukje van het raadsvoorstel wil D66 nu de verantwoordelijkheid niet nemen. Mevrouw GERRITSE (CDA): De heer Jansen heeft het meeste al gezegd van wat ik van plan was te zeggen. Ik wil niet helemaal in herhaling vallen, maar mijn vraag is dus wel om vrij spoedig óf in het seniorenoverleg óf in de commissie a.b.z. een andere vorm van behandeling van deze jaarrekening voor volgend jaar te bespreken. Door een toevallige samenloop van omstandigheden hadden we er inderdaad nu veel te weinig tijd voor. Maar ook ik vond het wat moeizaam om in de commissie financiën te praten over bepaalde dingen die meestal in andere commissies worden besproken. Een van de voorbeelden daarvan is de tekst op pagina 16, waar staat wat er allemaal gedaan is in 1994. Op zich vind ik dat ontzettend prettig om de oude tekst van de begroting te krijgen en dan schuin gedrukt wat ervan gerealiseerd is. Dat hebben we jaren gevraagd en dat staat er nu mooi. Maar nu krijgen we dan meteen dat wij iets heel belangrijks -wat het CDA tenminste belangrijk zeer vindt- missen en dat is een stuk van het dubbelbesluit van 15 december, waar ook nader onderzocht zou worden hoe de N221 zou gaan lopen en wat men daar wilde, óf langs het spoor, óf een aanpassing in Soest-zuid. U weet dat dat voor ons erg belangrijk is en daarom vinden we het jammer dat het hier niet in staat. We willen graag dat nog even expliciet noemen. Het is niet de bedoeling dat iedereen, zoals wij hier allemaal zitten, het eigen stukje

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1995 | | pagina 96