25 juni 1998
- 27 -
Heer VAN VUUREN (GPV/RPF/SGP)Ik wil graag een reactie op de motie geven.
Ik heb geen behoefte om verder op het raadsbesluit in te gaan. Wat de motie
betreft, ik heb in januari uitvoerig de hele discussie toen meegemaakt. Ik
heb me inderdaad daar toen ook over verbaasd dat vragen, die inderdaad voor
een gedeelte beschikbaar was, steeds maar niet bevestigd kon worden in de
raad in antwoorden. Ik herhaal daarin in feite de woorden die Wiebe Meilof
toen ook aangegeven heeft, toen op dat moment de motie van treurnis aan de
orde was. Hij zei: ik ondersteun hem, hoewel ik erbij wil zeggen dat het zo
jammer is, omdat het zo'n goede wethouder is. Dat wil ik op dit moment
zeggen, maar ik ondersteun deze motie ook, omdat ik het gewoon jammer vind
dat die informatie maar niet beschikbaar komt.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, al duidelijk was in eerste
termijn met het betoog dat de heer Roest hield, dat er een motie in welke
zin dan ook aan zou komen. Ik heb me dan ook beperkt, om in de eerste
termijn niet verder op de inhoud in te gaan, maar nu de motie er ligt wel
die motie te beoordelen en ten aanzien van het raadsstuk te bekijken wat de
relatie is van deze motie met het raadsstuk.
De openingsuren van de bibliotheek afdeling Overhees, zoals hier staat,
vanaf 1 juli 1997, betreft de openingsuren in de voorbereiding en tijdens
de bouw. Dat zegt niets over de openingstijden die wij belangrijk vinden,
namelijk de openingstijden op het moment dat een en ander gerealiseerd is.
Ik begrijp uit het betoog van de heer Roest dat hij een paar ambtelijke
brieven en correspondentie met betrekking tot dit onderwerp, ambtelijk met
het bestuur van de stichting, dat hij niet die brieven gekregen heeft, maar
alle andere informatie wel. Ik begrijp ook van de heer Roest dat hij
daarmee zegt dat het verschaffen van betrouwbare informatie van het college
een essentiële voorwaarde is. Daar heeft hij op zich gelijk in. Maar dan is
het maar de beoordeling van het individuele raadslid of hij die brieven,
die dan naderhand blijkbaar zichtbaar geworden zijn, van essentieel belang
vindt voor datgene wat wij in eerste instantie hebben besloten en de
uitkomst die het geeft.
Heer ROEST (D66)Voorzitter, mag ik interrumperen? Mag ik de heer Boerkoel
erop wijzen dat de halvering van de openingstijden een wezenlijk element
vormt in de kerntakendiscussie? Het gaat namelijk over de realisering van
de raakstelling van 1997, dat was een heel belangrijk feit waar ik het over
had en daarom wilde ik die informatie hebben. In juli, moet ik de heer
Boerkoel vertellen, heb ik die twee in relatie gebracht. Mijn vraag was
destijds expliciet: u wilt de taakstelling van 70.000,-- realiseren,
voorzitter, maar gaat dat niet ten koste van de openingstijden? Dat was de
vraag waarmee ik begon en die vraag heb ik de hele tijd vastgehouden. Die
vraag werd ontkend en daarop ben ik verder gegaan.
Heer BOERKOEL (PvdA)En wat is nou de vraag die u wilde stellen?
Heer ROEST (D66)Ik wilde u erop wijzen dat het wel degelijk een onderdeel
van deze discussie uitmaakt, het was een besparing van de kerntakendiscus
sie, waar dit op slaat.
Mevrouw HUBERTS (VVD)Voorzitter, zou ik de heer Roest dan een vraag mogen
stellen? Vindt u het niet heel normaal dat er tijdens de voorbereidingen
van een verbouwingen de openingstijden aangepast worden en dat gedurende
die periode je inderdaad een halvering van openingstijden hebt? Het gaat er
niet om dat straks de bibliotheek maar voor het halve aantal uren open is.
Dat is een tijdelijke zaak en op zich, dat we zoveel drukte maken over een
tijdelijke zaak, wat mijns inziens een hele normale zaak is en wat ook
duidelijk bekend gemaakt is aan mensen, dat kan toch niet waar zijn?
Heer ROEST (D66)Er is een vraag aan mij gesteld. Ik vind het op zich heel
logisch dat in een fase van verbouwing de openingstijden teruggebracht
worden. Maar dit was duidelijk voor het grootste deel het middel om de
taakstelling voor 1997 te realiseren. En daar hadden we niet in toegestemd
als raad.
Heer BOERKOEL (PvdA)Ik heb nog de vraag niet helemaal begrepen van de
heer Roest die hij mij wilde stellen. Hij interrumpeerde mij met het