14 oktober 1996 - 12 gemeenten die boze brieven naar Den Haag schreven en zo, blijkt wel dat eigenlijk niemand goed kan uitrekenen hoe het zich ontwikkelt en op welke termijn precies. Dat is ook de reden waarom wij hebben gezegd: we gaan nou geen paniekvoetbal spelen en zeggen: nou, dan zetten we gewoon alles op nul, elk nieuw beleid wordt niet meer uitgevoerd. Het zou best zo kunnen zijn dat door de protesten die van andere gemeenten op dit moment wel beginnen binnen te komen, er in ieder geval een overbruggingstermijn komt. Dat is dan precies genoeg tijd om met u allemaal te denken over mogelijkhe den, hoe we de begroting kunnen bijstellen op een verantwoorde manier. Het zou zonde zijn als je het beleid, dat zorgvuldig door u gepland is, ook in een bepaalde periode, door een schrikeffect ineens bij zou gaan stellen. Ik denk dat het heel verantwoord is, want daarvoor heb je namelijk die reserve, mijnheer Visser, dat je op een goed moment zegt: als het inderdaad dit tekort wordt in 1997 -en ik zeg nog steeds "als" omdat je niet precies weet wat het bedrag kan zijn, het kan dus inderdaad ook hoger zijn, mijnheer Visser- dan zou je daar je algemene reserve voor moeten gebruiken, die is daarvoor. Dat hebt u ook met z'n allen gewild, want u hebt allemaal zeer zorgvuldig de overschotten in de afgelopen jaren keurig in de algemene reserve gedaan voor tegenvallers. Ik denk dat wat dat betreft het absoluut een zorgvuldig beleid is dat past in de gemeente Soest. Je gaat niet een heleboel werk en tijd investeren in allerlei plannen en op het eerste moment dat je een brief van de bank krijgt dat er misschien volgend jaar wat gebeurt, zeggen: nou stoppen we. Dat is zó onrendabel werken, dat zou u vast niet willen. As ik de vragen die door u in de algemene beschouwingen zijn gesteld, doorloop aan de hand van de hoofdstukken, dan begin ik met het hoofdstuk economische zaken. Daarover heeft met name de Partij van de Arbeid een aantal vragen gesteld. Er wordt gevraagd of er over de beveiliging overleg kan zijn met de belanghebbenden op de bedrijventerreinen. U weet dat dat op één terrein al gebeurd is en we zijn op het ogenblik bezig met het overleg met het tweede terrein om dat van de grond te krijgen. Ook in Soesterberg gaan we erover praten. Zo staat het ook op de agenda op dit moment voor het overleg met de Federatie MKB en dan gaat het natuurlijk met name over de winkelcentra. Maar we willen dat eigenlijk proberen als een gevolg te zien van het bedrijventerrein De Grachten, omdat je dan de expertise die daar al is, kunt gebruiken. Het zal waarschijnlijk ook voordeliger zijn als je één groot systeem kiest. Dan vraagt de Partij van de Arbeid: kunnen wij bedrijven, aantrekken die nieuwe technologieën ontwikkelen? Natuurlijk kunnen we dat. We moeten ons alleen heel goed realiseren dat het bedrijventerrein schaars is, dat we op dit moment in Soest ook een aantal bedrijven hebben die technologisch zeer vooruitstrevend zijn en we moeten natuurlijk ook zorgen dat die kunnen uitbreiden. Maar ik ben ervan overtuigd, als een bedrijf hier komt, dat wij niet direct nee verkopen. Alleen, men weet dat de grond hier schaars is en op dit moment zie ik er niet veel ruimte toe. Wat niet wil zeggen dat op het moment dat een bedrijf zegt: wij zitten hier, of we hebben hier al een andere ingang, dat we er dan niet positief tegenover staan. En u vraagtkan het industrieterrein Soest met spoed een opknapbeurt krijgen? Daarop kan ik antwoorden dat er een startnotitie is opgesteld, die in de commissie financiën van november met u besproken zal worden, als uitgangspunt om verder te bespreken met zowel de Soester ondernemers als met andere belanghebbenden. Dan vraagt het CDA: kan er een terughoudender beleid komen ten aanzien van de ambulante handel? Nou, er zijn richtlijnen van het ministerie en wij voeren al een zeer terughoudend beleid. We hebben eigenlijk volgens die richtlijnen een minimum aantal standplaatsen. Het is altijd een beetje de discussie: wat laat je belangrijk zijn? Is het een aanvulling op je winkelbestand, dan hebben de meeste winkelcentra er geen bezwaar tegen, maar als er eenmaal een standplaats is, dan mag je niet zeggen.- nee, meneer, we hebben al een bakker, dus er mag geen bakker op. Het is een beetje dualistisch. Aan de andere kant weten we bijvoorbeeld in Soesterberg dat het buitengewoon jammer zou zijn als er geen standplaatsen meer zijn, omdat het aanbod dan ook verschraalt. Maar we proberen daar een gulden middenweg in te vinden Wat betreft hoofdstuk 4, wordt er gevraagd om een brede commissie achter- 14 o stan mind verw Mare het werk zij rece afge welz gecc ik c werk het will dat We h onde is s onde alle Wat de c lijk zege de c Dan hoe kuns de 1 U he vrij maai ik c Dorj uitv 1 aE Heei zi jr Wetk niet bib] eens pree van een moet hebl 1 aE Heei van VOOI Heei het o vei col] 1' basd dat jaai VOOI

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1996 | | pagina 249