21 november 1996
- 20 -
Heer WITTE (GGS)Ja, maar Braamhage wordt ook op het verkeerde been gezet,
die wordt ook maar voorgeschoteld alsof alles door zal gaan zoals ooit in
het ontwerp-bestemmingsplan is gezet. En dat is niet zo.
Heer KROL (CDA)Jawel, zo gaat het wel. Er is, helaas voor u, een meerder
heid die wenst om daar het een en ander te realiseren en die gaat dat
inderdaad doen. Dus Braamhage anticipeert op waar deze raad in ieder geval
op dit punt helder en duidelijk over is.
Heer GLASTRA (BAM)Voorzitter, wij hebben ons in de commissie niet verzet
tegen dit plan en wij willen ons daar ook niet tegen verzetten. Er zijn wat
vragen gesteld en dat roept bij ons weer vragen op. Wat is de urgentie dat
wij vanavond dit besluit op uw voorstel moeten goedkeuren? Wij vragen dus
kan dit uitgesteld worden en zo ja, hoelang kan het uitgesteld worden om op
dit punt alsnog een keer terug te komen wanneer de plannen beter uitgekris-
taliseerd zijn?
Heer BOERKOEL (PvdA)Het college stelt voor om in te stemmen met het
convenant en te besluiten tot het aangaan van een grondruil. De Partij van
de Arbeid is voor.
Heer BRUNEKREEF (WD)Voorzitter, wij praten hier over een stukje grond
dat geruild moet worden in verband met een ontsluiting. Dat is een normale
zaak en in de commissie financiën behandeld. Wat ik erg betreur is dat er
langzaam maar zeker een soort salamitactiek wordt gebruikt door een aantal
mensen die tegen de voorstellen zijn zoals ze in het verleden zijn aangeno
men en iedere keer weer belemmeringen trachten op te werpen tegen die
plannen. We zijn hier met elkaar van mening dat
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, daar heb ik bezwaar tegen. Het is gewoon de
procedure die gelopen wordt, dat stelt helemaal niets voor. Er wordt niet
eens het fatsoen genomen om eerst in de raadscommissie ruimtelijke ordening
die er voor is om het college te adviseren op het gebied van de ruimtelijke
ordening, erover te laten praten van tevoren.
Wethouder BLOMMERSMijnheer Witte, dat is absoluut onwaar. U was bij mij
uitgenodigd, u bent niet gekomen.
Heer BRUNEKREEF (WD)Mijnheer de voorzitter, we praten hier over een
grondruil ten behoeve van een ontsluiting van een pand dat daar zal worden
gebouwd. Wij stemmen als WD-fractie daar volledig mee in.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)De wethouder van financiën maakte net de
opmerking dat de fractie van Gemeentebelangen Groen Soest niet vertegen
woordigd zou zijn geweest.
VOORZITTERDe wethouder heeft gezegd dat zij uitgenodigd zijn.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Ik zou in ieder geval dan via de voorzitter de
wethouder in herinnering willen roepen dat wij op dat moment ook al het
bezwaar hebben gemaakt tegen de procedure zoals u die hier volgt. Dus uw
opmerking dat de heer Witte dat bezwaar had moeten maken, begrijp ik niet,
want dat bezwaar heb ik nadrukkelijk in die commissievergadering geplaatst.
Wethouder TEN HOVEVoorzitter, in 1993 heeft de raad besloten dat Albert
Heijn gevestigd zou worden in het gebied waar we hier over spreken. Er is
in de commissie gezegd dat het mij dan terecht lijkt, als je een bouwplan
ergens op een bepaalde plek goedkeurt, dat je dan ook de ontsluitingsweg
ernaartoe mogelijk moet maken. Ook in 1993 is al over de ontsluiting via de
Inspecteur Schreuderlaan gesproken. Ik dacht dat het ook zo was dat in die
periode de twee fracties die zich nu tegen dat stukje weg verzetten, deel
uitmaakten van het college en dat besluit denk ik toen ook ondersteund
hebben. Mocht er al twijfel zijn of de ontsluiting tot de Stadhouderslaan
tot stand kan komen, dan blijft toch altijd boven water staan dat dat deel
van de weg waar we nu over spreken, noodzakelijk zal zijn, zowel voor de
ontsluiting van Albert Heijn als voor Braamhage. Ik wil er verder op wijzen