16 oktober 1996
-57-
reacties waren toch wel zo, dat het zo is- toen mevrouw Swinkels aan kwam
zetten met de haarlemmer olie voor het oplossen van het begrotingstekort,
maar er uiteindelijk helemaal niks kwam. Nu zitten we dan sinds vanmiddag
met een motie voor ons, waar je eigenlijk toch ook niet veel anders van kan
zeggen dan dat het een leuke poging is om de woorden een klein beetje waar
te maken die daar zijn uitgesproken, maar ook niet meer dan dat. Als we
kijken naar de begroting, dan zien we op dit moment een onrustbarende
ontwikkeling, namelijk dat er een groot structureel tekort ontstaat op de
langere termijn. Mijn fractie heeft het college uitdrukkelijk uitgenodigd
om op kortere termijn dan de termijn die u aangeeft in de tweede nota van
wijzigingen, te komen met voorstellen om daar wat aan te doen. Ook als we
nog niet helemaal weten waar we precies uitkomen, kunnen we op basis van de
gegevens die we op dit moment tot onze beschikking hebben en wat het
verleden ons heeft geleerd, constateren dat het er heus niet beter op zal
worden vanuit Den Haag voor de gemeente Soest. Sterker nog, ik denk dat er
ontwikkelingen gaande zijn die het nog wel eens zouden kunnen verslechte
ren. Dat betekent dat we dus goed achter onze oren moeten krabben en zo
snel mogelijk moeten gaan zoeken naar mogelijkheden om dat op te lossen.
Als je dan een kerntakendiscussie voert om een deel van die problematiek op
te lossen, en je kiest dan op aangeven van het college voor het inboeken
van een taakstelling van 1 miljoen op personeelskosten en je wordt er door
raadsleden op gewezen dat dat redelijk arbitrair lijkt als je dat niet
onderbouwt, maar je kiest ervoor om het op die manier te regelen, dan staat
het wel een klein beetje raar om nu weer met extra taakstellingen -die u
wel effeciencytaakstellingen noemt, maar die in feite hetzelfde betekenen-
hier aan te komen zetten. Het is dan helemaal raar als je inderdaad een
afspraak die tussen werkgever en werknemer is gemaakt, ook nog eens een
keer wilt proberen te gaan gebruiken voor het dekken van een tekort dat
ontstaat. In die zin heeft mijn fractie dan ook de grootst mogelijke moeite
met het voorstel dat is gedaan door D66. Op deze manier denken wij niet dat
het kan.
Wat betreft de lucht die u in de begroting meent te hebben aangetroffen,
dat verbaasde ons toch ook wel enigszins, want ik heb bij geen enkel
standpunt van D66 gehoord van: moeten we hier de kleine marge die er is
niet ter discussie stellen? Terwijl u constateert dat die kleine marge
blijkbaar overal erin zit. Nou, die zouden we dan misschien moeten opzoeken
en zichtbaar moeten maken. Daar zijn we al jaren mee bezig, maar ik heb ook
van uw fractie nooit begrepen waar die dan precies zat. Sterker nog, u
stelt zelfs dat er systematisch een behoorlijk bedrag, driekwart miljoen,
in de begroting wordt gepompt om op die manier Even kijken hoe zegt u
dat nou precies? Ja, u zegt: voor drie procent wordt er rekening gehouden
met de inflatie, we kunnen wel constateren dat het maar tweeënhalf procent
is, dus er zit nog een half procent lucht in. Ik heb het nooit kunnen
vinden, als u dat aan kunt wijzen, dan heel erg graag, want daar schieten
we een heel eind mee op.
Met deze motie kunnen wij niet uit de voeten, voorzitter. Nadrukkelijk
blijft overeind staan dat wij van het college verwachten dat we op zo kort
mogelijke termijn de discussie aan kunnen gaan hoe we wél tot maatregelen
kunnen komen om de gaten die dan met name in de toekomst gaan vallen, te
dichten. Ik denk dat dat een belangrijk uitgangspunt is voor het komende
jaar
Heer JOUSTRA (BAM)Voorzitter, dat D66 zich zorgen maakt over de toekom
stige kortingen vanuit het gemeentefonds, dat kunnen we ons voorstellen.
Dat hebben wij ook gedaan, D66 was niet de enige fractie die daarom geen
Sinterklaasmoties heeft ingediend, maar heeft proberen aan te geven dat er
structurele bezuinigingen op korte termijn haalbaar zijn, in ieder geval
besparingen. Wat dat betreft kan ik me wel vinden in het verhaal van D66.
Ten aanzien van de arbeidsduurverkorting, voorzitter, dat verhaal onder
schrijf ik niet. Waarom niet? Toen destijds de arbeidsduurverkorting werd
ingevoerd -dat is nog niet zo heel lang geleden, dan praat ik over van een
40-urige werkweek gaan naar 38 uur- toen was de overheid eigenlijk de
eerste die zei: wij gaan als overheid dat invoeren, als voorbeeld voor het
bedrijfsleven, om arbeidsplaatsen te creëren door middel van herbezetting.
Daar stond tegenover dat het personeel daar een deel van het salaris voor
moest gaan inleveren, immers, minder werken betekent ook minder verdienen.