- 6 - gegaan en op een hele serieuze manier. Het geheel afwegende hebben wij niet gekozen voor het zwaarste instrument, de rode kaart. Maar het is zeker voor ons een reden om een motie van treurnis in te dienen. En dan hoop ik dat dat het gewenste effect in de toekomst zal krijgen. VOORZITTER: Ik lees de bij mij ingediende en door de heer Roest aangekon digde motie voor. Die luidt als volgt: De raad van Soest, in vergadering bijeen op donderdag, 15 januari 1998, gehoord de beraadslagingen over de informatieverstrekking met betrek king tot de halvering van de openingstijden van de bibliotheekvesti ging Overhees; overwegende dat het besluit om geen budgetcontract af te sluiten aan de raad ter bespreking had dienen te worden gemeld; dat het besluit om akkoord te gaan met een halvering van de openingstijden had dienen te worden voorgelegd aan de raad; dat de brief van 10 oktober 1997 aan de bibliotheek aantoonbaar in strijd was met de feiten op dat moment; betreurt het dat de verantwoordelijk wethouder op een essentieel punt als informatievoorziening aan de raad tekort is geschoten; en gaat over tot de orde van de dag. Namens de fractie van D66, J.M. Swinkels en W.H. Roest. Wie van de leden van de raad mag ik verder het woord geven en wilt u dan meteen het standpunt van uw fractie geven omtrent de motie? Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, ik denk dat iedereen deze motie zal steunen, simpelweg omdat hij zo geweldig sympathiek geformuleerd is. Hij is sympathieker geformuleerd dan iemand het zou kunnen zeggen. Het heeft mij verwonderd, de beantwoording van de wethouder. Heel duidelijk uit het gesprek tussen de wethouder en de heer Roest blijkt dat ze ons bepaalde informatie had kunnen geven en niet gegeven heeft. Alles in deze raad is gebaseerd op het feit dat we informatie krijgen en dat we kunnen vertrouwen op die informatie, dat we onze besluitvorming tot stand laten komen op grond van die informatie. Dan is het buitengewoon vervelend als je zomaar ontdekt dat het gewoon niet klopte en dat er dus vrij stevige afspraken altijd met elkaar gemaakt worden, soms, in dit geval op grond van informatie die foutief is gegeven en die gecorrigeerd had moeten worden. Ik vind het het meest jammer dat de wethouder dan nog maximaal over haar lippen kan krijgen: "ik betreur het als Dus zo van: stel, dat het waar was dat ik informatie niet gegeven zou hebben, dan zou ik dat wel betreu ren. Ze zegt niet eens: ik betreur het dat ik op een verkeerde manier met informatie ben omgegaan, maar "als". Dat vind ik buitengewoon teleurstel lend. Ze is nog steeds niet op dit moment in staat geweest om simpelweg te zeggen: het is dom wat ik gedaan heb, dit had ik niet moeten doen, ik had ervoor moeten zorgen dat u de goede informatie kreeg. Dat stelt mij buitengewoon teleur. Ik zal zeker deze motie steunen. Ik moet ook zeggen dat het geen hardere motie hoeft te zijn, omdat ik vind dat mevrouw Blommers een goede wethouder is, die haar werk goed doet. Alleen, het stelt me buitengewoon teleur dat we op deze manier van informatie verstoken zijn gebleven die we hadden moeten hebben en die u wist. Ik vind dat het ook niet meer mag voorkomen. Mevrouw KOSTER (GL/PS)Voorzitter, gezien de afgelopen commissievergade ring van financiën waarin de heer Roest voor de zoveelste keer zijn vragen stelde en met informatie kwam waaruit bleek dat er 50% gesloten was van de bibliotheek en nu het antwoord van de wethouder horende waarin nu gestoeid wordt met het percentage dat het mogelijk 15% zou zijn en dat het personeel beter bereid was meer kwaliteit te leveren et cetera, et cetera. Ook gezien de reactie van de afgelopen commissie financiën, waarin de wethouder nogmaals benadrukte dat ze van niks wist, vind ik het buitengewoon teleur stellend wat er nu gebeurd is. Wij ondersteunen deze motie van ganser harte Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, wat moet de raad met een wethouder die geen antwoorden geeft op datgene wat een deel van de raad aan haar vraagt? Sterker nog, wat moet de raad met een wethouder die blijkbaar 15 januari 199 8

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1998 | | pagina 7