Het raadsvoorstel aan te passen in die zin dat raad en college van
Soest alleen medewerking wensen te verlenen aan artikel 19 procedures
voor woningbouw, buiten de lokaties die in het bouwprogramma zijn
genoemd, als er aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het betreft lokaties binnen de bebouwde kom die reeds een vorm van
bebouwing kennen.
Het is vanuit planologische overweging wenselijk dat de bestemming
van het terrein «wonen» wordt
De bebouwing van het terrein kan stedebouwkundig goed ingepast
worden
De bebouwing van het terrein zal ten minste voor 60% uit woningen
onder de 250.000,= bestaan.
Namens de CDA-fractie, Bart Krol
Heer KROL (CDA)Ik noem u even de vier belangrijkste punten wat mijn
fractie betreft om de komende jaren de artikel 19 procedures te bespreken.
1) Het betreft lokaties binnen de bebouwde kom die reeds een vorm van
bebouwing kennen; geen groen, geen buitengebied. 2) Het is vanuit planolo
gische overweging wenselijk dat de bestemming van het terrein «wonen»
wordt. Ik kan me voorstellen als er ergens een winkel vertrekt, dat je er
een winkel voor terug laat komen. Het betekent dus dat niet elke plek die
leeg komt automatisch «wonen» moet worden. 3) De bebouwing van het terrein
kan stedebouwkundig goed ingepast worden. Die beperking wil ik aangeven om
daarmee te zeggen: niet iedere plek in de bebouwde kom die vrijkomt kan met
elk type woning, hoog- of laagbouw worden volgeplempt. Dat moet je stede
bouwkundig zeer verantwoord inpassen. Het laatste en in mijn ogen eigenlijk
het belangrijkste argument: de bebouwing van het terrein zal ten minste
voor 60% uit woningen onder de 250.000,= bestaan. Onder die voorwaarden
wil mijn fractie ook in de komende jaren in de commissie ruimtelijke
ordening discussiëren over mogelijke woningbouwlokaties en anders niet.
Heer ROEST (D66)Voorzitter, mag ik de heer Krol even om een toelichting
vragen? Hij zegt daarbij dat hij artikel 19 procedures steeds wil bekijken
of er een volkshuisvestelijk belang is. Maar de consequentie van uw
voorstel is, als u dat soort interessante bouwprojecten ziet, dan komen de
huizen die dan gebouwd worden bovenop de voorraad. Dat zegt u toch heel
duidelijk: als het maar interessant genoeg is, bouwen we meer?
Heer KROL (CDA)Het is dezelfde lijn die ik van een aantal anderen heb
gehoord vanavond. Als je binnen de bebouwde kom nog een aantal sociale
woningen zou kunnen realiseren op plaatsen die de randen, de buitenlokaties
van de gemeente niet schaden, dan moet je dat serieus overwegen. Pas
achteraf, want ik weet helemaal niet of dat veel zal voorkomen, zul je dan
kunnen beoordelen of dat inderdaad een te groot aantal woningen heeft
opgeleverd en met elkaar daar een discussie over kunnen voeren.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, als ik het goed begrijp, dan
zijn dat de bestaande lokaties waar nu al bebouwing is, die interessant
zouden kunnen zijn om daar niet meer te hebben en dat zou dan woningbouw
kunnen zijn volgens deze criteria. Zo heb ik het begrepen, mijnheer Krol.
Heer KROL (CDA)Ja, prima.
Heer BOERKOEL (PvdA)Even naar de heer Roest toe. We hebben in Soest geen
zo grootschalige lokaties die honderden of tientallen woningen zouden
kunnen opleveren. Dus het gaat over kleine lokaties, over geringe aantallen
en percentagegewijs ten opzichte van die duizend die we afgesproken hebben,
is het natuurlijk helemaal niks.
Heer ROEST (D66)Mijnheer de voorzitter, natuurlijk is dat zo, maar ik kan
me voorstellen dat er wel drie verschrikkelijk interessante plannetjes zijn
a la Darthuizen, bijvoorbeeld, waar dus heel wat woningen kunnen gebouwd
worden en dan kunnen het er wel heel veel worden in één jaar. Maar op zich
spreekt het criterium van volkshuisvestelijk interessant bouwen mij wel
aan. Ik wil de raad duidelijk maken dat het gaat om woningen boven de
hoeveelheid. Het zou heel interessant zijn als de heer Krol bijvoorbeeld
14 -
op
sn na
=f te
dat
=k
nu
wel
in
ijn
r een
r
k bij
de
ge
is-
us-
best
en te
ding
.r
k
dt
.ddel-
l en
zijn
:b
.er
rlei
;e een
>en
orde
larbij
je
-ie,
kan
ïg op
maar
2ken
Lj u
zht
net
uw met
niet
aar nu
ische,
998,
18 januari 1996 - 15 -