25 juni 1998
- 29 -
rond C-bieb aanleiding was om uit te spreken dat het vertrouwen in de
wethouder verloren was. De informatievoorziening, zoals die uitdrukkelijk
onderdeel van deze motie is, versterkt dat alleen nog maar. Daarbij, denk
ik, is het zeer onverstandig van de raad om de waarde van informatie op
deze wijze ter discussie te stellen. Het stelt namelijk het functioneren
van deze raad ter discussie. Wij steunen de motie.
VOORZITTER: Ik moet even de vergadering schorsen, want de band moet
verwisseld worden.
VOORZITTER: Ik heropen de vergadering en geef het woord aan wethouder
Blommers
Wethouder BLOMMERS: Voorzitter, inhoudelijk ingaand op de vragen die er nog
lagen uit de eerste termijn en een paar in de tweede. Het CDA heeft
nadrukkelijk gezegd: de besparing moet gehaald worden. Zoals ik ook in de
commissie heb gezegd, dat is ook uitgangspunt van het college, evenals geen
nieuwe garantstelling, goede informatie en volledige informatie over de
voortgang en het feit dat u wilt dat er met name aandacht wordt besteed aan
de toegankelijkheid. Nou zeg ik toch maar even voor de duidelijkheid:
toegankelijkheid is weer zo'n begrip waar we allemaal een eigen beeld bij
hebben. Ik denk dus dat het goed is dat we dat dan ook maar met z'n allen
in die voortgang direct moeten laten merken wat we daarvan vinden, want
anders krijgen we daar op termijn weer verwarring over.
Dan wil ik nog zeggen tegen de heer Roest dat die 70.000,-- zoals ik
januari al gezegd heb, niet opgehoest is door de sluiting van het biblio
theekfiliaal OverheesIk heb toen uitgebreid uitgelegd aan u op welke
wijze die gelden weer ingezet zijn voor dat noem ik ook toegankelijkheid
van de bibliotheek.
Mevrouw Koster heeft voorgesteld om het stuk terug te nemen en nog eens met
de Stichting Willaert te praten. Ik denk niet dat het college, ik weet
zeker dat het college daartoe niet bereid is, omdat uit onze contacten met
de Stichting Willaert en de beide stichtingen -dat hebt u ook gemerkt
tijdens de commissiebehandeling- gebleken is dat het een "olstrekt zinloze
en heilloze weg is.
Volgens mij heb ik nu alle vragen die er nog lagen beantwoord en dan wil ik
kort reageren op de motie. U mag geen vertrouwen in mij hebben, maar één
ding is zeker: deze motie is onjuist, niet verdiend en dat wil ik met name
op twee punten aangeven. Bij het tweede gedachtestreepje zegt u dat ik wel
degelijk op de hoogte was van de halvering van de openingstijden. Het zou
zo kunnen zijn dat ik op de hoogte had moeten zijn, die vraag wordt hier
niet gesteld. Maar ik was niet op de hoogte.
Heer ROEST (D66)Mag ik die vraag dan nu stellen aan de wethouder?
Wethouder BLOMMERS: Ik was nu even bezig, als u het goed vindt maak ik dit
af. Het tweede waar ik bezwaar tegen heb is dat u zegt dat ik het bestaan
heb ontkend. Wat ik niet weet, kan ik niet ontkennen. Het derde streepje,
dat ik de raad bewust onjuist en onvolledig heb geïnformeerd, is onjuist.
Ik heb de raad wellicht onjuist en wellicht onvolledig geïnformeerd, maar
dat kwam omdat ik mij niet bewust was van deze informatie. Ik ben het met u
allen eens -ik heb ook in de oppositie gezeten- dat het heel erg moeilijk
is om achter bepaalde informatie te komen. Maar laat ik dan toch zeggen dat
ik in die twintig jaar dat ik in deze raad zit, ervan overtuigd ben dat het
nooit moedwillig is achtergehouden. Ik hoop van ganser harte dat wij ook na
vanavond kunnen blijven zeggen dat we dat vertrouwen in elkaar hebben. Ik
heb geen behoefte aan deze motie en ik meen uit de raad te hebben mogen
begrijpen een meerderheid niet.
VOORZITTER: Dan komen we nu tot de besluitvorming bij dit agendapunt. U
weet het, alvorens over het raadsvoorstel wordt besloten, ik eerst een
besluit moet laten nemen door de raad over de moties en amendementenEr is
één motie. De indiener, mijnheer Roest, handhaaft u de motie?
Heer ROEST (D66)Voorzitter, ik handhaaf de motie. En omdat ik het toch
ervaar als een arrogantie van de grote partijen ten opzichte van een kleine
partij, wil ik hoofdelijke stemming.