20 oktober 1997
- 27 -
Wethouder TEN HOVEEr zijn een aantal concrete projecten, dat zijn: het
meelopersproject, het anti-racismeprojeetonderzoek naar allochtone
jongeren en het onderzoek in Soesterberg. Dus men heeft uiteraard met de
middelen die wij van onze kant daarvoor beschikbaar gesteld hebben, een
aantal projecten geselecteerd en werkt daar gezamenlijk aan.
Mevrouw MANN (GL/PS)Mag ik daar toch ook wat over vragen? Wie zit deze
gesprekken voor? Waar gaat het van uit?
Wethouder TEN HOVE: Het eerste jaar, hebben we afgesproken, dan zou er
steeds een ambtelijke voorzitter zijn. Nu rouleert het voorzitterschap en
het gastheer- of gastvrouwschap, zo u het wilt noemen, met name omdat de
deelnemers vinden dat je door ook naar de andere locaties toe te gaan, je
meer betrokken voelt bij de andere deelnemende partijen.
Mevrouw MANN (GL/PS)Mijn ervaring is namelijk dat iemand zich meestal
heel sterk betrokken moet voelen bij dit soort gesprekken. Door steeds
wisselende voorzitters en verschillende organisaties is de ervaring dat
iedereen heel erg sterk voor zijn eigen organisatie opkomt, maar dat je
niet het gevoel hebt dat er een echt totaal jeugdbeleid komt. Daarom was ik
een beetje nieuwsgierig. Misschien is het in de toekomst mogelijk dat het
gewoon meer een totaalgebeuren wordt en niet verschillende groepen die daar
hun kleine eilandje komen verdedigen.
Wethouder TEN HOVE: Nee, dat is uiteraard de achterliggende, misschien wel
de voorliggende gedachte, dat men zich bewust wordt dat het een gemeen
schappelijk probleem is en niet alleen maar probeert zijn of haar eigen
belangen te verdedigen.
Mevrouw MANN (GL/PS)Nee, ik wou alleen zeggen dat dan de voorzitter
ontzettend belangrijk is.
Wethouder TEN HOVE: Ja, ongetwijfeld.
VOORZITTER: De voorzitter is altijd belangrijk.
Heer LOKKER (CDA)Ja, mijnheer de voorzitter, maar ik had toch begrepen
dat men eerder bij elkaar op de koffie gaat, aan de uitnodiging gehoor
gevend, maar ik heb nog steeds niet echt gehoord wat daar dan vanuit welke
invalshoek wordt besproken. De paar dingen die u hebt genoemd, het meelo
persproject en het anti-racismeprojeetik zie nog niet zozeer de integra
tie met dat totale jeugdbeleid of de visie die ontwikkeld is.
Wethouder TEN HOVE: Die visie ligt vast in een notitie die we in de raad
hebben vastgesteld over preventief lokaal jeugdbeleid. Daarin zijn een hele
riedel aan projecten gedefinieerd en het gaat erom op welk moment je de
middelen beschikbaar hebt om een bepaald project uit te voeren.
Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, mag ik even iets vragen aan de
wethouder? Ik proef een grote betrokkenheid vanuit de raad, om daarbij te
weten wat er gaat gebeuren. Zou het zo kunnen zijn dat u de opzet van die
dag gaat bespreken in de commissie r.o.v.w. en dat er desnoods een delega
tie van de commissie erbij aanwezig kan zijn? Want het is een kwestie van
vertrouwen, het lijkt me goed dat die betrokkenheid ook spreekt uit datgene
wat de raad gaat vinden daarna
Wethouder TEN HOVE: Ik wil dat overwegen met de begeleider van dat project.
De aanwezigheid van bepaalde of een groep personen geeft uiteraard ook een
bepaalde inhoud aan die dag. De vraag is of datgene wat men zich op dit
moment voorstelt daarin past of dat je een aparte bijeenkomst daarvoor zou
moeten beleggen.
Heer KRIJGER (WD)Het is alleen een teken van betrokkenheid. Want vroeg
of laat, en vroeger dan laat, zullen wij middelen beschikbaar moeten
stellen, gericht op het vertrouwen dat daar kan worden geschapen.
Wethouder TEN HOVE: Nee, maar ik neem uw suggestie graag mee, want ik proef