19 november 1998 -14- afwijken van het bestemmingsplan ter plekke, omdat het college en de wel standscommissie het een mooi plan vinden, dan kun je daarover met elkaar van mening verschillen. Maar u mag het in ieder geval een wethouder r.o. en in ieder geval deze ook niet, verwijten dat hij alleen maar plannen presen teert als hij zelf ook denkt met het college samen, dat het inderdaad de moeite van het afwijken waard is. In die hele procedure die we daarbij ge had hebben, hebben we iets toch wel ongebruikelijks gedaan. Want zoals u allemaal weet hebben we de mogelijkheid om bij art. 19 als college van B&W die beslissing te nemen. En aangezien ook in een democratie het respect, dat is heel goed verankerd in de wet r.o., er is, ook voor minderheden, minderheden in deze gemeenteraad die dus niet getalsmatig hun macht kunnen opleggen, maar als er in deze raad een vijfde deel van de raadsleden zegt: dit is toch wel heel wezenlijk, hiervoor college moet u dat niet zelf be slissen, maar daarvoor moet u de beslissing aan ons, aan de gemeenteraad, overlaten. Op dat moment zegt het college, en terecht, u beslist over deze hele art. 19-procedureNiet alleen over de start, maar ook over de bezwa ren die er liggen, bedenkingen moet ik zeggen, die er zijn ingebracht, en over het feit of u een verklaring van geen bezwaar bij de provincie wilt aanvragen. Als wij de afweging hebben gemaakt, als college, dat wij zeggen: het is een plan dat de moeite waard is om af te wijken van het bestemmings plan, en u als raad zegt tegen dit college toen het aan de raad aan de orde kwam, in ieder geval in meerderheid, wij delen die mening, dan eindigt in dat opzicht de discussie in de richting van het college. Het blijft moge lijk om van mening te verschillen of dit gebouw op deze plek de beste in vulling is. Ik kan me heel goed voorstellen, laat ik dat ook maar uitspre ken in de raad als portefeuillehouder r.o. dat je in de situatie dat je daar direct aanwonend bent, je natuurlijk heel kritisch bent, heel kritisch volgt wat een overheid toestaat aan een particulier of aan een bedrijf als het gaat over je directe omgeving. U mag van ons aannemen dat we die zorg vuldige afweging als college, als welstandscommissie hebben gedaan en dat ik in dat opzicht denk ik goede argumenten als college aan u heb kunnen voorleggen. Er zijn een paar opmerkingen gemaakt die de moeite zijn om op in te gaan, enkele wat minder. De opmerking van de heer Roest van D66 die gaat over het beeldkwaliteitsplan. Ik ben het met de heer Roest nleens, dat we in Soest moeten komen tot een beeldkwaliteitsplan. En dat dat een heel goede zaak is om de kwaliteit van de bebouwde omgeving van deze ge meente te versterken en te verbeteren. Al zie je vanavond gelijk dat dat dan toch betekent dat je over een plan totaal verschillend kunt denken. En een beeldkwaliteitsplan had, en dat ben ik met hem oneens, meneer de voor zitter, niet denk ik geleid tot een soort andere afweging, maar misschien heb je een nog beter kader om dit soort plannen te toetsen. De vraag van D66, ook van de heer Roest, over het parkeren, ik heb het maar even opge zocht, er worden 30 parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd en er komen er ik dacht nog 35 voor. Er zijn er op dit moment 29. Dat betekent dat de Rabobank meer dan voldoet aan de normen om voldoende parkeergelegen heid te realiseren. Ik ben het wel met hem eens, voorzitter, dat het moge lijk moet zijn, dat is ook een opmerking die door de heer Krijger van de WD-fractie is gemaakt, in de inrichting van het plein, en de afwerking van het plein, ik vond dat de heer Roest daar mooi beeldend over gesproken heeft, wij moeten kijken of we samen met de betreffende bank in staat zijn om het pand op een zodanige manier in zijn omgeving te laten inpassen, dat het nog beter passend is en wordt in de omgeving. Ik denk ook, voorzitter, dat ik antwoord heb gegeven op de opmerkingen die o.a. door de heer Meilof zijn gemaakt over waarom wijken we nou af van het bestemmingsplan. Ik denk dat ik heb aangegeven dat we dat heel erg vaak doen, maar nooit lichtvaar dig, altijd weloverwogen. Soms voor kleine uitbouwtjes, soms voor kleine wensen, soms voor wat grotere, maar altijd weloverwogen, goed nadenkend over de consequenties die dat heeft voor de omgeving en uiteindelijk dan pas met een voorstel bij u komen als wij inderdaad vinden dat dat kan. Daar zou ik het bij willen laten, voorzitter.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1998 | | pagina 305