- 9 - ling zonder vooroverleg ingeboekt was als sociale dienstverleningslasten. Twee ton waarvan de raad niets wist. Ik heb achteraf begrepen dat die inzet van personeel wel nodig is. Maar de manier waarop het gebeurd is, verdient geen schoonheidsprijs. Wat dat betreft zou ik eventueel met een correctie op het amendement van de BAM nog wel kunnen leven. Zoals het er nu ligt, willen wij er niet helemaal mee akkoord gaan. Ik zou dan voor een eventuele aanpassing van de motie wel een schorsing willen. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, we hebben hier inderdaad een aantal keren over gedaan om tot dit voorstel te komen. In grote lijnen is ook mijn fractie tevreden dat er een generieke regeling komt voor de langdurige minima. Echter, de problemen zoals die door de BAM naar voren zijn gebracht en mevrouw Swinkels doet dat nu ook, die hebben wij ook van meet af aan gehad. Toch een probleem dat zo'n groot deel van het bedrag -er zijn allemaal redenen voor gegeven- in ambtelijke kosten moet gaan zitten. Wij dachten zelfs ook dat een deel van de kosten verminderd zouden kunnen worden door een generieke regeling te doen waardoor je minder, zoals dat deftig heet, perceptiekosten zou hebben om dat ook te regelen. Voorzitter, ik was heel tevreden met de regeling tot ik gisteren de krant las en zag dat in Amsterdam 25.000 mensen die langer dan vijf jaar op het bestaansminimum zitten daar volgend jaar 1.000,-- tot 2.000,-- per huishouden gaan krijgen. Dan denk ik toch dat wij als rijke gemeente hier op een nogal knibbelige manier omgaan met een probleem dat voor ons niet geldt omdat wij allemaal in een betere positie zijn, maar dat zeker wel voor de doelgroep van belang is. Voorzitter, daarom ben ik eigenlijk toch wel blij verrast met het amendement van de BAM. Het was fraaier geweest als het wat eerder ingebracht was, zoals andere dingen ook eerder ingebracht zijn toen we met elkaar spraken. Dat neemt niet weg dat mijn fractie hier toch sympathie voor heeft en dit voorstel zou willen steunen. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, in het nieuwe voorstel is veel rekening gehouden met datgene wat in de commissie gezegd is. Dat is een goede zaak, niet alleen maar op die wijze die ik zelf ook wenste. Het blijft een moeilijkheid dat als je die collectieve voorziening hebt, dat het voor een deel terecht komt bij degenen die het heel hard nodig hebben, en voor een deel terecht komt bij degenen die allang gewend zijn op een bepaald niveau te leven en op een heel eenvoudige voet leven, voor wie het niet eens zo belangrijk is. Met andere woorden, je geeft het niet per se aan diegenen die het het hardst nodig hebben en dat is per definitie een probleem, want ik denk dat je die andere groep niet echt kan opsporen. Tegelijkertijd zijn er een paar keer de garanties gegeven dat het niet- collectieve gedeelte, het doelgerichte gedeelte alle aandacht moet blijven krijgen en dat dat in eerste instantie steeds opgelost moet worden. Dat vind ik het belangrijkste, dat diegenen die bepaalde kosten maken om wat dan ook te kunnen doen, de kans krijgen dat ze het geld krijgen. Ik leg me neer bij het feit dat het voor een deeltje terecht komt bij diegenen die het heel goed kunnen gebruiken, maar die het misschien net iets minder nodig hebben. Het amendement. Ja, ik vind dat er terechte reacties zijn geweest. Als wij deze zaken goed willen uitvoeren, dan hebben we daar personeel voor nodig dat het goed kan doen, met goede aandacht. We kunnen ook met elkaar zeggen -daar komt het amendement op neer van de BAM- we halen het uit onze algemene middelen, we hebben die mensen toch in dienst, want we hebben ze nodig. Alleen, dat geld hebben we niet in onze algemene middelen, dus dat is wat ingewikkeld. Het moet uitgevoerd worden, het werk, dus het moet maar uit deze pot komen. En ik vind het ook heel terecht wat u schrijft in het stuk, dat we zelfs een hoeveelheid van deze werkzaamheden al lang voor die tijd deden, voordat we deze uitkering binnenkregen en dat we op die manier helemaal niet hoeven te doen alsof we zo krenterig zijn dat we hier een stukje aan onttrekken voor dit doel. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, we hebben in de commissie uitvoerig over deze materie gesproken. Uiteindelijk is er uit alle voorstellen die over tafel gekomen zijn, een concreet raadsvoorstel ontstaan waarvan ik bemerk dat het toch breed gedragen wordt. Er zijn wel wat opmerkingen gemaakt en ik moet refereren aan het amendement van de BAM. Dat wordt onvoldoende gesteund, dus ik hoef het nauwelijks in discussie te brengen. 18 december 1997

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 352