20 oktober 1997 - 26 - In het kader van «duurzaam veilig» praten we vervolgens niet alleen over 30 km, maar ook over 60 km gebieden, dus wegen die tot op heden 80 km zijn, die worden dan in de categorie 60 ondergebracht. De stand van zaken in Soest: een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordi gers uit de fietsersbond, kinderen voorrang en de voetgangersvereniging, heeft een voorstel gemaakt om heel Soest tot 30 km gebied te verklaren, met uitzondering van de wegen die we als hoofdwegen hebben aangeduid. Dat is één punt. Inmiddels hebben wij subsidie gekregen van het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid om een verkeersveiligheidsplan voor Soest te maken. Het voorstel van de eerder genoemde groepen past daarin. In dat verkeersveilig heidsplan komen dan aan de orde: de infrastructuur, gedragsbeïnvloeding, de handhavingsproblematiek, bijvoorbeeld wordt daar ook aandacht geschonken aan schoolfietsroutes Dan was er een opmerking, die had ik ook bij ruimtelijke ordening kunnen maken, van de fractie BAM over het plateau in de Van Weedestraat. Wat is de situatie daar? In het herinrichtingsplan zijn een aantal oversteekplaatsen voorzien. Eén daarvan is dat plateau dat er nu ligt, maar daarnaast zijn er nog drie andere plaatsen aangewezen als oversteekplaats, één in de Van Weedestraat ter hoogte ongeveer van de winkel Kien, de andere aan de andere kant van de kruising, even voorbij Van Asch en eentje ter hoogte van Metz ongeveer. Bij Metz was ook voorzien om daar een plateau aan te brengen. Nu blijkt dat de ligging van de weg zodanig is dat het weinig zin heeft, dat je veel beter een oversteek kunt maken in de vorm van een soort zebrapad. We hebben ervoor gekozen om een oversteek te maken in zebravorm, bestaande uit rode en gele stenen die dus aansluit bij de inrichting van zowel de fietspaden als de trottoirs. Als u dus besluit om de oversteek bij Metz op die manier te maken en de twee andere oversteekplaatsen ook op die manier in te richten, dan komt natuurlijk onmiddellijk de vraag boven water: is het dan niet verstandig om de oversteek die er ligt toch ook maar aan te passen? Dan komt natuurlijk de vraag: ja, gooi je dan geen geld weg? Nu blijkt dat het materiaal allemaal op een andere plaats gebruikt kan worden, dus wat je daar verliest is de arbeidskosten die daar eerder in zijn gestoken. Toch heeft het college gemeend daarmee te moeten instemmen, want daarmee krijgt je op vier plaatsen dezelfde soort oversteek. Dan kom ik vervolgens aan het derde element, voorzitter, dat is welzijn. Jongeren staan in de aandacht. Eén van de voorzitters van de fracties zei dat al. Ten aanzien van de jongeren zijn zowel algemene opmerkingen gemaakt en vragen gesteld als meer specifieke. Ik denk dat ik de algemene vragen het beste kan beantwoorden door de algemene stand van zaken ten aanzien van het jeugdbeleid te schetsen. In de achterliggende periode hebben wij geprobeerd het jeugdbeleid zowel inhoudelijk als structureel te verbeteren. Dan ben ik me ervan bewust dat een nieuwe structuur op zich niets oplost, maar zonder een gezonde structuur begin je ook niks. Dat maakt het natuur lijk wel eens lastig, omdat het opbouwen van een nieuwe structuur ook een lastige zaak op zich is, maar het nieuwe concern is hard bezig zijn vorm te gaan vinden. Er zal half november een dagbijeenkomst zijn met alle medewer kers van de instellingen, ik zal die dag ook inleiden, om met elkaar te bespreken van: wat stellen we ons nou voor en hoe gaan we dat nu ook concreet aanpakken, welke dingen moeten er actueel gebeuren? Voor het algemene beleid hebben we sinds een jaar de stuurgroep preventief jeugdbe leid. Ik hecht er toch aan om even op te sommen welke instellingen daar allemaal aan meewerken, omdat het denk ik een beeld vormt welke partijen zich verenigd hebben om samen iets aan het jeugdbeleid in Soest te doen. Dat zijn de Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk Werk, de jeugdhulpverle ning, de GGD, de regiopolitie, het Kinderparadijs, SWS, IVC, vanuit de gemeente ook vanuit de JWG werkgelegenheid, het kruiswerk, de Mavo Soest, Achtgoed, het Griftlandcollege, het directeurenconvent en het onderwijs voorrangsbeleid. Het lijkt een hele opsomming en dat is het ook. Maar het geeft aan dat een groot aantal partijen sinds een jaar met elkaar om de tafel zitten om over het jeugdbeleid en concrete projecten te praten. We zitten nu midden in een evaluatie, maar het beeld dat het oproept is dat men er ook mee door wil gaan, dat men het heel positief beleeft en bekend wordt met eikaars werk en daardoor beter op elkaar kan inspelen. Heer LOKKER (CDA)Mijnheer de voorzitter, gaat het erom dat men met elkaar blijft praten over wat men eventueel zou kunnen gaan doen, of praat men over concrete projecten die misschien ooit komen?

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 251