18 september 1997
- 48 -
Soesterberg. Het leek vaak vergeefs en zeker 23 jaar geleden, maar als je
nu de politieke ontwikkelingen ziet ten aanzien van het defensiebeleid, kun
je zeggen: de aanhouder wint. Je laatste spraakmakende taak is enkele weken
geleden nog breed uitgemeten in deze zaal, en ook vanavond: de rekenkamer.
Je zit nooit om een woordje verlegen, integendeel. We zaten wel eens als
fractie met kromme tenen -en soms vaker dan wel eens- als Jan zijn opmer
kingen plaatste of lik op stuk gaf. De schampere opmerkingen dan van de
opponent, of de heer Visser wel goed geluisterd had en of hij de opmerking
kon herhalen, ontlokte Jan eens het weerwoord of de tegenpartij soms zelf
niet meer wist wat hij gezegd had. Sommige Soesa's worden dan ook tijdens
de vergaderingen geboren, Jan zit dan wat op papier te kriebelen. Deze
oprispingen zijn ook jarenlang verwerkt in de jaarlijkse beroemde Thomas-
vaer en Pieternel, waar iedere Soester politicus met spanning wachtte welke
veeg uit de pan hij nou weer kreeg. Tijdens dit soort woord- en steekspel
len ben je op je best, onnavolgbaar en altijd met de lachers op je hand.
Wat dat aangaat zal het hier stil worden, want imitaties van jou bestaan
echt niet.
Jan, je hebt ervoor gekozen een publiekswissel toe te passen. Dat is
natuurlijk voor een heel stuk ijdelheid. Maar je zei dat nu je tijd echt
gekomen was en we hadden het van tevoren afgesproken. Vooral nu de automa
tisering doorbreekt en we gaan Internetten, wat jou een gruwel is, want jij
tikt nog op een echte schrijfmachine met carbonpapier. En praten met elkaar
gaat veel beter in een kamer met een glas wijn erbij dan via een beeld
scherm. Kortom, om een van jouw woorden te gebruiken: de onderlinge
gemoedelijke besprekingen worden er niet beter op. Tijd dus om afscheid te
nemen. Gelukkig blijven er veel tastbare erfenissen van jou over, zoals de
oproep aan alle burgers van Soest. Het is een gedicht waar veel raadsleden
vaak voor staan, maar er echt naar kijken? De burgemeester memoreerde het
ook net al. Daarom wil ik het toch nog even voorlezen, dat gedicht.
CIVES SUSATI
Burgers welkom! kom op
voor uw rechten, voor de diensten
van dit huis, gestoffeerd met
procedures, gewikt/gewogen,
voor plannen, beleid en ordening
tot draden tegendraads gespannen
in lijnen van saamhorigheid.
Welkom, burgersstem rondom
van links tot rechts dit huis
dat in sectoren ruist voor meer
en minderheden die kiezen
voor de plicht tot samenstrijd
tussen u, mondig publiek,
en uw overheid.
Kom, burgers! maak in de wijken melding
van Egghermonde tot de Eem dat
t nieuwe hart van Soest leeft
op de Engh.
Er zijn twee soorten emoties voor jou, of je mag Jan, of je mag hem niet.
Het is nooit blanco of grijs. Jan, je bent een kunstenaar, soms een
kunstenmaker. Je bent soms vreselijk eigenwijs, gaat je eigen gang, voor
vrouwen soms een hark, een knieperd in de kroeg. Maar toch, Jan, houd ik
van je en ik zal je vreselijk missen naast me.
Jan, ik wil je nu nog wat geven van de nachtburgemeester van Rotterdam en
wat mij betreft ben je de nachtburgemeester van Soest. Ik wil je nog een
aandenken geven naast deze prachtige ridderorde van een van de allereerste
jaren van Progressief Soest.
VOORZITTER: Hartelijk dank, mevrouw Koster, voor dit verhaal. Dan, dames en
heren, schors ik voor een kort ogenblik de vergadering. Blijft u rustig
zitten, er is nog een verrassing. U bent zelf ook altijd vol verrassingen,
wij hebben nu ook een verrassing. Het woord is aan de heer Menne
Heer MENNE: Beste Jan, proficiat met je onderscheiding. Ik neem aan dat je
niet van plan bent om hem op een gegeven moment nog een keer terug te
geven. Ik begroet al degenen die jou bewonderen en ik begroet al de overige
mensen. Het laatste oordeel laat nog op zich wachten.