22 oktober 1997
- 10 -
programmaraad tot 1 januari. Als dat niet zo is, dan hoor ik dat wel van de
voorzitter. Als er nog wat ruimte is, dan voel ik er heel veel voor om het
voorstel van de heer Krijger bij de kop te pakken en enig moment te vinden
waarop wij op een wat meer afgewogen wijze over deze namenlijst kunnen
praten. Want er is nog wel wat op af te dingen of niet af te dingen, maar
ik krijg nu toch een beetje het idee van willekeur en dat mag er helemaal
niet zijn, natuurlijk. Ik zeg niet dat u willekeur hebt bedreven, verre van
datmaar het idee wordt gewekt
Heer KRIJGER (WD)Als ik een aanvulling mag geven? Mijn suggestie is om
zo meteen een moment in te bouwen voor de commissie. We hebben een hele
avond uitgetrokken voor de raadsvergadering. Het moet niet naar 1 januari
of november/decemberDat bedoel ik niet.
Heer BOERKOEL (PvdA)Op 5 november is de volgende commissievergadering. Is
het mogelijk dat deze raad het delegeert aan de commissie? Of moet het per
se een raadsagendapunt zijn?
VOORZITTER: Dan voel ik er meer voor dat wij nu tien minuten schorsen en de
commissie in de gelegenheid stellen met de wethouder deze zaak vertrouwe
lijk door te spreken. Afhankelijk van dat resultaat kunnen we besluiten om
vandaag nog een besluit te nemen of dat u zegt: het is zodanig dat het
langer uitgesteld moet worden. Akkoord? Ik schors de vergadering en stel de
commissie in de gelegenheid met de wethouder die informatie te bespreken.
VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Ik geef het woord aan wethouder Van
Logtenstein, de voorzitter van de raadscommissie.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, wij hebben in beslotenheid, omdat
het onvermijdelijk was dat er personen in de discussie kwamen en namen
genoemd werden, redelijk uitvoerig over de procedure en de criteria
gesproken. Ik moet vaststellen dat de aanwezige leden, ik denk in absolute
meerderheid, zich konden vinden in de gevolgde procedure en dat dit een
positief advies heeft meegekregen.
VOORZITTER: Wenst iemand bij dit agendapunt verder nog het woord voordat we
tot stemming overgaan? Niemand, dan ga ik een stembureau samenstellen. Ik
nodig mevrouw Koster en de heer Anderson uit om zitting te nemen in het
stembureau.
Heer LOKKER (CDA)Dat is wel heel subtiel, mijnheer de voorzitter.
VOORZITTER: Het gaat heel objectief. Dat weet u misschien niet, dat kunt u
daarvandaan niet zien, maar ik houd het netjes bij hoe vaak en wanneer u
zitting hebt in een stembureau. Deze twee raadsleden hadden nog zitting in
een stembureau gehad, dus.
VOORZITTER: Ik kan u de uitslag van de gehouden stemming meedelen. Er zijn
24 geldige stemmen uitgebracht, waarvan 24 op de zeven personen die ik nu
zal noemen: mevrouw A. Bordewijk-de Langen, de heer H. Stammes, mevrouw
V.M. Stolwijk, mevrouw O. Duijm, de heer H.F.G. Grondijs, de heer J.
Hogendoorn en de heer A. Nijhof, die hiermee zijn benoemd door deze
gemeenteraad
Het voorstel (RV 97-110) wordt na schriftelijke stemming aangenomen.
Voorstel benoemen leden in commissies.
VOORZITTER: Wenst iemand daarover het woord? Zo niet, dan gaan we nu over
tot schriftelijke stemming. Ik nodig het stembureau uit, ze hebben het zo
voortvarend gedaan, om nog een keer, nadat ze hun stem hebben uitgebracht,
plaats te nemen.
VOORZITTER: Ik kan u de uitslag van de gehouden stemming meedelen. Benoemd
is in de commissie milieu c.a. mevrouw N.C. de Waard-Fransooijs en in de
commissies a.b.z. en ROVW mevrouw J.M. Mann-VoormanAldus is door de raad
besloten