28 mei 199 8
- 17 -
gaat, daar geef ik de heer Witte gelijk in- behoorlijk wat geld in binnen
krijgen op een goed moment. Dan kunnen we dat in de exploitatie laten en
dan krijg je een beetje de situatie dat we een begroting hebben en denken:
goh, een beetje tekort voor dit goede plan, laten we het daar eens uitha
len. Wat wij nu proberen, is het een klein tikkeltje te structureren door
te zeggen: kijk, we weten dat we ongeveer met de huidige prognose -we doen
elk jaar op dit moment in het jaar de grondbedrijffinanciën, dus u volgt
dat gewoon van jaar tot jaar- laten we eens kijken of we elk jaar, als het
loopt zoals het loopt, een miljoen uit die exploitatie kunnen halen, dus
voordat de exploitatie is afgesloten, zodat we bijvoorbeeld kunnen doen wat
in het lijsttrekkersoverleg naar voren is gebracht, ik dacht met name door
de heer Witte: als je stads- en dorsvernieuwing wilt gaan doen, hebben we
in de huidige begroting geen geld, dat kunnen we allemaal zien. Is het dan
niet een beetje dwaas, als we toch met z'n allen zeggen: we willen wat doen
aan de kwaliteit van de bestaande gebouwde omgeving, dat we wel weten dat
we ergens in die exploitatieopzet dat geld hebben zitten. Dus vandaar dat
het hier ook nog zo vaag staat, er wordt gewoon gezegd: lijkt u dat een
goed principe? Dan zullen we dat natuurlijk -daarom wordt er ook gesproken
over het voorjaar 1999 als weer die grondbedrijffinanciën aan de orde zijn-
wat concreter gaan invullen. Je zult nooit verder kunnen springen dan de
financiële polsstok van dat moment in de exploitatie. Dus ik denk dat we
daarmee ook voorkomen dat we opeens in het jaar 2 006 inderdaad een enorm
bedrag krijgen, waarvan misschien opeens iedereen denkt van: goh, daar
zouden we weieens een heleboel dingen voor kunnen doen. We willen juist
proberen om op die manier die geldstromen te regelen. Dat is de achtergrond
van dit verhaal en wij vragen dus alleen maar: lijkt u dat een goede zaak?
Want als het u een goede zaak lijkt, dan houden wij daar natuurlijk
rekening mee in de komende jaren, dat we op die manier geld gaan onttrek
ken. Met wij bedoel ik dan niet alleen het college, maar de hele raad.
Vandaar deze opmerking over de reserve.
VOORZITTER: Wie mag ik in tweede termijn het woord geven?
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, een mooi betoog van de wethouder, maar het
overtuigt mij toch niet. Ik denk dat de oude manier van werken toch wat dat
betreft de voorkeur geniet. Om nu al structureel te gaan zeggen van: tien
miljoen en dat gaan we dan per miljoen per jaar eruit halen. Ik denk dat je
gewoon op het moment dat het concreet nodig is, erover moet praten. Ik ben
het er ook niet mee eens dat als je een programmatisch punt hebt waar
mogelijk inderdaad ook kosten aan vastzitten, dat je dan zegt: nou, daar
moeten we dan maar een reserve voor indienen. Er zijn natuurlijk ook nog
andere mogelijkheden om prioriteiten te stellen waardoor je geld vrijmaakt.
Mevrouw KOSTER (GL/PS)Voorzitter, het is ongeveer hetzelfde verhaal dat
de wethouder in de functionele commissie heeft gedaan. Ze heeft ons niet
overtuigd. Mijn vraag is: wat is erop tegen om dit punt nu uit het voorstel
te halen en met concrete voorstellen als het aan de orde is daarmee opnieuw
te komen?
Wethouder BLOMMERSDaar is tegen dat ik niet een concreet voorstel ga
maken als u niet eerst de intentie uitspreekt dat u er in ieder geval
positief tegenover staat. De meerderheid van de raad staat er positief
tegenover, dus in die zin krijgt u uw zin. Er komt gewoon op het moment dat
daar meer duidelijkheid over is, een discussie in de functionele commissie.
VOORZITTER: Ik constateer dat de raad kan instemmen met het voorstel, met
de aantekening dat de fractie Gemeentebelangen Groen Soest tegen is en de
fractie Groen Links/Progressief Soest is tegen. Aldus is besloten dat de
raad in meerderheid dit voorstel aanvaard heeft.
Het voorstel (RV 98-24) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met
de aantekening dat de fracties van Gemeentebelangen Groen Soest en Groen
Links/Progressief Soest geacht willen worden tegen te hebben gestemd.
VOORZITTER: Ik schors de vergadering voor tien minuten pauze.
VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.