18 september 1997
- 28 -
Heer JOUSTRA (BAM)Voorzitter, ik heb ook niet gezegd dat het zo nadrukke
lijk is gezegd, maar ik refereer even aan wat de heer Krijger- die vanavond
overigens ook hele zinnige dingen heeft gezegd, daar niet van- tussen neus
en lippen door zei, ik citeer hem bij lijn 2: stel nu eens dat het overleg
om te investeren kan worden verbreed, en dat je door minder clubs, zeg
voetbalclubs, een accommodatie minder nodig hebt. Dat is dus het gevolg. Je
zegt al: minder clubs. Dat betekent toch dat je als politiek zegt: er zal
er één moeten verdwijnen. Dat doet pijn.
Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, mag ik even interrumperen? Ik
ben blij dat de heer Joustra zegt dat ik zinnige dingen zeg, ik wil dat
graag volhouden. Maar hij geeft nou net weer wat wij hebben gezegd: als dat
overleg, wat de heer Boerkoel aangeeft, uit de sport zelf komt, dan reageer
je op hun initiatief. Dat is gebeurd door meer middelen in het vooruitzicht
te stellen als dat overleg, dat zij voeren, niet wijvia de Sportraad tot
resultaten leidt. Dat is lijn 2, heel helder uitgelegd.
Heer JOUSTRA (BAM)Voorzitter, verenigingen - en met name sporters-
reageren nogal eens gevoelsmatig, daarom worden er ook vaak gele en rode
kaarten uitgedeeld. Uiteindelijk, als je je oor dan te luisteren legt bij
de sport -en de heer Krijger weet dat ik dat ook vaak doe, evenals nog een
aantal anderen hier in deze zaal- het toch zo is overgekomen -dat moeten
wij onszelf ook aantrekken, dat doet mijn fractie dan ook- dat we het
verkeerd hebben gebracht bij de verenigingen. Eigenlijk was steeds maar
weer de teneur van de betogen: er moet een vereniging wijken. Het is
vanavond ook even door de heer Witte gezegd, in dit geval was het SEC, maar
oh wee als we de vraag hadden neergelegd bij WZ of bij S.0. Soest. Dan zou
exact hetzelfde zijn gebeurd.
Wat moet er dan wel gebeuren? Nou, er lag een voorstel van uw kant,
gebaseerd in ieder geval op een stuk clustering. Het woord integratie zou
dan misschien vanzelf wel komen. Maar ik weet helemaal niet meer waar ik
aan toe ben. Ik heb een voorstel van u. Als ik dat dan zo lees en ik lees
dan het voorstel van de Sportraad, dan ben ik het met een ieder eens die
zegt: ze hebben zich wat rijk zitten rekenen, maar er zitten ook hele goede
elementen in, dan had daar nog eens naar gekeken moeten worden. Dan hoor ik
de heer Krijger -en dan kom ik op de zinnige dingen die hij vanavond ook
heeft gezegd-, hij amendeert in feite uw voorstel. De heer Boerkoel doet
dat wat minder. Dan zeg ik: alles de moeite waard. Een hele sterke vanavond
van de heer Roest en ik hoop dat u daarop wilt reageren. Dan zeg ik: het
zijn allemaal elementen die én door de heer Roest zijn genoemd én door de
heer Boerkoel én door de heer Krijger. De overwegingen van de Sportraad
waarvan ik aan mag nemen, voorzitter, omdat de Sportraad alle verenigingen
vertegenwoordigt, dat de handtekeningen die daar zijn gezet niet van nul en
generlei waarde zijn maar gedekt worden door de achterban. Dan zeg ik:
allemaal voorstellen zodanig de moeite waard dat ik nog eens een keer zou
willen zeggen -ik heb het al eens eerder in deze raad gezegd- haast u
langzaam. Of is het toch gezichtsverlies? Er hoeft niemand gezichtsverlies
te lijden. Want als we met z'n allen weten te bewerkstelligen dat we tot
een model komen met de opmerkingen van de heer Krijger en de heer Roest,
dat gedragen wordt door een brede achterban in de sport, dan hebben we daar
meer aan dan aan toch een korte termijn succes dat na maart volgend jaar
wel eens tegen een aantal van u zou kunnen werken.
VOORZITTER: Ik dacht dat alle fracties aan het woord geweest zijn, dan geef
ik het woord aan wethouder Van Logtenstein.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, laat ik beginnen met twee algemene
bemerkingen. Het komt in de sport veel voor dat een wedstrijd anders loopt
dan gedacht. Het is teleurstellend dat na zoveel inspanning van veel
partijen niet tot het meest wenselijke is gekomen. Ik wil dat wel toelich
ten. Wij hebben in de afgelopen maanden met elkaar in hele goede harmonie
met de Sportraad, met de sportverenigingen en de vertegenwoordigers daarvan
gesproken over de clustering. Het uitgangspunt was heel duidelijk, dat was
de kerntakendiscussie en het vrijspelen van de Koningsweg. Daar zijn
gradaties in geweest en uiteindelijk zijn wij met elkaar tot de conclusie
gekomen, zes maanden geleden, dat met 7,2 miljoen er een fantastisch
plaatje zou kunnen zijn, toekomstgericht, iedereen tevreden, feitelijk kon