- 17 - uiteindelijk te claimen voor een voorstel dat er niet meer ligt. De acht miljoen inclusief BTW die de Sportraad ons de afgelopen week deed toekomen, was niet meer beschikbaar. Om de volgende reden. De partijen in de Soester gemeenteraad, dat waren ze eigenlijk allemaal, zeiden in de vergadering van juni: we hebben alleen maar zo'n ontzettend bedrag over voor de sport als er werkelijk iets bereikt kan worden, als we werkelijk voor de toekomst iets voor elkaar kunnen krijgen wat het de moeite waard maakt om af te wijken van de afspraak die we gemaakt hebben, 5,5 miljoen uit de CAI-gelden, niet meer en niet minder. Tenzij. Die tenzij was de bestuurlijke integratie, een model dat zoveel nut had, zoveel effect had voor de toekomst, dat je bereid kon zijn daar extra geld voor uit te trekken. Die bereidheid was er, de bestuurlijke integratie kwam er niet. Einde bericht. Uiteindelijk heeft mijn fractie toen in juni al aangegeven dat er, als die bestuurlijke integratie er niet komt, er geen andere keus kan komen dan een beperkter model. Om twee redenen, je blijft binnen de afspraken van de 5,5 miljoen en je doet het een en ander wat passend is voor toekomstige ontwikkelingen. Ook dat heeft mij de afgelopen dagen mateloos gestoord, de suggestie dat dit model, zoals ook mijn fractie dat heeft ingebracht, niet toekomstgericht zou zijn, dat het een model zou zijn als we ons op dat pad zouden wagen, de toekomstige integratie en de toekomstige samenwerking op het gebied van de sport volstrekt onmogelijk zou maken. Verre van dat. Want luistert u mee. Als we met elkaar het voorstel van de Vereniging Sportraad Soest hadden gevolgd, acht miljoen, en hadden gekozen voor het verplaatsen van SEC naar de Bosstraat-oost met daarbij een compleet nieuwe accommoda tie, dan zijn er maar twee mogelijkheden: er komt helemaal nooit een bestuurlijke integratie, dan hoeven we er verder ook niet over te discussi eren, dan is er niks bereid, of er komt alsnog een integratie waarbij de zaterdagafdeling van SEC op de Eemweg zal kunnen gaan spelen en inderdaad de zondagafdeling van SEC samen met S.0. Soest iets nieuws moet gaan beginnen. Wat doen we dan met dat huis dat we neergezet hebben voor SEC, voor veel geld van ons allemaal? Dat laten we staan, daar zetten we de jeugd in, daar zetten we de kanariepietvereniging in, of de damvereniging. Maar in ieder geval hebben we het voor niks neergezet, niet toekomstge richt, onverstandig. Dus dat moet je nooit doen. Je moet iets neerzetten, je moet een model kiezen waarvan je zegt: ook als het ooit nog tot een samenwerking op het gebied van de voetbal komt -en ik hoop het- dan moeten we die stappen gezet hebben die dat niet voor de toekomst onmogelijk maken. Geen investeringen doen die dat voor de toekomst onmogelijk maken. Dat geld blijft, dat geld is niet weg, maar op het moment dat zoiets mogelijk zou zijn, zijn de mogelijkheden er zowel financieel als ruimtelijk nog. Want het is een beetje een financieel verhaal. Maar het moet soms tegen de sport. Als ik in de commissievergadering waar over sport gesproken wordt, een paar honderd jonge hockeyers zie staan met een stick in de hand, zwaaiend naar de politiek van Soest en roepend: denk erom dat jullie niet zomaar ons derde veld afnemen! dan denk ik: wat is nou «korte termijn politiek gewin»? Korte termijn politiek gewin is, kijkend naar de publieke tribune denken: we kunnen maar één ding doen, jullie krijgen allemaal gelijk, jullie krijgen het allemaal nieuw, het kost wel een paar centen -acht miljoen- maar dan is iedereen blijDat is korte termijn politiek gewin, met centen van een ander. En daar doen we niet aan mee. Want ik moet straks bij de begroting uitleggen aan deze tribune, aan de pers en aan mijn achterban dat wij voor volgend jaar geen gulden hebben voor nieuw beleid, dat wij geen gulden kunnen vinden voor de vereenzaming van ouderen, dat we het lef hebben om de o.z.b. te verhogen met een gulden per vijfduizend. En tegelijkertijd moet ik dan verkopen dat wij acht miljoen inclusief BTW over hebben voor de sport? Ik pieker er niet over. Ik pieker er niet over. Een raadslid, ook van de CDA-fractie heeft de plicht om bij zijn afweging van de besteding van gemeentelijke middelen, die van ons allemaal zijn, een goede afweging te maken over alle beleidsterrein binnen deze gemeente. De heer Krijger heeft daar een paar goede voorbeelden van genoemd. Eén van die beleidsterreinen is de sport. En er zijn vele andere. Een integratie van de sport zou mij een lief ding zijn. Als die er komt, hebben we er meer geld voor over. Dat wist u, dat hebben we al eerder toegezegd. Die integratie is er niet, wij maken vanavond de keus voor een kleiner model, dat minder geld is, maar dat toekomstgericht is, want het sluit op geen enkele wijze een toekomstige integratie uit. 18 september 1997

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 190