19 september 1996
- 18 -
Politiek is vuurvreten op gedoofde brandstapels,
een doodlopende weg verkennen, links rechts
spoorzoeken in geloof en bijgeloof - politiek
is stikken, likken, wikken, pikken in andermans
raadsels, politiek is dol, dwaas, dikwijls, dwars,
doorkneed en doordrongen - beheerst je leven, je
lijf, je longen, je lot en je larie
koek
Maar jij, jij bleef jezelf.
Mevrouw TOMASSEN (GL/PS)Ja, voorzitter,^ wat moet ik hier nou op zeggen,
hè? Ik was en ben nog stiknerveusDat ben ik geen enkele raadsvergadering
ooit zo geweest. Aan het begin van de vergadering dacht ik: och, ik bemoei
me nergens meer mee. U bent het van mij niet gewend. Voor het eerst zit
mijn achterban, mijn familie op de tribune, nou, die hebben geen beeld van
een actieve, debatterende oma of moeder. Dus ik ben blij dat ik nu nog wat
kan zeggen, om toch te bewijzen dat ik af en toe meedoe.
Voorzitter, ik dank u natuurlijk voor uw aardige woorden. Ik sta natuurlijk
perplex van die onderscheiding, want dat was iets dat ik niet verwacht had
en toch heel leuk vind. Ik vraag me alleen af: wanneer moet je zoiets
dragen? Moet ik het in de kast leggen of zal ik het in mijn zilverkastje
leggen, zo open? Daar heb ik net al aan zitten denken, maar ik hoor van u
nog wel hoe het hoort. Ik krijg natuurlijk niet iedere dag zo'n onderschei
ding. Ik heb vroeger altijd gezegd: als ik een onderscheiding krijg, dan
zal ik die weigeren, want ik ken zoveel mensen die het veel meer verdienen.
Nou, ik ken inderdaad een heleboel mensen die het meer verdienen dan ik,
denk ik, want ik heb mijn werk gedaan in de raad en daar ben ik voor
betaald en ik heb het heel leuk gevonden. En dan nog zo'n onderscheiding
als toetje, dat vind ik toch wel heel erg leuk.
Ik dank u voor uw vriendelijke woorden, Jan ook, natuurlijk. Ik sta niet
gauw perplex en ik sta niet gauw met mijn mond vol tanden, maar nu wel. Ik
heb toch maar wat opgeschreven, want ik verwachtte natuurlijk wel: er komt
iets en ik moet wat gaan zeggen. Ik wist ook dat ik nerveus zou zijn, want
je neemt niet altijd afscheid uit de raad. Daarom, voorzitter, achttien
jaar gemeentepolitiek in Soest, waarvan vier jaar tussendoor als fractie
assistent, wat moet je dan nog zeggen?
Actievoerend ben ik de raad ingerold. Ik heb het raadswerk altijd met heel
veel plezier gedaan. Soms geven raadsleden die afscheid nemen, een bood
schap mee. Nou, ik doe dat niet, want ik heb mijn mening in de raad en in
de commissies altijd duidelijk kenbaar gemaakt. Mens en milieu stonden bij
mij altijd centraal. Na zoveel jaren in de politiek heb ik geleerd te
relativeren. De maatschappij is voortdurend in beweging, standpunten worden
aangepast en door een nieuw gekozen raad -soms ten onrechte- herzien. Ook
hebben bezuinigingen uit Den Haag consequenties voor onze gemeente. Alles
is betrekkelijk. Toch maakt dit het raadswerk interessant. Je moet voortdu
rend alert blijven en je inspannen de juiste keuzes te maken. Gelukkig is
Soest nog steeds een rijke gemeente, er blijft nog veel mogelijk.
Voorzitter, ik ben blij dat Nel Koster mij opvolgt. Ik heb alle vertrouwen
in haar. Ze is enthousiast, ze is goed ingewerkt en ik reken op u allen dat
u net zo prettig met haar samen zult werken als dat u met mij heeft gedaan.
Ik dank u als collega's voor uw vriendschap, dit geldt zeker ook voor de
ambtenaren in binnen- en buitendienst. Ik ken ze natuurlijk niet allemaal
persoonlijk, maar ik ken er eigenlijk wel heel veel. Met menigeen heb ik
soms vreugde en ook wel verdriet gedeeld. Zonder uw vriendschap en het
persoonlijk contact zou dit werk voor mij onmogelijk zijn geweest. Ik zal u
allemaal missen. Zorg heb ik voor de toekomst wat dit betreft. Internet,
digitaal, de elektronische snelweg, roepen bij mij een visioen op van een
zeer nabije toekomst, waarin politiek en ambtenaren communiceren via kille
computerschermen. Ik besef dat deze ontwikkelingen niet tegen te houden
zijn, maar ik hoop dat u de mens achter de computer niet vergeet. Wat dat
betreft ga ik net op tijd weg.
Ik wens u allen een heel goede toekomst toe met vooral veel humor in de
raad. Dank u wel
VOORZITTER: Dank je wel, Leidje, voor deze uit het hart gesproken woorden.
Zo kennen we jou. Ik zou jou en je echtgenoot willen vragen om hier te gaan