24 september 1998 - 2 - peld graag. Wethouder BLOMMERSGeacht College. Op 1 juli is de zogenoemde Koppelings wet in werking getreden. Deze wet ontneemt aan mensen, die geen onvoorwaar delijke verblijfsvergunning in Nederland hebben het recht op een uitkering, allerlei voorzieningen, ontheffingen etc. Ook mensen die worden gedoogd of al een bijstandsuitkering ontvangen, vallen onder deze wet. In de functio nele commissie heeft de fractie van Groen Links/Progressief Soest reeds vragen over deze wet en de invoering gesteld. Daar wij, ondanks de beant woording van de wethouder, zeer ongerust zijn over de gevolgen van deze wet, leggen wij u de volgende vragen voor. 1. Bent u het met ons eens, dat de invoering van de Koppelingswet in de gemeente Soest onvoldoende zorgvuldig heeft plaatsgevonden? Antwoord: Nee, in tegendeel. Direct nadat de aard en omvang van de Koppe lingswet bekend werd, zijn cliënten door de betreffende bijstandsconsulente persoonlijk benaderd om de gevolgen door te nemen en te bespreken. Dit speelde zich af medio mei. Nadien zijn de betreffende cliënten ook schrif telijk geïnformeerd over de gevolgen van de Koppelingswet door middel van een zogeheten opschortingsbrief en een beëindigingsbeschikking, waarin on der meer de mogelijkheden van bezwaar en beroep werden aangegeven. Dit al les voor de fatale datum van 1 juli 1998. Voorts heeft er op initiatief van de Sociale Dienst een gesprek plaatsgevonden met de Vreemdelingendienst om te verwachten knelpunten door te spreken, procedureafspraken te maken en om van de kant van de Sociale Dienst nog eens te verzoeken om een extra check. Bent u het met ons eens, vraag 2, dat bij invoering van een wettelijke maatregel met deze consequenties, overleg had moeten plaatsvinden met de raad? Antwoord: Nee, aangezien het een formele wetgeving betreft en uit een eer ste door de Sociale Dienst ingesteld onderzoek, zie ook punt 1, naar voren kwam dat de gevolgen voor de betreffende Soester cliënten in materiële zin overzienbaar waren. Vraag 3Heeft u overwogen, gezien de nu al grote werklast van de Sociale Dienst, de uitvoering van deze wet een lage prioriteit te geven? Antwoord: Nee, de hoogste prioriteit ligt bij de uitvoering van de wetge ving in zijn algemeenheid. Gegeven de parlementaire weg die de Koppelings wet is gegaan kan de gemeente als uitvoerder in medebewind van wetten niet in de positie zijn een wet niet of naar eigen bevind van zaken uit te voe ren. Vraag 4: Heeft u overleg gehad met andere gemeenten, zoals bijvoorbeeld Leiden, om te komen tot een andere uitvoering of geen uitvoering van deze wet? Antwoord: Binnen onze regio heeft ambtelijk overleg plaatsgevonden. Voorts was de Sociale Dienst door middel van DIVOZA op de hoogte van de verschil lende opvattingen bij de diverse in hoofdzaak grote gemeenten. 5. Bent u bereid, bij zeer ernstige situaties als gevolg van deze wet de zogenaamde U-bocht constructie toe te passen? Nee, ik verwijs nog een keer naar punt 3 over de uitvoering van wetgeving en een door u genoemde zeer ernstige situatie speelt bovendien thans niet in Soest. 6. Hoe denkt u om te gaan met mensen, die door de Koppelingswet hun uitke ring kwijtraken. Worden zij daadwerkelijk uit hun woning gezet, blijven zij verstoken van onderwijs, hoe verloopt de medische zorg etc.? Uiteindelijk, antwoord, zal dat het gevolg zijn als de huur niet op andere wijze wordt betaald dan door middel van de bijstand. In de gevallen bij de afdeling Sociale Dienstverlening bekend, speelt dat op dit moment niet, omdat de huur nog steeds blijkt te zijn voldaan. Indien de betreffende vreemdeling in een situatie verkeert, waarbij de verlening van noodzakelij ke medische zorg vereist is, dient ook onder de Koppelingswet die zorg te worden verleend. De kosten worden vergoed uit een door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport opgericht fonds, en het loopt dus niet via de Sociale Dienst. De toegang tot het onderwijs voor de betreffende

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1998 | | pagina 139