12 oktober 1998
-31-
die gemaakt is over Darthuizen. Ik dacht dat het D66 was, die zei: zijn het
niet ontzettend dure woningen die daar gerealiseerd worden. Het is natuur
lijk wel zo dat we het project Darthuizen, en dat is in ieder geval in deze
commissie, in deze raad al eerder uitgesproken, altijd in relatie hebben
gezien met het plan Binnenhof. Een plan met beduidend goedkopere woningen
en wij hebben dacht ik met elkaar toen gezegd, in ieder geval een deel van
de raad, dat die goedkopere woningen gekoppeld mochten worden aan die dure
woningen, omdat het in de handen van dezelfde ontwikkelaars was en in dat
kader mocht Darthuizen een duur project worden en Binnenhof een wat goedko
per project.
Heer ROEST (D66)Voorzitter, u houdt daar ook het doorstromingseffect van
bij, hé? Daar gaan wij even van uit.
Wethouder KROL: Van Binnenhof of van Darthuizen, meneer de voorzitter?
Heer MIDDELKOOP (CDA)Tot nu toe stroomt het aardig, meneer Roest, in
Darthuizen. En dat het maar blijft stromen.
Wethouder KROL: Ik weet niet precies wat u daarmee bedoelt, maar daar zal
ik maar niet op ingaan, meneer de voorzitter. Er is een flink aantal opmer
kingen gemaakt over welstand en over beeldkwaliteit. Het is verheugend,
laten we dat ook eens gewoon tegen mekaar zeggen, dat er hier raadsbreed
positief gedacht wordt over een beeldkwaliteitsplan. Dat is goed, daar
hebben we als college ook middelen voor beschikbaar gesteld. Ik hoop dat we
daar inderdaad voldoende aan hebben om een beeldkwaliteitsplan met elkaar
te ontwikkelen en het is goed dat we dat heel recent nog maar weer eens met
de welstandscommissie hebben besproken. U vraagt alleen, willen we de
welstandscommissie nog eerder betrekken bij alle grote plannen, en vooral
plannen die in kwetsbare gebieden plaatsvinden. Daar zit één bezwaar aan,
wat betreft het college. Dat is, als je met een ontwikkelaar al heel ver
gaat in de toetsing van welstand, d.w.z. je nodigt hem uit, je moet het
aanpassen, een andere architect nemen, nog eens praten, nog eens praten en
we hebben het uiteindelijk helemaal aangepast, en vervolgens gaan we de
r.o.-toets erop loslaten, en we zeggen: het kan niet. Dan heb je verwach
tingen gewekt, bij indieners, bij ontwikkelaars die je niet kunt waarmaken.
Daarom is het beleid in dit huis dat je eerst met elkaar zegt: kan dit
planologisch en als het niet kan planologisch, ben je bereid om er eventu
eel wel of niet een art. 19-procedure voor te voeren. En als je die toets
erover hebt laten gaan, zul je met welstand het traject in moeten gaan. Dat
is denk ik toch de enige benadering, waarbij je op een zinvolle wijze ook
met indieners van dit soort projecten omgaat. Ik deel de opvatting trouwens
van de CDA-fractie dat het intensievere contact met de welstandscommissie
belangrijk is, zinvol is. Ik denk ook dat we dat met elkaar regelmatig
zullen blijven doen. Er is gesproken over de planologische benadering van
het industriegebied door de PvdA-fractie3 November zal ik met u in de
commissie bespreken een notitie die gaat over wat we planologisch wel of
niet aanvaardbaar vinden in het oude industriegebied. Dat kunt u dus heel
binnenkort verwachten.
Heer BOERKOEL (PvdA)Dan weet u ook ongetwijfeld wat daar in staat, want
zo korte voorbereiding bent u niet gewend te doen. De vraag is dus ook
gerechtvaardigd, het antwoord te vragen.
Wethouder KROL: Ja, de notitie is morgen in het college, en het is niet
gebruikelijk dat voordat we het behandeld hebben in het college, daar in
het openbaar uitspraken over te doen.
Heer BOERKOEL (PvdA)Dan stelt u de beantwoording van deze vraag even uit
tot woensdag.