21 november 1996 - 12 - lang over uit te weiden. De fractie van het CDA heeft in dit geval een duidelijke lijn aangegeven waar wij dus steeds voorstander van zijn. Als mijn betoog naar aanleiding van het vorige punt gevolgd wordt, dan was ook de verwarring waarover deze fractie sprak, niet ontstaan. Mijn fractie zal tegen dit voorstel stemmen en ook wij vinden dat we nu niet voor een voorstel kunnen zijn waar we altijd tegen zijn geweest. Dat is niet mogelijk Heer WITTE (GGS)Voorzitter, het is wat mevrouw Hugen net naar voren brengt, het amendement van de PvdA dat toen is aangenomen, sprak duidelijk over alleen 600 m2 overdekte bedrijfsruimte en voor de rest niet. De voorstellen die u nu in drieën hebt gesplitst, voldoen geen van alle hieraan. Bovendien ondersteun ik het betoog van de heer Van den Breemer en van de heer Roest en van anderen die dat opgemerkt hebben, dat we elke keer ad hoe bezig zijn met plannetjes aan de Dorresteinweg en WieksloterwegEr ligt een nota «Naar de Wieksloot» waarvan wij tot nu toe hebben gemeend dat we daaraan vast moesten houden. De wethouder heeft toegezegd dat er in januari een nota komt waarin beleid zal worden ontwikkeld voor wat we gaan doen met noodwoningen en andere situaties daar. Ik denk dat dat dan het moment is om te kijken of dit soort zaken in dat beleid passen. Alleen op die manier kun je fatsoenlijk met dit gebied omgaan en niet door iedere keer door de ene en dan weer door de andere partij steeds allerlei initia tieven van burgers dan wel te frusteren dan wel vooruit te helpen. Zo werkt dat niet. Wij zijn tegen alle drie de voorstellen. Heer VISSER (GL/PS)Voorzitter, in de commissievergadering heeft de heer Witte toegegeven dat eigenlijk de oplossing die de WD en die wij voorstaan best een aardig voorstel is en past in het beleid dat wij zo graag willen zien daar. Want wat gaat er gebeuren? Die noodwoning verdwijnt, de familie Van Vulpen wordt eindelijk geholpen. De troep -ik raad iedereen aan er nog eens langs te fietsen- die daar ligt, wordt een keer aangepakt, wordt een stuk minder. Natuurlijk, je kunt die familie niet helemaal het bedrijfster rein ontnemen, want het hoort gewoon in het bestemmingsplan. Maar we zijn daar bezig om een situatie te verbeteren, dat gaf de heer Witte in de commissie ook toe. Alleen is hij nu Heer WITTE (GGS)Voorzitter, ik begin me een beetje te ergeren aan de manier waarop de heer Visser mijn woorden interpreteert. Ik heb letterlijk gezegd dat ik er wel iets in zag, maar ik heb er meteen aan gekoppeld dat ik eerst formeel beleid wilde zien waaraan het getoetst kon worden. En niet alleen omdat ik er wel iets in zie. Heer VISSER (GL/PS)Precies, voorzitter, ik herstel dus: de heer Witte zei in de commissie dat hij er eigenlijk best iets in zag. Maar hij wil beleid zien en hij weet ook wel dat bij dit college een beleid -kijk maar naar het streekplan, kijk maar het bestemmingsplan buitengebied- ook heel erg discutabel is, dat houdt ook vaak geen één of twee jaar vol. Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Voorzitter, ik wil toch de heer Visser nu even wijzen op de inconsequente houding die hij nu inneemt. Net was er bij het vorige agendapunt ook beleid aan de orde, daar ging het om een bedrijfsbe- stemming wijzigingen in een woonbestemming. Dat is in de ogen van Heer VISSER (GL/PS)Dat past helemaal in het beleid van de heer Witte. Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Nee, ik praat niet over de heer Witte, ik praat over u. U vond dat dat op die manier afgehandeld moest worden en nu doet u het tegendeelDat is inconsequent Heer VISSER (GL/PS) Ik praat voor mezelf, ik wil alleen maar de inconse quente houding van de heer Witte even onderstrepen. Hij zag het een en ander in de voorstellen omdat daar -ik herhaal het, want dat komt nou even onder de tafel- de situatie wordt verbeterd. Het doorkijkje komt er, de noodwoning gaat weg, de troep die er ligt wordt gedeeltelijk opgeruimd en het wordt daar allemaal beter. Kortom, we kunnen het niet beter treffen dan wat wij nu voor ons hebben liggen in model 2 of 3, dat maakt niet zoveel

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1996 | | pagina 401