24 september 1998
- 10 -
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Dat deel ik wel met u. Maar het is natuur
lijk wel zo, en was in het verleden ook altijd dat, als er problemen waren,
we als Soesters wel aan de bel trokken bij Soest en niet bij Zeist. Dat zou
in het vervolg betekenen dat als zich, en ik verwacht dat allemaal niet, ik
ben er ook helemaal niet somber over of iets dergelijks. Maar ik vind dat
we dat wel goed met elkaar moeten doorspreken. Want dit is de eerste keer,
en dat heeft mij buitengewoon verbaasd, door de vragen van het CDA, dat wij
erover spreken. En anders had u al lang overleg gehad zonder dat wij er met
elkaar, behalve vanuit de pers, kennis van hadden gehad. En dat is natuur
lijk wat vreemd. U ontkent dat, maar dan hoor ik zo uw antwoord. Als u
zegt: ik heb daar ook contact over gehad, dan hoor ik dat graag. Maar dat
is mij niet ter ore gekomen. Ik constateer dus feitelijk, dat als er pro
blemen zijn, wij ons dan kennelijk moeten verstaan met de gemeente Zeist,
en niet met de gemeente Soest. Dat vind ik raar, want het is zo gemakkelijk
om te zeggen: Soest droeg de verantwoordelijkheid voor de basis. Ja
logisch, het lag ook voor het grootste deel in Soest en dat maakt het com
plex.
Ten aanzien van vraag 3 even naar de wethouder toe. Ik heb hier een verslag
voor me liggen van 6 november 1997 van het bestuur en sociaal-economische
zaken van de gemeente Zeist. En de term is haalbaarheidsstudie Kamp van
Zeist. Daar staat een passage in, en dan citeer ik dus uit de raadscommis
sie en dat is een openbaar verslag, dat heb ik vandaag geverifieerd bij de
gemeente Zeist. De andere direct betrokken partij, de gemeente Soest heeft
te kennen gegeven ook bij de ontwikkeling van de eerste twee fasen, die
slechts voor een gering deel op Soester grondgebied liggen, als volwaardig
partner te willen meewerken. Over deze kwestie vindt bestuurlijk overleg
plaats. Er staan dus een aantal zaken in, allerlei mogelijkheden worden
geopperd, bijvoorbeeld als mogelijkheid dat er rekening houdend met de aan
vliegroutes er gebouwd zou kunnen worden van 10 tot 12 meter hoog. Het zal
allemaal best waar zijn. Wij hebben dit hele rapport nog nooit openbaar
behandeld, terwijl de gemeente Zeist vorig jaar november dat al heeft ge
daan. Het heeft voor ons hooguit vertrouwelijk ter inzage gelegen. En dat
vind ik raar. Want ik denk, waarom kan de ene gemeente gewoon daarover
spreken en moeten wij dat kennelijk op afstand volgen. Dat was een beetje
de onderliggende vraag die gekoppeld is aan vraag 3
Heer VAN WUIJCKHUIIJSE (GGS)Ik ben met mevrouw Stekelenburg, en ik
krijg de indruk met tweederde deel van de raadsfractie van de Partij van de
Arbeid, -wellicht dat dat andere derde deel datzelfde gevoel heeft, maar
die heeft dat nog niet duidelijk gemaakt- toch redelijk verbaasd over het
feit dat er hier inderdaad op deze manier mee omgegaan is. En dat blijkbaar
in de openbaarheid in de Zeister raad zelfs over de bouwhoogte zoals de
gemeente Soest die voor ogen heeft, wordt gesproken. En dat gaat mijn frac
tie, zoals u daarnet al hebt kunnen beluisteren, veel en veel te ver.
VOORZITTER: Als ik dan mag reageren. Op de eerste plaats de vraag van de
heer Middelkoop betreffende het Luchtvaartmuseum. Dat punt is in het eerste
overleg aan de orde geweest en alles wijst er nu op dat de weg naar het
Militair museum en het bezoek gewoon ongestoord voortgang kan blijven vin
den
Dan mevrouw Stekelenburg. Ik moet zeggen, ik ben toch wel wat verbaasd over
uw reactie. Want u doet net of dit helemaal nieuw is. Maar er zijn meer
activiteiten die in de buurgemeente Zeist plaatsvinden, waarvan gevolgen of
reacties of wat dan ook in Soesterberg te merken zijn. Dan is het heel ge
bruikelijk dat raadsleden of inwoners zich wenden tot ons. U weet hoe we
daar mee omgaan. Dan bespreken wij dat met onze collega's in Zeist of wij
adviseren om zelf met het gemeentebestuur van Zeist contact op te nemen.
Wat dat betreft verandert er niets. Ook niet ten aanzien van dit punt. Bo
vendien praten we straks niet meer over Zeister of Soester grondgebied,
want binnen de hekken het is Schots gebied. Buiten de hekken zijn de burge
meesters ieder voor zijn grondgebied verantwoordelijk voor openbare orde en