14 april 1998 - 8 - buitengewoon normatief over mag spreken, waar je heel erg hardop mag zeggen: dit mag wel en dat mag niet, dit is goed voor u en dat is niet goed voor u. Daar heeft een Nederlander gemiddeld bijna een allergie voor, maar het mag omdat het milieubeleid is. Ik ben er ook een groot voorstander van. Ik heb overigens ook niet zoveel last van die allergie, dat je dit soort dingen niet zou mogen zeggen. Het is goed dat die dingen ook vermeld en verwoord staan, een aantal belangrijke milieu-aspecten in het beleidspro gramma. Het zal wel heel hard nodig zijn voor een aantal partijen die niet in het college meedoen om dit buitengewoon kritisch, actief te volgen, om te voorkomen dat datgene wat er achter het hele milieubeleid zit gaat in- sukkelen en inslapen. We leven op dit moment in een land, een postmodern land waarin het erg makkelijk zal gebeuren dat we allemaal hardop belijden dat we vinden dat er veel aan milieu moet gebeuren, maar waarin we emotio neel vanuit ons hart reageren met: ach, het zit wel goed, laten we ons hier niet al te druk over maken. Dat is een gevaarlijke tendens en daar zullen we buitengewoon alert op moeten zijn. Misschien hebben we hier ook wel een meerderheid aan partijen die deze slaapzucht niet zo heel erg vindt en daar zullen we dus ook stevig tegenaan moeten met elkaar. We hebben meer dingen ondertekend. We hebben ook een paragraaf over zaken als cultureel werk en jongerenbeleid ondertekend. Er staan heel veel goede dingen in en hele erge goede dingen staan er vooral niet in. Eén van de dingen die vooral opvalt is dat deze raad, toen we het over jongerenbeleid hadden, ontzaglijk vuurbang was om daarin normatief te durven zijn, om te durven zeggen: dit is goed en dat is niet goed. Dat heeft mij teleurgesteld. Veiligheidsbe leid, daar staan weer hele zinnige dingen in, daar staan een aantal dingen in waarvan ik ook kan zeggen dat het goed is dat we een raad hebben die het behoorlijk eens is met elkaar, dat we het behoorlijk eens zijn over het feit dat we door de vrijheid die de burger zich toe-eigent een stuk onveiligheid gecreëerd hebben. Bijvoorbeeld alcoholgebruik heeft er in toenemende mate voor gezorgd dat er een stuk verkeersonveiligheid maar ook burgerlijke onvrijheid is ontstaan ten aanzien van je eigen eigendommen, waar we harder en duidelijker tegen op gaan treden. Ik krijg de indruk dat we het daar redelijk over eens waren. Daar is het GPV/RPF/SGP blij mee. Voorzitter, tot slot wil ik nog dat ene wat ik in het begin heb gezegd bevestigen. Wij hopen van harte dat, ondanks dat er helemaal niets over uitgesproken is, over het feit dat we hier alleen kunnen regeren als gemeenteraad van Soest bij de gratie van een Vader in de hemel die voor ons zorgt en die ons de kracht geeft, dat we uiteindelijk ons toch bewust zullen zijn en een meerderheid zich bewust zal zijn dat we onze krachten daaraan ontlenen en dat we het gezag dat we krijgen -geen macht, maar het gezag- daaraan ontlenen. Op die wijze zullen wij met vreugde en met energie en geloof mee willen regeren in deze gemeente. Heer ROEST (D66): Voorzitter, ik zou graag een korte toelichting willen geven waarom D66 niet kan instemmen met de vaststelling van dit beleidspro gramma voor de komende raadsperiode. Dat is niet omdat we het programma een wijde zak vinden, zoals -als ik de pers mag geloven- een collega dat formuleert. Politici die meebreien aan een wijde zak, zijn geen knip voor de neus waard. Zij zorgen voor onduidelijkheid, die de politiek een slechte naam geeft. Onderhandelen betekent dat je probeert het met elkaar eens te worden. Dat veronderstelt dat je weet wat je wilt -en voor ieder van ons is het duidelijk, dat lag in het verkiezingsprogramma- en dat je dat andere partijen duidelijk probeert te maken. Omgekeerd mag je dat van andere partijen ook verwachten. D66 heeft de gesprekken zeer constructief gevon den. In het onderhandelingsresultaat staan een reeks zaken die we zeer waardevol vinden. Ik noem de relatie inwoner-bestuur, openbare orde en veiligheid, het openbaar vervoer en de aandacht voor fietsers en wande laars, het vrijwilligersbeleid, het nieuwe milieubeleidsplan, aandacht voor de beeldkwaliteit en bestrijding van vereenzaming ouderen. Ik zou nog een aantal dingen kunnen aangeven. Toch hebben wij -ik wil duidelijk aangeven dat er veel positieve dingen zijn, dat die afweging anders is uitgevallen voor ons- afgehaakt omdat voor ons in ons programma zeer belangrijke punten negatief uitvielen. Moeilijk te verteren voor ons is het akkoord gaan met het tweede gedeelte van de ontsluitingsweg bij de Albert Heijn. Niet te verteren is voor ons om weer gif te gebruiken bij de onkruidbestrijding Zeer zwaarwegend waren echter de punten bij verkeer, het realiseren van een parallelweg en bij de ruimtelijke ordening het nadenken over nieuwe

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1998 | | pagina 47