3 juli 1997 - 34 - het rentepercentage iets gunstiger is. Wat betreft de toezeggingen die mevrouw Koster vraagt over de achterdoor gang en de sociale veiligheid. Dat is een punt dat zeer zwaar weegt, ook bij de Stichting Willaert. Ze zullen daar, dat hebben ze ook gezegd in het overleg met de bewoners, nadrukkelijk naar kijken wat de meest acceptabele manier is. Ik denk dat het juist een van de winstpunten is, daar begon u ook mee, dat wij niet meer via de achteringang naar binnen hoeven, omdat het inderdaad in de winter als buitengewoon onprettig werd ervaren. Dan is er door een aantal van u ook nog eens gewezen op de mogelijkheden voor de sporters om het gebouw binnen te gaanOp dit moment wordt een nieuwe trap -nieuw vergeleken met het alleroorspronkelijkste plan van C- drie- gebruikt door de scholen en het gebouw zelf, de normale ingang wordt gebruikt door volwassen sporters, ook door de sporters van bijvoorbeeld Selby, want die moeten natuurlijk de lift gebruiken en u weet, dat kan maar op één manier, die kunnen dus niet buitenom. Ik denk dat we de voorzitter van de Sportraad en het bestuur van de Stichting Willaert kunnen vertrouwen als zij zeggen dat ze er samen uit zullen komen. En natuurlijk binnen het budget. Want de vraag om extra budget is door uw raad afgewezen. Er is namelijk een eerste brief gekomen van de Sportraad, waarin men vroeg om ik meen 185.000,-- voor een aparte nieuwe ingang. Daarvan hebt u met z'n allen -dat heeft het college ook van harte ondersteund- gezegd: dat is niet aanvaardbaarIk ben ervan overtuigd dat bij de uitwerking van het bouwplan een goede oplossing komt voor alle gebruikers van dit gebouw, waarbij de een niet meer en de ander niet minder bevoordeeld wordt. Ze zitten er met z'n allen in en ze moeten er goed gebruik van maken. Ik ben ervan overtuigd dat de wethouder van sport en ik daar samen best uit zullen komen. Ik dacht dat ik hiermee alle vragen heb beantwoord. VOORZITTER: Wie wenst in tweede termijn nog het woord? Heer ROEST (D66)Voorzitter, ik heb goede nota genomen van de opmerkingen van het college, van de wethouder. Zij heeft begrip gevraagd voor de tijdelijke onderbreking ten gevolge van bouwwerkzaamheden. Mag ik aannemen dat in die tijd, wanneer we één bibliotheekvestiging hebben, een centrale bibliotheekvestiging voor heel Soest, dat er in die tijd een wat ruimere openstelling zal zijn om het aanbod te kunnen verwerken? Heer JOUSTRA (BAM)Voorzitter, ik heb met belangstelling geluisterd naar het betoog van de wethouder. Ten aanzien van die horeca-inkomsten, natuur lijk, wij lenen dat niet, maar we staan wel garant. En als je garant staat voor drie ton, dan vind ik dat je daar een goed dekkingsplan tegenover moet hebben van degene die die garantstelling vraagt. Ik heb niet voor niks het vergelijk gemaakt met een brouwerij, dat doet namelijk ook een brouwerij als een caféhouder zegt: mag ik van u een garantstelling, want ik denk mijn horeca-inkomsten te verhogen. Dan zegt diezelfde brouwerijdat kan, als je me een dekkingsplan, een ondernemingsplan laat zien. Ik vind toch dat u dat in de brief moet vastleggen. Als u mij dat belooft, zullen wij instemmen met uw voorstel Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, de positie van mijn fractie is denk ik duidelijk. Ten aanzien van de uitwerking van de pacht wachten we de technische voorstellen dus gewoon af. Dat zal wel bij het raadsvoorstel zitten dat gaat over de aankoop van de grond. Ten aanzien van de eventuele prijsbijstelling die dan nu opeens aan de orde is gekomen op een termijn van een aantal jaren, waarbij vijf is genoemd bijvoorbeeld, die afhankelijk zou kunnen zijn van de resultaten die in de geïntegreerde bibliotheek en C-drie geboekt worden, vraag ik me af hoe zich dat verhoudt tot het budgetcontract dat je op een gegeven moment met dit soort organisaties afsluit. Stel dat ze inderdaad in staat zijn om over drie jaar nog dertigduizend gulden extra over te houden, en ze zouden dat willen investeren in een extra mooie collectie boeken of iets dergelijks. Dan denk ik dat het wel erg vervelend is dat u dan om de hoek komt met een voorstel om de pacht bijvoorbeeld met dertigduizend gulden te verhogen. Mevrouw KOSTER (GL/PS)Voorzitter, wij hebben goede notie genomen van uw toezegging betreffende de erfpacht. Ook ten aanzien van de sport, alhoewel deze laatste brief in ieder geval ons wat blijft bevreemden. Ik wil niet

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 153