20 november 1997 - 2 - 20 gelden dezelfde afmetingen. Als op een grasveld ook officiële wedstrijden worden gespeeld, dan gelden dezelfde maten. Ten aanzien van de afmetingen voetbalvelden: hoofdvelden netto 105 bij 69, bruto 115 bij 79. Voor bijvelden kan volgens de eisen NOC/NSF worden volstaan met een netto afmeting van 100 bij 64 meter. De uitloop dient bij voorkeur vier meter te bedragen, dus bruto 108 bij 72 meter. Voor voetbaltrainingsvelden bestaan geen voorgeschreven maten. De aangegeven maten van de ingetekende hockey velden die bij de vragen waren gevoegd, zijn allen exclusief uitloopstro ken. De behoefteplanningsnormen van NOC/NSF voor hockey, MHC Soest, en voetbal, W SEC, treft u als een bijlage aan. Die hebt u ook bij het raadsvoorstel in september al in uw bezit gehad. Vraag 2. Welke mogelijkheden van invulling van de Bosstraat-west zijn besproken? Graag ter inzage Wij kunnen alle zaken opnieuw voor u ter inzage leggen en dat zeg ik u ook toe. Het antwoord is: alle binnen het raadsvoorstel mogelijke invullingen zijn doorgenomen. Intern is ook gekeken naar een gras- of kunstgrasstrook voor MHC van 35 a 40 bij 70 meter haaks op het le Heeserlaantje. Die optie is ook in de gesprekken met de verenigingen genoemd, maar niet in discussie gekomen, omdat beide verenigingen het raadsbesluit van 18 september als uitgangspunt hanteren. Wel kwam op 2 oktober 1997 van de zijde van MHC het voorstel op tafel een kunstgrasveld aan te leggen volgens voetbalafmetingen met daarop zowel voetbal als hockeybelijningEchter, op 14 oktober 1997 hebben beide voorzitters die optie teruggenomen en stelden beiden voor om te bezien of een dubbel trainingsveld, aan te leggen op het huidige veld twee van Sportpark-oost aan de overzijde mogelijk zou zijn. Deze stukken liggen ook voor u ter inzage Vraag 3. Is bij voorgaand overleg de PvdA-suggestie om beide vereni gingen een gedeeld en toch eigen grasgedeelte te geven ook voorge legd? Het antwoord is ja. Dit was dan ook de inhoud van het raadsvoorstel van 18 september jl. Echter, beide verenigingen hebben vanaf het begin geweigerd te praten over velden die kleiner zijn dan de normen van NOC/NSF gezien het raadsbesluit van 18 september 1997. Vraag 4: Is de suggestie van D66 om een gezamenlijk derde veld als kunstgrasveld, nader onderzocht? Het antwoord is ja. Zoals u uit het voorgaande kunt opmaken, heeft deze suggestie een belangrijke rol gespeeld in de gesprekken. Uiteindelijk wezen beide verenigingen deze optie af. De wethouder heeft desondanks deze optie later opnieuw in discussie gebracht. Vraag 5. Is het college bereid binnen het totaal beschikbare krediet van maximaal 5,5 miljoen inclusief BTW enkele meters grond aan te kopen om voor beide verenigingen het maximale te bereiken? Zo ja, waarom is dat niet gedaan? Zo nee, bent u daartoe bereid als de meerderheid van de raad daarmee instemt? Het antwoord is: hoewel het raadsbesluit dit niet inhield, is toch de mogelijkheid van grondverwerving onderzocht. Contacten hebben als resultaat opgeleverd dat er geen bereidheid tot verkoop bestaat. Beseft moet worden dat als al grond zou kunnen worden aangekocht, eveneens een planologische procedure moet worden doorlopen. Uit het voorgaande blijkt dat het college die bereidheid reeds heeft getoond. Dit waren de antwoorden, voorzitter. Heer KROL (CDA)Voorzitter, gezien de antwoorden van de wethouder, verzoek ik u enige momenten te schorsen. VOORZITTER: Ik schors de vergadering. VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Alvorens degene die schorsing heeft gevraagd het woord te geven, geef ik eerst nog even het woord aan de wethouder voor een mededeling. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, dank u wel. Er dreigt natuurlijk altijd iets fout te gaan. Wat is er vanavond fout gegaan? Wij hadden de beantwoording van de vragen op het plan staan, dan een eerste ronde, daarna de tekeningen en de toelichting vanuit het college op de tekeningen. Dus mijn vraag zou zijn, voorzitter, om nu de eerste termijn van de raad door te zetten. Nog niet over de tekeningen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 323