16 oktober 1996 -64- wegen, die gaan er steeds hobbeliger bij liggen en dat brengt de verkeers situatie in gevaar. Dan zeg ik: daar kunnen we nu eerst even geld aan besteden, zodat die wegen wat beter voor elkaar komen en dat andere werk kan over twee jaar worden aangevat. Dan heb ik helemaal niet het idee dat er personeel ontslagen moet worden, dat vind ik eigenlijk een grapje, wat u vertelt Heer ROEST (D66)Voorzitter, ik zie hoe het ligt. Ik geloof dat ik toch niet helemaal -en dat vind ik wel jammer- duidelijk wordt verstaan in mijn bedoelingen. Ik ben het met de heer Krol eens dat het incidenteel geld is, dat had ik ook eigenlijk moeten zeggen. De twee andere maatregelen die we hadden voorgesteld zijn wel structureel. Maar politieke motieven waren wat mij betreft niet aan de orde. Ik hoop dat ik een beetje in de raad heb duidelijk kunnen maken dat mijn fractie de zorg voor de begrotingspositie tot een heel andere manier van denken heeft geleid dan de makkelijke manier van moties indienen. Ik hoop dat dat doorkomt: het is uit zorg voor de situatie. Als ik van die verkeersweg af wil, dan is mijn gelegenheid politiek gesproken op het moment dat er een bestemmingsplan aan de orde komt. Dan zult u het luid en duidelijk horen. Mijn idee is dat het onder werp zo politiek gevoelig ligt dat een uitstel, waarvan ik vond dat het bespreekbaar moest kunnen zijn in deze situatie, toch leidt door zijn emotionele gevoeligheid in deze raad, tot verstopte oortjes die daar niet echt voor open willen staan. Dat vind ik jammer. Heer KROL (CDA)Voorzitter, een korte interruptie, als u het goed vindt? Maar juist als u vindt dat we er goed met elkaar over moeten praten -de heer Meilof heeft het vanmiddag al gezegd- dan moet je het op zijn minst met elkaar erover eens zijn waar we nou eigenlijk over praten, wat de gegevens zijn, wat er aan onderzoek mogelijk is om te kijken waar we over praten en dan kun je het politiek met elkaar oneens zijn. Nou is het bedrag dat u hebt aangegeven nu juist nodig om dat serieuze onderzoek te doen. VOORZITTERMag ik constateren dat er geen meerderheid is voor motie nummer 29 van D66? Die is daarmee verworpen. Het amendement, ingediend door Burgers met een Andere Mening, daar is ook geen meerderheid voor. Dan is aldus besloten. Hoofdfunctie 3. Economische zaken. Hoofdfunctie 4. Onderwijs. Heer LOKKER (CDA)Eén punt, voorzitter. We hebben eerder gesproken over reserveringen van gelden. Daar wil ik het nu niet over hebben in de zin zoals het in de aanbiedingsbrief staat. Wat ik wel wil noemen is dat op dit moment, als gevolg van de nieuwe regelingen, er nogal wat aanvullende claims kunnen komen vanuit het onderwijs, waarvoor op dit moment nog niet echt een dekking is te vinden. Dan heb ik het niet alleen over de Lasen- berg, er zijn andere zaken die bij nauwkeurige lezing van de nota -en dat gebeurt op dit moment door allerlei besturen ook- kunnen leiden tot claims die naar de gemeente toegaan en die wij vanaf 1997 zullen moeten honoreren. Ik hoop dat wanneer er sprake is van komende voordelen, op een onderwijsbe groting, bijvoorbeeld, dat men dat dan niet te snel verschrijft in de exploitatie, maar dat men rekening houdt met deze onverwachte -maar bijna te verwachten- tegenvallers op het punt van onderwijs. Misschien dat daar eens wat nauwkeuriger naar kan worden gekeken. Dat betekent dat de regeling nog eens goed moet worden nagelopen en ook de situatie nog eens goed moet worden bekeken in Soest, welke mogelijke claims nog te verwachten zijn. Het loopt toch al gauw in de tienduizenden en als het gaat om gebouwen honderd duizenden guldens VOORZITTER: Iemand anders het woord? Als ik dan mag antwoorden, uiteraard houden wij dat in de gaten. Onvoorzienbare dingen, calamiteiten zoals een storm of een brand, die kun je niet voorzien. Wat wel voorzienbaar en bekend is, daar zijn afspraken over gemaakt, daar is consensus over bereikt. Daar heeft de raad ook ja tegen gezegd voor het jaar 1997. Wat er verder nog aan zit te komen, dat zal ook weer in het overleg dat ik zelf

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1996 | | pagina 353