14 oktober 1998
-3-
Wethouder BLOMMERSVoorzitter, ik hervat mijn betoog. De heer Van
Wuijckhuijse heeft inderdaad niet goed geluisterd want ik heb, alvorens ik
inging op zijn bijdrage aan het debat, gezegd dat elke mogelijkheid tot
kostenbesparing natuurlijk aangegrepen moest worden. Dat heb ik geen moment
ontkend. Ik denk ook dat niemand dat in deze raad ontkent. Wat ik heb
gezegd is dat ik dat niet kan inboeken, een mogelijkheid die ik op dit
moment nog niet ken, waar ik nog geen reële onderbouwing voor heb, om een
begroting die ik vandaag moet aannemen te dekken. En dat is de reden waarom
ik zeg dat het college het afwijst om in te gaan op niet gekwantificeerde
begrotingen die op aanname berusten en die inderdaad dubbel de bedragen
moeten opleveren, vergeleken met de besparingen die wij als college hebben
voorgesteld, dat wij dat niet een juiste wijze van dekking vinden en ik ben
het met u eens dat het een keuze van het college is; GGS heeft een andere
gemaakt
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)In uw voorstel dat u aan de raad doet zit ook
een aantal voorstellen m.b.t. zaken waarvan u ook nog niet weet op welk
bedrag u uit gaat komen. Dat zijn voorzieningen op lange termijn waarvan u
de hoogte absoluut nog niet op de juiste manier kunt inschatten. Daar richt
een deel van het betoog van GGS zich dan ook op. Dus wat betreft de onze
kerheid die in ons voorstel zit, denken wij dat wij een minstens zo grote
onzekerheid in uw voorstel aantreffen.
Wethouder BLOMMERS: Voorzitter, ik ga door met antwoord geven in het kader
van de eerste behandeling. Het betekent dus dat als we op deze manier
proberen met alle mogelijke middelen de tekorten die er op dit moment zijn,
af te dekken, dat iedereen zich moet inzetten. Dat betekent niet alleen dat
wij met z'n allen praten over de financiële kant. Het betekent ook dat wij
met name als het gaat over de problematiek die op het ogenblik op ons
afkomt, moeten inspelen op de werkwijze van het ambtelijk apparaat. Een
letterlijk passend ambtelijk apparaat is nodig voor de problematiek die op
onze weg komt. Omdat velen van u hun betrokkenheid bij deze zaak hebben
uitgesproken, denken wij dat het goed is dat wij inderdaad beginnen met een
breed, goed voorbereid debat over hoe dat dan zou moeten. Niet alleen van:
het kan minder. Nee, ook kijken hoe het ambtelijk apparaat de problemen kan
meehelpen oplossen waar wij met z'n allen voor staan. Dat betekent dat wij
moeten praten over modern management. Dat betekent dat wij moeten praten
over doelmatigheid en het betekent dat wij ons ook moeten afvragen welke
vragen wij in de toekomst gaan stellen aan het ambtelijk apparaat. Wij
willen daar ook de vertegenwoordigingen van het personeel bij betrekken,
maar zeer uitdrukkelijk ook de totale raad. Wat betreft de inkoopdiscussie
die gevoerd is, of tenminste het inkooppunt dat genoemd is door velen van
u. In juni 1997 hebben wij n.a.v. het rapport van Coopers Lybrand op drie
onderdelen een pilotproject gestart. Dat was op het gebied van kopiëren en
drukwerk, op het gebied van de externe adviseurs en op het gebied van
uitzendkrachten. Dat is in overleg gebeurd met Coopers. Dat is nu vrijwel
afgerond. Daar volgt een inhoudelijke rapportage op. En u zult zich kunnen
voorstellen dat we ook gezien in het licht van de hele problematiek zullen
komen met voorstellen hoe we deze ervaringen kunnen omzetten in beleid. Ik
denk dat ik daarmee de drie hoofdpunten heb behandeld van de punten die aan
mij gesteld zijn in eerste termijn. En ik zou nu graag in willen gaan op de
moties zoals ze zijn ingediend door de diverse fracties. U heeft bij de
eerste moties een reactie van het college staan. De motie van de PvdA
betreffende de discussie over de OZB-verhoging die neemt het college over,
maar met inachtname van wat ik zei over het tijdpad dat gevolgd moet wor
den
Heer BOERKOEL (PvdA)Voorzitter, is het dan misschien mogelijk motie
nr. 4, mischien is het goed om die er even bij te pakken, dat gaat nlom
de riool- en afvalstoffenheffing en de OZB, om die relatie nadrukkelijk
daarbij te betrekken. Want dan kun je nlook bezien, in hoeverre het