20 maart 1997 - 6 - streekplan. Maar we willen dat signaal naar het rijk uitdragen. Dat was de reden van mijn vraag. Ik begrijp dat ik hier kennelijk alleen in sta. Ik vind het jammer. Ik zou op zijn minst op basis van de stukken in de volgende commissie ruimtelijke ordening hierover willen discussiëren en kijken wat we daaraan kunnen doen. Wethouder TEN HOVEVoorzitter, ten aanzien van het ter inzage leggen. De adviesnota heeft een hele tijd ter inzage gelegen. Heer ROEST (D66)Voorzitter, dat moet ik ontkennen. Ik heb de vraag vrijdag gesteld. Ik heb de gewoonte om elke dinsdag hier de hele dag op het gemeentehuis te gaan zitten. De dinsdag daarvoor heb ik voor het eerst het stuk waarop de zaak betrekking heeft, hier ter inzage zien liggen. Op basis daarvan ben ik naar de afdeling toe gegaan, die hebben het mij ook gezegd dat het laat was. Het hoofdstuk, dit stuk heeft voor de burgers ter inzage gelegen vanaf januari tot eind maart. Maar er is geen raadslid dat weet dat dit stuk ter inzage heeft gelegen op de afdeling. We hadden het misschien volgens de officiële berichten uit de krant moeten vernemen, maar ik denk dat het college anders met de raad moet omgaan en ik wens dat te beklemto nen. Wethouder TEN HOVE: De heer Roest heeft bijna mijn antwoord gegeven. Ik wilde namelijk zeggen dat de nota inderdaad voor de bevolking ter inzage heeft gelegen. Het was misschien beter geweest als we de commissie erop attent hadden gemaakt dat de nota in het informatiecentrum ter inzage lag. Dat kon u wellicht niet weten, tenzij u net als alle andere burgers dat in de krant had gelezen. Waarmee je tevens maar ziet hoe lastig het is voor een burger om dat ook uit de krant te halen. Inhoudelijk, denk ik, wordt het standpunt van het college onderschreven. Ik wil er toch melding van maken, we hadden vanmorgen portefeuillehoudersover- leg ruimtelijke ordening en ik heb aan de collega's heel nadrukkelijk gevraagd wie er van plan was te reageren. Het beperkt zich tot Amersfoort en dat is denk ik ook logisch, want die heeft een Vinex-locatieAlle andere gemeenten hebben te kennen gegeven dat ze ook de noodzaak van reageren niet inzagen. Heer ROEST (D66)Voorzitter, ter aanvulling en als interruptie, te uwer informatie geef ik aan dat in de gemeente Zeist -daar is onderzoek naar verricht- men bezig is met een ambtelijke reactie over diezelfde beschermde gebieden, die bufferzones, maar zij denken dan meer in de richting van de Utrechtse Heuvelrug. Er zijn dus gemeenten die er wel degelijk mee bezig zijn. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, de opmerking van de heer Ten Hove dat wij hieruit zouden kunnen concluderen dat stukken die voor de bevolking ter inzage liggen, dat het lastig blijkt te zijn, dat we een beetje kunnen meevoelen met de burger, daar ben ik het eigenlijk niet mee eens. Zo gauw een stuk voor ons een zekere relevantie heeft, verwacht ik per definitie dat wij op papier krijgen dat het stuk voor ons ter inzage ligt. Ik wens het dus ook niet zo ver te laten komen dat wij in bepaalde gevallen door de pers geïnformeerd moeten worden of er een stuk voor ons is waar wij eventueel over zouden moeten meedenken. In die zin ben ik dat absoluut met de heer Roest eens, dat het niet moet kunnen. Het even meedenken, ook over de risico's van dit stuk, het was goed geweest als u ons die kans bewuster had gegeven, als u daar bewuster in mee was gegaan. Ik neem het mezelf kwalijk dat ik het niet intussen ook ontdekt heb. Dat vind ik jammer. Ik hoop dat het gewoon waar is wat de wethouder zegt, dat we ons op dit moment door de andere onderliggende stukken geen zorgen hoeven te maken. Tegelij kertijd zou ik het nog wel wensen dat de wethouder toch nog even reageert op wat de heer Roest zegt, dat hij verschil maakt over de zaak tot 2005 en na 2005, of de geruststelling die hij ons geeft tot 2005 -waar ik op vertrouw- ook reden is om er zo over te denken na 2005. Heer KROL (CDA)Voorzitter, alleen maar procedureel, ik denk dat we inhoudelijk gesproken hebben in eerste termijn. Een beetje vertrouwen is

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 43