19 januari 1995
- 8 -
uit de bezwaarschriften halen, uit de stukken van de commissie halen, uit
de brieven halen, uit brieven die vandaag nog zijn binnengekomen, maar ik
geloof in alle eerlijkheid dat argumenteren over en weer nauwelijks nog zin
heeft. Men wil wel of men wil niet en vindt dan de overwegingen voor dat
standpunt. Wij hebben ze gevonden: wij zijn tegen.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, ik kan kort zijn. Tot nog toe ben ik
duidelijk geweest in mijn besluitvorming. Ik heb dus alle reden om ook nu
uw voorstel te volgen. Ik wil even noemen wat de heer Joustra genoemd
heeft.
VOORZITTER: Het is een voorstel van de commissie, niet van het college.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Excuus, u hebt helemaal gelijk. Dus ik volg het
voorstel van de commissie. Ik formuleerde het fout.
Ik vind het even terecht dat de heer Joustra aanhaalde de brief van de
A.S.V.Z. dat kan inderdaad verkeerde gevoelens oproepen, dat je voor dit
voorstel zou zijn ter wille van een vorm van sentiment of wat dan ook. Ik
vind dat inderdaad gevaarlijk om deze motieven op deze wijze te gebruiken.
Ik vind ook zijn motivatie om dat zo even te noemen, dat dit ons niet zou
mogen beïnvloeden, terecht. Ik vind dat ons wel zou mogen beïnvloeden het
feit dat we hier nu een stuk voor ons hebben liggen dat beoordeeld is door
de commissie van advies voor de behandeling van bezwaar- en beroepschriften
en dat we daarnaar zouden moeten handelen als hele raad, omdat wij onze
eigen commissie anders niet meer serieus nemen.
Ter wille van de heer Krijger wil ik nog even een opmerking maken over het
feit dat hij zegt dat de voorstanders van dit plan zich tot nog toe niet op
het niveau van het planologische hebben bewogen. Ik heb in een van de
eerste vergaderingen dat we hierover spraken dat heel bewust wel gedaan,
toen heb ik de motieven genoemd waarom ik op dat moment, de eerste keer dat
ik er voor was, er voor was. Ik wil nog wel even een van de belangrijkste
motieven benoemen. Dat is het feit dat onze visie, de visie van het
GPV/SGP/RPF is dat eerdere besluitvorming ten aanzien van dit knooppuntje,
verkeersknooppuntje zó is geweest, dat daar een bebouwing met bankgebouwen
en andere gebouwen is, waardoor de hele winkelsituatie daar buitengewoon
ongelukkig is, oftewel, het feit dat daar een lang gedeelte is waar
winkelend publiek stagneert en dus niet van de ene kant van de winkelstraat
naar de andere loopt, is een vrij zwaar argument om te zeggen: het is mooi
als we een kans krijgen om dat op te heffen, om nu er een stuk winkelstraat
van te maken dat een zekere aangename uitstraling heeft. Dat is een
duidelijk planologische zaak. Een ander, nieuw planologisch motief voor dit
moment is het feit dat de verkeerssituatie door besluitvorming in de vorige
raad in de toekomst geheel zal gaan wijzigen, en dat we dus met verkeers
problematiek nauwelijks meer van doen zullen hebben in de toekomst. Die
dingen samen maken al dat een aantal motieven om tegen te zijn op dit
moment wegvalt.
Heer KROL (CDA)Voorzitter, het is natuurlijk moeilijk als we praten over
het advies van deze commissie om niet de planologische discussie weer
opnieuw te voeren of weer opnieuw de politieke discussie te voeren die we
al zo'n beetje tien jaar in wisselende samenstelling in deze gemeenteraad
met elkaar voeren. Een paar dingen namens de CDA-fractie.
Als het gaat over de randvoorwaarden: niet iedereen die vanavond de
discussie voert was lid van de commissie ruimtelijke ordening in vorige of
misschien nog weer daarvoor liggende commissies ruimtelijke ordening. Maar
laat duidelijk zijn dat heel duidelijk in verschillende commissies r.o.
gesproken is over planologische randvoorwaarden voor dit plan. Ik meen mij
te herinneren dat we ooit eens in de commissie ruimtelijke ordening hebben
gezegd: dat is een van de manko's in deze discussies dat we er niet
voldoende planologische randvoorwaarden aan stellen, laten we dat wel doen.
Een van de voorwaarden was het volume. Je kunt er dan over twisten of dat
dan op de goede of de niet goede manier uiteindelijk ingevuld is, maar er
is wel degelijk in die zin over gediscussieerd, ook met woorden zoals
college Meilof die net noemde, als het gaat over de aantrekkende werking op
het verkeer en hoeveel meters winkelvloeroppervlak het oplevert. Dat staat
zelfs nog in de structuurvisie, waar sommige partijen ineens zo aan blijken
te hechten, zelfs daar staan al winkelmeters voor de Lindenhof ingepast.