20 maart 1997
- 10 -
rekenschap te geven van het feit dat het zich moet laten leiden door de van
toepassing zijnde formele bepalingen en de algemene beginselen van behoor
lijk bestuur. Met name ten aanzien van dit laatste luidt het oordeel van
Gemeentebelangen Groen Soest niet in het voordeel van het college. Met name
de zorgvuldigheid van de besluitvorming en de rechtszekerheid van de
betrokkenen zijn in ernstige mate in het geding. De vraag roept zich op
waarom het college deze zaak zo ver uit de hand heeft laten lopen. Uit het
dossier blijkt in ieder geval dat de aansturing van het ambtelijk apparaat,
maar ook de besluitvorming binnen het college zelf, weinig eenduidig van
karakter zijn geweest.
De burgers, instellingen en ondernemingen van Soest moeten ervan op aan
kunnen dat de gemeente -of dat nu het college of de raad is- op een
behoorlijke manier met hun belangen omgaat. De gemeente is niet Soest BV,
waarbij de discussie zich primair moet laten leiden tot het beperken van
risico in de omgang met de burger. Leidraad hoort de zorgvuldigheid van
bestuur te zijn en de rechtszekerheid die de burger daaraan ontleent.
Gemeentebelangen Groen Soest heeft al bij vele gelegenheden zich nadrukke
lijk hiervoor opgesteld en doet dit nu weer. Wij verzoeken het college zich
nadrukkelijk rekenschap te geven van zijn handelen.
Voorzitter, mijn fractie wacht de eerste termijn van het college af
alvorens over te gaan tot het indienen van een motie van afkeuring.
Wethouder BLOMMERSVoorzitter, ik denk dat het zinnig is om niet de
discussie die we in de commissie hebben gehad, te herhalen. Maar ik hecht
er wel aan om erop te wijzen dat het college inderdaad met dit dossier een
moeilijke weg is gegaan. Want juist die constante afweging tussen de
belangen van de ene kant -de partij die hier in deze koopovereenkomst aan u
wordt voorgesteld- als de belangen van een natuurgebied naast de kern
Soesterberg, als de bijzondere inrichting van dat gebied, als de ontwikke
lingen in de bedrijfstak, hebben eigenlijk allemaal een rol gespeeld. Neem
daarbij nog eens een keer de planologische ingewikkeldheid doordat het
verschillende gemeenten en verschillende instanties qua milieuvergunning en
dergelijke betreft, dan begrijpt u inderdaad dat het een ingewikkeld
voorstel is geweest dat niet simpelweg ging. Toch hebben we geprobeerd om
op een juiste weg in de juiste volgorde steeds afwegingen te maken. Zover
ik het dossier heb geraadpleegd -het is een heel oud dossier, zoals u
allemaal weet, wat ik vanaf het begin erbij heb gehad en gezien wat de
voorgeschiedenis is geweest- is het denk ik een voorstel dat achterhaald is
door de ontwikkelingen in de tijd. Dat is dan op een goed moment best hard
als je toch als college een half jaar geleden denkt dat je de volledige
vrijheid hebt als college -en ook daarin kan de raad je corrigeren- om op
een goed moment een bepaald plan niet door te laten gaan. Als dan toch
blijkt dat dat juridisch niet juist is, we hebben daar advies over ingewon
nen, dan is het inderdaad fatsoenlijk dat het college alsnog een voorstel
doet zoals dat voor u ligt. Ik denk dat we niet anders kunnen doen en dat
dat ook ongeveer de marge is van het openbaar bestuur, dan aan u vragen:
wilt u op dit moment doorzetten om dit stuk grond te verkopen op een plaats
waarvan u eigenlijk in meerderheid de afgelopen periode hebt aangegeven dat
u vindt dat daar deze ontwikkelingen -de heer Van Wuijckhuijse gaf dat ook
aan- met de angst voor een toch te grootschalig karakter en de kans dat het
niet zo tijdelijk is als je misschien hoopt Vindt u dat zó zwaarwegend
dat u besluit dit niet te verkopen? Ik zal niet tegen u zeggen wat de
juiste weg is, daarvoor heeft dit dossier een te lange geschiedenis. Ik
denk dat iedereen naar eer en geweten moet weten wat hij met dat stuk grond
in Soesterberg moet doen.
VOORZITTER: Wie mag ik in tweede termijn het woord geven?
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, ik zou om schorsing willen vragen.
VOORZITTERIk schors de vergadering.
VOORZITTER: Ik heropen de vergadering en geef het woord aan degene die om
schorsing heeft gevraagd, de heer Van Wuijckhuijse.