18 juli 1996
- 42 -
commentaar en een advies van het college over een initiatiefvoorstel. Wat
nu op tafel ligt is het initiatiefvoorstel van de WD, inclusief het
gewijzigde amendement van de Partij van de Arbeid, want dat heeft de WD
overgenomen. U moet dus een oordeel geven over het WD-voorstel, inclusief
het gewijzigde amendement dat deel uitmaakt van het voorstel.
Heer VAN DEN BREEMER (CDA)En daarbij heeft het college op het ogenblik
geen standpunt? Want ik begrijp net van de heer Ten Hove dat hij het nog na
wil laten kijken wat de consequenties van een en ander zijn.
Heer VISSER (GL/PS)Ja, maar dat is een dreigement en daar houden we niet
van.
VOORZITTERWe gaan hoofdelijk stemmen. We beginnen bij nummer 15, de heer
Van den Breemer. Bent u voor of tegen het voorstel van de WD?
de heer Van den Breemer, tegen; de heer Brunekreef, voor; de heer
Lokker', tegen; de heer Joustra, voor; de heer Plomp, voor; de heer
Meilof, voor; mevrouw Swinkels, tegen; mevrouw Hugen, voor; de
heer Visser, voor; de heer Witte, tegen; de heer Krol, tegen; de
heer Van Wuijckhuijsetegen; de heer Van den Deijssel, tegen;
mevrouw Blommers, voor; mevrouw Tomassen, voor; mevrouw Gerritse,
tegen; de heer Glastra, voor; de heer Van der Weijvoor; de heer
Krijger, voor; de heer Anderson, voor; de heer Boerkoel, voor; de
heer Ten Hove, tegen; de heer Van Logtenstein, tegen; mevrouw
Stekelenburg, voor; mevrouw Huberts, voor; de heer Roest, tegen.
VOORZITTERHet voorstel is aangenomen met 15 stemmen voor en 11 stemmen
tegen
Het voorstel (RV 96-35) wordt na hoofdelijke stemming aangenomen.
VOORZITTER: Het is vijf voor elf en ik stel u voor om de agenda af te
maken. Daarna, omdat het de laatste bijeenkomst is van de raad -ik zeg het
maar even, want u hebt al zolang gewacht- drinken we nog even een glaasje,
ook om de heer Van den Deijssel te kunnen feliciteren met zijn kersverse
raadslidmaatschap
Aanwijzing lid voorlopig bestuur waterschap Vallei Eem.
Mevrouw SWINKELS (D66)Voorzitter, ik wil vooraf zeggen dat mijn betoog
hier niet persoonlijk gericht is tegen de wethouder. Ik wil dat hij dat
nadrukkelijk weet van tevoren. Het is natuurlijk nooit zo de bedoeling,
maar anders kan het misschien verkeerd overkomen.
Wij hebben in meerderheid in de raadscommissie milieu bedenkingen gehad
tegen dit raadsvoorstel. De één had wat meer bedenkingen dan de ander, maar
er werden diverse suggesties aan de wethouder gedaan om deze benoemingspro
cedure toch een beetje aan te passen. Het hoofdbezwaar van D66 is dat op de
plaats van de categorie ingezetenen binnen dit nieuwe voorlopige bestuur
een bestuurder benoemd wordt, terwijl die plaats niet per se ingenomen
hoeft te worden door een bestuurder. Het is zo dat de nieuwe Waterschapswet
van 1992 nadrukkelijk pogingen in het werk stelt in allerlei artikelen om
de waterschapsbestuurders uit een brede maatschappelijke context te halen.
Wij denken dat het, ook gezien de benoeming de vorige keer van een burger
in het voorlopig bestuur van het oude Eem Vallei, toen een juiste
procedure geweest isWe hebben daar een bekwaam en goed bestuurder in
december 1994 benoemd. Het college geeft eigenlijk weinig argumenten om aan
deze benoeming van december 1994 nu voorbij te gaan. Het college gaat
namelijk in de reactie op de commissie-adviezen in de brief aan de raad van
11 juli slechts in op het feit dat één van de leden van onze raadscommissie
milieu heeft gezegd: kunt u geen open sollicitatieprocedure voeren? Ik heb
begrip voor het antwoord van het college dat dat op het moment een sugges
tie is die eigenlijk niet zo opportuun is. Het is een hele zware procedure
en die zou dan nu niet op zijn plaats zijn. Ik kan daar begrip voor
opbrengen. Maar wat ik mis in uw reactie op de commissie-adviezen is toch
heel duidelijk dat u de commissie, de burgercommissie milieubeheer van deze