16 oktober 1996 -58- Dat werd dan via het niet-uitbetalen van onder andere de prijscompensatie gerealiseerd. Dat geld zou ter beschikking komen voor arbeidsplaatsen. Die systematiek, voorzitter, is nog steeds niet veranderd. Terecht dat de heer Boerkoel erop wijst dat er een overeenkomst is tussen werkgever en werkne mer, waar het personeel nog steeds geld voor heeft ingeleverd en nog steeds het recht heeft op de volle 100% herbezetting. Als we dat niet doen, dan doen we in feite via een omweg nog eens een keer een greep in de portemon- naie van onze eigen werknemers, om een tekort vanuit het gemeentefonds mede te dekken. Dat is niet alleen onbehoorlijk, dat is zelfs onfatsoenlijk. Om die reden zullen wij de motie dan ook niet steunen. Mevrouw GERRITSE (CDA)Onze fractie zal deze motie ook niet steunen, ook om een andere reden. In het ondernemingsraadoverleg en in het G.O. zijn al afspraken hierover gemaakt en het is erg onfatsoenlijk om daar op dit tijdstip doorheen te gaan zitten fietsen. Wij vinden dat geen nette manier. Maar ergens begrijp ik het niet helemaal, want ik had de indruk dat de afspraak was voor de 36-urige werkweek dat er niet 100% herbezetting zou zijn, maar dat er een deel niet herbezet zou worden waar wij de I&A-nota uit zouden betalen. Maar misschien heb ik dat niet goed begrepen. Als dat zo is, dan zou ik het graag willen horen. Onze fractie staat dus niet achter deze motie, maar wel achter het voorstel zoals het hier in huis gemaakt is Mevrouw KOSTER (GL/PS)Voorzitter, ook wij zullen tegen deze motie stemmen. Vooral op de punten van de 36-urige werkweek, sluiten wij ons volledig aan bij het argument van de heer Boerkoel. Bovendien, de toezeg gingen van uw college om in het voorjaar te komen met voorstellen, daar sluiten wij ons volledig bij aan. Dus wij denken dat dit geen goede motie is op dit moment Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, er zitten positieve dingen aan deze motie, dat is dat men niet komt met geld uitgeven. Dat is dan het enige positieve dat ik heb kunnen vinden. Het andere, met betrekking tot: wat is het verschil tussen met name mijn fractie en D66, het verschil is 1,9 miljoen waarover wij spreken en denken. Wat is het geval? Er staat genoteerd, daar zijn reserves voor, voor volgend jaar een tekort van een half miljoen. Men kan doortrekken, we komen als we niets doen op 2,4 miljoen uit. Maar er is niet afgesproken dat we niets doen, er is afgespro ken dat al die jaren daarna een aantal stappen worden gezet, dat zeer veel dingen tegen het licht worden gehouden, om het begrotingstekort weg te werken. Dus wat over is, is de panieksituatie die het college juist wil voorkomen, zoals wij dat begrepen hebben, dat men gaat praten over dat half miljoen. Daar zijn reserves voor en volgend jaar zijn alle weloverwogen beleidsvoornemens met nog een aantal weloverwogen moties die wel zijn aangenomen, meegenomen voor de begroting volgend jaar. Daarmee blijft het sluiten. Kom ik thuis tekort, dan heb ik gelukkig nog een spaarbankboekje, dat geldt in een gewoon huishouden, maar ook hier. Daar kun je onverwachte zaken mee opvangen. Krediet hebben we niet nodig, we kunnen het uit eigen middelen opvangen. Ik vind het een weloverwogen voorstel. En de motie? Misschien wat geprest doordat we gezegd hebben: kom nou maar met het verhaal. Maar als het verhaal niet klaar is, dan moet je niet komen, mevrouw, meneer. Wethouder BLOMMERSVoorzitter, naar aanleiding van het betoog van D66 ben ik in ieder geval blij dat we ons met z'n allen realiseren dat paniek een slechte raadgever is. Ik vind het jammer dat in het vervolg van het stuk ik toch het idee heb dat de paniek door een achterdeurtje weer binnen is geslopen. Want het is gewoon onmogelijk om op dit moment terug te komen op een overeenkomst die we met ons eigen personeel zijn aangegaan, in goed overleg. Inderdaad, het overgrote deel van de vrijkomende uren wordt herbezet en een klein deel wordt, in volledige overeenstemming met ons personeel, benut voor de I&A-nota, met andere woorden: voor het gereedschap van ons personeel. We zijn het daarover eens geworden en ik denk ook dat het heel belangrijk is dat wijdie bij hoofdstuk 6 roerende verhalen over werkgelegenheid houden, ook ons als werkgever fatsoenlijk gedragen. Het college is het er unaniem mee eens dat wij op deze wijze doorgaan. Wat niet

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1996 | | pagina 347